De prognoses voor toerisme en recreatie in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) laten, na een dip door corona, opnieuw groei zien in 2030. Dit blijkt uit het onderzoek naar toeristische en recreatieve omvang en draagkracht in de MRA.
Met het onderzoek, uitgevoerd door Bureau BUITEN en Bureau voor Ruimte en Vrije Tijd, is in kaart gebracht hoe groot de omvang van toerisme en recreatie is in de diverse deelregio’s en gemeenten en hoe deze omvang in relatie staat tot de leefomgeving en de leefbaarheid: de draagkracht.
Verschillen tussen deelregio’s in de MRA
Het onderzoek toont met data aan dat de MRA bezoekers en inwoners veel te bieden heeft door de vele (toeristische en recreatieve) voorzieningen die op korte afstand van elkaar te vinden zijn. De verschillende deelregio’s van de MRA bevinden zich in verschillende fases van toeristische en recreatieve ontwikkeling. De deelregio’s Almere-Lelystad, IJmond, Amstelland-Meerlanden en Gooi en Vechtstreek laten vooral ontwikkelkansen zien, terwijl Amsterdam een grenswaarde van het aantal bezoekers heeft bepaald. Voor de deelregio’s Zaanstreek-Waterland en Zuid-Kennemerland wordt, gezien de toeristische-recreatieve omvang en de te verwachten groei van het aantal bezoekers en inwoners, geadviseerd om blijvend aandacht te hebben voor een goede balans. Dit alles vraagt samenwerking en leren van en met elkaar, juist ook op de schaal van de regio.
Recreatie door de eigen bewoners
Het onderzoek geeft ook een aantal inhoudelijke ontwikkelrichtingen mee voor een nieuwe uitvoeringsstrategie. Zo liggen er in de MRA veel kansen rond cultuur en erfgoed. Recreatie vraagt meer aandacht, want door de verwachte groei van het aantal inwoners in de MRA neemt de behoefte aan recreëren in de nabije omgeving toe. Ook ligt er een opgave rond het optimaliseren van (duurzame) mobiliteit. Uit het onderzoek blijkt dat maar liefst 38% van alle mobiliteitsbewegingen in de MRA wordt ondernomen met een recreatief of toeristisch motief.
Meer informatie: www.metropoolregioamsterdam.nl