Ook in Vlaanderen houdt belasting op vakanties de gemoederen bezig. Vastgoedmakelaars aan de Kust stellen vast dat tweede verblijvers almaar meer worden afgeschrikt door de aanhoudende stijging van taksen en lasten. Heel wat kustgemeenten zoeken zo extra inkomsten bij de tweede verblijvers, ten voordele van de eigen inwoners.
Die vaststelling wordt ondersteund door marktanalyse van de Confederatie van Immoberoepen (CIB Vlaanderen). Daaruit blijkt het volgende: terwijl de kustgemeenten de voorbije jaren 30 procent meer inkomsten puurden uit de taksen op tweede verblijven, daalde de opbrengst uit de personenbelastingen voor de eigen inwoners met bijna 6 procent. De sector roept de overheden dan ook uitdrukkelijk op om vastgoedinvesteringen in eigen land aantrekkelijk te houden.
Gezien de economische context heeft de CIB Vlaanderen er alle begrip voor dat gemeenten op zoek zijn naar extra inkomsten. Het wordt echter wel problematisch wanneer sommige kustgemeenten -waar het gros van de tweede verblijven te vinden is – voor hun inkomsten vooral inzetten op tweede verblijvers. Niet in het minst omdat deze groep voor 62% uit doorsnee gezinnen bestaat voor wie een eventuele prijsverhoging doorweegt op het budget.
12 miljoen extra
Uit onderzoek van de CIB-studiedienst blijkt dat de belastingverhoging op tweede verblijven substanieel hoger ligt dan die voor de eigen inwoners. Daartegenover staat dat de aanvullende personenbelasting in sommige gemeenten bijzonder laag is of zelfs onbestaande. Om tot die analyse te komen, werden de meest recente cijfers van de belastingopbrengsten (2012) van de kustgemeenten onder de loep genomen. Zo blijkt dat sinds 2007 de inkomsten uit de belastingen op tweede verblijven aan de Kust met 29,72% zijn toegenomen, terwijl de opbrengsten uit de aanvullende personenbelasting slechts met 1,4% stegen. Tussen 2007 en 2012 brachten de belastingen op tweede verblijven zo meer dan 12 miljoen euro extra in het laatje, de aanvullende personenbelasting iets minder dan 1 miljoen euro.
Indien Brugge niet wordt meegerekend, zijn de cijfers nog opvallender: dan stijgt de opbrengst uit de tweede verblijftaks in de kustgemeenten met meer dan 30%, terwijl de opbrengst uit de aanvullende personenbelasting met 5,86% daalde. Enkel in Blankenberge, Bredene en De Haan namen de opbrengsten van de aanvullende personenbelasting toe.
Om investeringen in eigen land aantrekkelijk te houden, hoopt CIB Vlaanderen dat zowel de lokale besturen als de Vlaamse en federale overheid op fiscaal vlak de nodige terughoudendheid aan de dag zullen leggen. De huidige tendens van een steeds hogere belastingdruk op tweede verblijvers – die in deze gemeenten electoraal weinig impact hebben – is niet houdbaar en zal in sommige gemeenten moeten worden teruggeschroefd. Alleen zo kan men de toeristische sector en lokale economie alle kansen blijven geven.
Buitensporige verhoging
In kustgemeenten zoals Bredene, Middelkerke, De Haan en De Panne werd besloten om de tarieven onder 650 euro te houden. Heel wat andere kustgemeenten hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de belasting op tweede verblijvers recent te verhogen. CIB Vlaanderen begrijpt dat deze bedragen na 7 jaar werden geïndexeerd, maar beschouwt een verhoging van 54% als buitensporig. Precies op dat vlak hoopt de sector dat de evenwichten opnieuw hersteld kunnen worden, zeker in de wetenschap dat er ook de komende jaren nog meer verhogingen gepland zijn.
Bron: persbericht CIB Vlaamse vastgoedmakalaars
Eén reactie
waarom is een tweede verblijfs belasting nodig, wij betalen in die gemeenten toch al het onze gewone onroerende voorheffing. waarom laten ze de dagtoeristen niet wat meer betalen,