ING; Tijdens de coronacrisis steeg het Nederlands spaartegoed met ruim € 6.500 per huishouden

De tegoeden op Nederlandse bankrekeningen zijn met €52 miljard gestegen sinds het uitbreken van corona, een recordbedrag. Gemiddeld is dat meer dan € 6.500 per huishouden. Meer dan de helft van dit bedrag was een ’gedwongen besparing’.

Huishoudens konden dit geld gedurende de lockdown moeilijker uitgeven. Mogelijk leidt juist dit type besparingen op korte termijn alsnog tot bestedingen. Naar schatting van ING Research bedragen de gedwongen besparingen zo’n € 28 miljard. Het grootste deel van de extra banktegoeden zit bij de beter bedeelde huishoudens. Dat blijkt uit een analyse van ING Research  van de ontwikkeling van banktegoeden van consumenten tijdens de coronacrisis.

Banktegoeden Nederlandse huishoudens 62% harder gegroeid dan anders

In mei 2021 bedroeg het totale banktegoed van Nederlandse huishoudens €507 miljard.

Gedurende de coronacrisis (in de 15 maanden van maart 2020 t/m mei 2021) is er een recordbedrag van €52 miljard aan banktegoeden bijgekomen, ofwel €3,5 miljard gemiddeld per maand. De stijging is ongekend groot, in totaal maar liefst 6,5% van het Nederlands jaarlijkse bruto binnenlands product en gemiddeld meer dan €6.500 per huishouden.

Als de economie niet getroffen zou zijn door de coronapandemie, zou de netto-inleg op bankrekeningen sinds maart 2020 (bijvoorbeeld als gevolg van nominaal stijgende inkomens, uit levensloopoverwegingen zoals pensioen) maandelijks gemiddeld zo’n €2,2 miljard zijn geweest. De werkelijke besparingen kwamen daar uiteindelijk €1,4 miljard per maand bovenuit.* Dat is ruim 62% meer dan zonder de coronapandemie verwacht kon worden.

Plotseling veel lastiger om geld uit te geven

De totale toename van de banktegoeden was vooral groot in de lockdown-maanden maart, april en mei 2020. In mei 2020 piekte de inleg op een recordbedrag van €7,1 miljard. Terwijl de meeste inkomens niet zwaar geraakt werden nam de consumptie van huishoudens flink af.

Het beschikbaar inkomen bleef voornamelijk op peil door al voorgenomen belastingverlaging en de genereuze steunoperatie van de overheid. Zo werden er extra uitkeringen en subsidies verstrekt aan zowel huishoudens als bedrijven, waarmee veel werkgelegenheid en daarmee (loon)inkomen overeind werd gehouden.

Niet alle besparingen zijn hetzelfde

Niet elke (extra) gespaarde euro wordt weer even gemakkelijk uitgegeven. Besparingen uit voorzorg worden doorgaans niet snel weer uitgegeven. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor besparingen bedoeld voor de pensioenperiode. Besparingen die als meevaller worden ervaren, zoals de terugbetaling van de geannuleerde vakantie, zouden mogelijk makkelijker gemist kunnen worden en daarom op korte termijn tot extra consumptie kunnen lijden.

70% van de extra banktegoeden bij bovenste helft huishoudens

Uit ING-data blijkt dat huishoudens die een relatief hoog banktegoed hadden voorafgaand aan de crisis hun banktegoed het meest hebben zien groeien. Zo heeft 70% van de toename van de banktegoeden gedurende de coronacrisis plaatsgevonden bij de bovenste helft van de huishoudens – de groep die al voorafgaand aan de crisis de hoogste tegoeden op hun bankrekening hadden. Waarschijnlijk zijn dit huishoudens met een hoog inkomen en/of vermogen.

Vermogendere huishoudens hebben volgens de analyse van de ING waarschijnlijk niet zo’n sterke neiging om een groot deel van hun (extra) besparingen uit te geven. Zij gaven waarschijnlijk toch al niet elke laatste euro uit. Kortom: de oververtegenwoordiging van vermogende mensen bij de opgelopen spaartegoeden lijkt een rem te zetten op de uitgaven op het moment dat het weer kan.

Bron en meer informatie: www.ing.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *