De helft van de huishoudens met een inkomen van minder dan 1.750 euro netto per maand gaat dit jaar niet op vakantie. Dit blijkt uit de vakantiegeld-enquête 2015 van het Nibud. Van de huishoudens met een netto-inkomen boven 2.500 euro per maand gaat 14% niet op vakantie. Het continu vakantie onderzoek (CVO) liet eerder weten dat het totaal aantal zomervakantieplannen in Nederland dit jaar juist weer stijgt
De huishoudens met een laag inkomen die wel op vakantie gaan, gaan kort: hooguit een weekje. De hogere inkomens gaan doorgaans twee tot drie weken op vakantie. Het NIBU definieert vakantie in dit onderzoek niet als ‘zomervakantie’, maar gaat er van uit dat het merendeel van de mensen die één vakantie onderneemt, dat in de zomer doet. Het Nibud vindt het contrast tussen de inkomens groot en begrijpt de keuze van de lagere inkomens. Uit berekeningen van het Nibud blijkt dat deze inkomens bijna geen ruimte in hun budget hebben om op vakantie te gaan.
Kwart van de Nederlanders gaat niet op vakantie
Het Nibud ziet in het onderzoek dat 26% van de Nederlanders dit jaar thuis blijft. Onder hen zijn vooral huishoudens met een inkomen beneden modaal (minder dan 1.750 euro netto per maand). Ook alleenstaanden gaan het vaak niet op vakantie of weten het nog niet. De meeste mensen (31%) gaan 1 keer op vakantie. Dit zijn met name de mensen met een inkomen rond modaal (tussen 1.750 en 2.500 netto per maand). Voor twee keer of vaker op vakantie kiezen vooral de hogere inkomens. De meeste mensen, tweederde, gaan even vaak op vakantie als vorig jaar. Een kleine groep, 10%, zegt vaker te gaan en 24% gaat minder vaak. Vooral de lagere inkomens gaan minder vaak, 40% van hen.
Niet op vakantie en ook minder uitstapjes
Vrijwel iedereen (93%) maakt korte uitstapjes. Veel genoemde uitstapjes zijn bioscoop, de dierentuin, concerten/festivals en museum- en casinobezoek. Een uitstapje naar een pretpark kost een alleenstaande gemiddeld 60 euro per keer, de dierentuin 34 euro, een festival/concert 60 euro en de bioscoop 17 euro. Wel valt op dat mensen die niet op vakantie gaan ook minder uitstapjes maken dan mensen die wel op vakantie gaan. Binnen die laatste groep maakt 97% ook korte uitstapjes. Terwijl van de mensen die niet op vakantie gaan, 20% ook geen uitstapjes maakt.
Meeste mensen gaan twee weken op vakantie
Gemiddeld gaat de Nederlander ruim twee weken (16 dagen) op vakantie en dat kost gemiddeld 2.600 euro per huishouden. De inkomens beneden modaal gaan doorgaans een week (72% van hen) en geven gemiddeld 1.500 euro uit aan de vakantie. De hogere inkomens gaan twee tot drie weken (32% van hen) en zijn hier gemiddeld 4.000 euro aan kwijt.
Meeste mensen hebben vakantie al geboekt
Bij het afnemen van het onderzoek, eind mei, had 70% van de Nederlanders de vakantie al geboekt: zo’n half jaar tot een paar maanden geleden. Hoe langer geleden geboekt hoe vaker men spijt heeft van het bedrag dat men uitgeeft aan de vakantie. Driekwart van de mensen heeft vooraf uitgerekend of zij de vakantie konden betalen. Maar voor de uitgaven op vakantie wordt door driekwart van de mensen geen apart vakantiebudget aangelegd.
Hoogte vakantiegeld valt tegen
Voor 66% van de Nederlanders viel de hoogte van het vakantiegeld tegen. Met name de mensen met een inkomen rond modaal vonden dat. De meeste mensen gebruiken het vakantiegeld voor vakantie (43%). Ook wordt ermee gespaard (38%) en komt het op de grote hoop terecht (16%). De huishoudens die niet op vakantie gaan, gebruiken het vakantiegeld om mee te sparen, om schulden af te lossen en voor huishoudelijke uitgaven.
45% van de mensen met betalingsachterstanden gaat niet op vakantie
Zo’n 14% van de Nederlanders heeft betalingsachterstanden, onder andere bij de Belastingdienst, verhuurder of hypotheekverstrekker of bij de creditcardmaatschappij. 45% van hen gaat niet op vakantie. De anderen die wel gaan, betalen de vakantie met vakantiegeld (40%), van de lopende rekening (32%) en met een lening (17%). Het vakantiegeld wordt door 35% in zijn geheel gebruikt om de schulden af te lossen. 16% lost niets van zijn schulden af, 49% gebruikt de helft van het vakantiegeld daarvoor.
Bron: NIBUD, budgetvoorlichting
Ondertussen in Vlaanderen
In Vlaanderen kent men het decreet; Toerisme voor Allen Hierin speelt de overheid een actieve rol om een vakantie voor iedereen mogelijk te maken. Dat kan o.a. te maken hebben met weinig budget, maar ook fysieke toegankelijkheid val hier onder. Met de overheidsbudgetten die hiervoor zijn gereserveerd worden o.a. jeugdherbergen en hostels gebouwd en aanpassingen bij bedrijven gefinancierd. Een praktijkvoorbeeld wordt omschreven in artikel: Waarom Vlaanderen in hostels investeert