Jachthavens moeten ligplaatsen voor boten met het hoge BTW-tarief blijven belasten. Dat is de uitspraak van de Hoge Raad op vrijdag 21 september jl. na zeven jaar procesvoering tussen HISWA Vereniging en een aantal jachthavens versus de fiscus.
De rechter vergelijkt de verhuur van ligplaatsen voor boten met een parkeerplaats voor voertuigen. Dat betekent het hoge BTW-tarief van 21% per 1 oktober a.s. HISWA Vereniging vergelijkt een ligplaats in een jachthaven met een kampeerplaats op een camping. Daarvoor geldt het lage BTW-tarief van 6%. Jachthavens bieden vergelijkbare diensten en voorzieningen als kampeerterreinen aan, is de redenering. Gemeenten vinden dat ook en heffen daarom naast hotels en campings ook toeristenbelasting in jachthavens.
“De overheid meet met twee maten en toeristen draaien voor de kosten op”, aldus Geert Dijks, hoofd Branchebelangen bij HISWA Vereniging. Het Gerechtshof stelt dat een caravan bedoeld is om recreatief in te verblijven en een vaartuig tot doel heeft om te varen. Daarop voerde HISWA Vereniging aan dat er beter een vergelijking is met de eigenaar van een kampeerauto die op een camping voor 6% BTW een parkeerplaats op een camping huurt voor verblijf.
Geen eerlijke concurrentie
“Gelijk hebben is nog geen gelijk krijgen. De uitspraken van de rechters zijn gebaseerd op oude juridische standpunten uit 1978 en een Tweede Kamer-discussie uit 1987. Dat terwijl er ondertussen veel veranderd is en wij dat nadrukkelijk hebben aangegeven. Jachthavens hebben een enorme ontwikkeling doorgemaakt en zijn steeds meer een verblijfsaccommodatie voor watertoeristen”, aldus Dijks. De uitspraak van de rechter is zeer nadelig voor de concurrentiepositie van jachthavens. Het verschil met de in Europa omstreden BTW-vrijstelling van 300 Nederlandse verenigingsjachthavens wordt alleen maar groter. Nu er geen rechtsgang meer mogelijk is gaat HISWA Vereniging in gesprek met fractiespecialisten in de Tweede Kamer om te komen tot een eerlijk speelveld in de jachthavensector.
Bron: HISWA