Steeds hoger verwachtingspatroon voor sportverenigingen

Meer concurrentie, roep om professionalisering en hoge maatschappelijke verwachtingen. Dit zijn de uitdagingen van hedendaagse sportverenigingen, zo is een van de belangrijkste conclusies uit het boek ‘Sportverenigingen: tussen tradities en ambities’.

Sportmarkt
In Nederland vormen de ruim 25.000 sportverenigingen aangesloten bij NOC*NSF de ruggengraat van de sport. Het aantal verenigingsleden groeide de afgelopen jaren niet meer zo onstuimig als aan het eind van de vorige eeuw. Een trend die dan zichtbaar wordt, is dat er steeds meer mensen buiten de vereniging gaan sporten in fitnesscentra, sportscholen of gewoon zelf met vrienden gaan sporten. Dat leidt tot een afnemend marktaandeel van de georganiseerde sport dat nu tot onder de 50 procent is gedaald. Daarmee neemt de druk op bonden en hun verenigingen toe om te concurreren op de markt van sportaanbieders en door nieuwe productontwikkeling meer mensen aan te spreken. Dat leidt vaak tot de roep om meer professionalisering.

Maatschappelijke taken
Een tweede ontwikkeling is dat verenigingen aangesproken worden op maatschappelijke taken. Overheden en sportbonden verwachten van verenigingen dat zij een bijdrage leveren aan het oplossen van algemene maatschappelijke vraagstukken. Een flink deel van de ruim 25.000 clubs – in 2010 meer dan een kwart – zijn op een of meer van deze terreinen actief. Deze sportclubs gaan daarvoor verbindingen mat andere partners aan en ontwikkelen nieuwe ambitieuze initiatieven. Toch mag de waarde van de ‘traditionele’ door vrijwilligers gerunde clubs voor de sportparticipatie en sociale doelen niet worden onderschat. Bovendien menen niet alle verenigingen dat zij binnen de bestaande context nog meer taken op zich moeten nemen.

Complex en divers
De uitgevoerde studies leiden tot een genuanceerd beeld van de sportvereniging anno nu. Een organisatie gebaseerd op vrijwilligheid die in staat moet worden geacht om ‘tradities’ en ‘ambities’ succesvol te kunnen verbinden. Voor sommige verenigingen blijft het misschien een lastige spagaat, maar het boek laat zien dat anderen die oefening wel degelijk onder de knie krijgen.
Erik Lenselink die de bundel namens NOC*NSF in ontvangst nam citeerde met instemming een van de slotconclusies van de onderzoekers: “Misschien is de belangrijkste les van deze studie wel dat we de complexiteit en diversiteit van de Nederlandse sportwereld dienen te accepteren en als uitgangspunt (moeten) nemen voor de toekomst. En daarmee het beeld loslaten dat met één en dezelfde aanpak sturing van bovenaf of van onderaf mogelijk zou zijn.”

Sportverenigingen: tussen tradities en ambities is geschreven door Jan Boessenkool, Jo Lucassen, Maikel Waardenburg en Fons Kemper (red.) en uitgegeven bij Arko Sports Media te Nieuwegein. Het is ook via de boekhandel verkrijgbaar.

Bron: Mulierinstituut

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *