Natuurmonumenten past na een uitgebreide achterbanraadpleging haar omgang met bos en bomen aan. Diverse recreatiebedrijven zijn in natuurgebieden van Natuurmonumenten gevestigd.
De natuurvereniging maakt zich hard voor de groei van het totale bosoppervlak in Nederland met tienduizenden hectaren. Zelf gaat Natuurmonumenten minder bomen kappen. Bij het omvormen van voormalige productiebossen naar meer natuurlijke bossen, wordt het kapoppervlak teruggebracht van twee hectare naar maximaal een halve hectare. Wanneer boskap nodig is om open landschappen te herstellen, vanwege het behoud van bedreigde planten en dieren, wil Natuurmonumenten daar in de toekomst alleen nog aan meewerken als iedere gekapte boom gecompenseerd wordt.
Brede steun met kritische noten
Vanwege de maatschappelijke discussie over het kappen van bomen, besloot Natuurmonumenten in april tijdelijk te stoppen met iedere vorm van (voorbereiding van) bomenkap en bij haar achterban te rade te gaan over haar omgang met bos en bomen. Uit de raadpleging, ingevuld door bijna 10.000 mensen, blijkt in algemene zin dat er brede steun is voor het feit dat Natuurmonumenten haar natuurgebieden beheert en dat daarbij ook bomenkap aan de orde is. 78% vindt dat open landschappen zoals heide, duinen en stuifzanden bescherming verdienen. Bijna 80% vindt het goed dat Natuurmonumenten open plekken maakt in soortenarme voormalige productiebossen om de biodiversiteit te vergroten. Toch klinken er ook kritische noten en laat de enquête zien dat er in de achterban flink wat meningsverschillen zijn. Directeur Marc van den Tweel: “De discussie over bomenkap is complex en zeer divers. Het is aan ons als vereniging om recht te doen aan de stem van onze leden. Hoeveel meningen er ook zijn, uiteindelijk delen we dezelfde passie: het koesteren, beschermen en versterken van de Nederlandse natuur in al haar verscheidenheid.”
Minder kappen
Natuurmonumenten kiest ervoor om in de toekomst minder bomen te kappen. Bij het omvormen van voormalige productiebossen naar meer natuurlijk bos, worden exoten weggezaagd en ruimte gecreëerd voor soorten die in Europese bossen thuishoren. Natuurmonumenten brengt de maximale grootte van kapvlaktes nu terug van twee naar een half hectare. Bij het kappen van bos om open landschappen te vergroten of met elkaar te verbinden, zal Natuurmonumenten eerst kijken naar alternatieven en, nog meer dan in het verleden, het draagvlak in de streek meewegen.
Het grootste omvormingsproject dat nog op stapel stond, betrof het kappen van dertig hectare bos op de Sallandse Heuvelrug. Daardoor worden heidevelden verbonden met bloemrijke akkers. Insecten en vogels hebben daar profijt van. Hoewel het doel niet ter discussie staat, maakt Natuurmonumenten bij dit project een pas op de plaats. Van den Tweel: “In het licht van de discussie over boskap en het tegengaan van klimaatverandering vinden we het belangrijk om opnieuw te bekijken of de doelen ook met minder boskap kunnen worden behaald. We zijn hierover in gesprek met provincie Overijssel en Staatsbosbeheer.”
Lanen
Uit de raadpleging blijkt dat veel mensen moeite hebben met het kappen van laanbomen. 74% van de respondenten ziet liever dat individuele bomen worden vervangen wanneer ze ziek of dood zijn, dan dat een hele laan in een keer wordt vernieuwd. Natuurmonumenten kiest er daarom voor om lanen ouder te laten worden voordat verjonging aan de orde is. Zieke of dode bomen worden verwijderd, waardoor in lanen in de toekomst meer ‘gaten’ ontstaan. Lanen die onderdeel uitmaken van bijvoorbeeld een parktuin worden onderhouden. Maar in bossen, waar lanen vaak de oudste bomen uit het bos herbergen, wordt vaker geaccepteerd dat lanen op natuurlijke wijze aftakelen. In die situaties wordt vaker de keuze gemaakt om fiets- of wandelpaden om te leiden, zodat de veiligheid niet in het geding is en de laan het natuurlijke einde van zijn levenscyclus kan bereiken.
Meer bos
Veel leden (91%) vinden dat de overheid moet zorgen voor meer bos in Nederland en dat gekapt bos gecompenseerd moet worden. Natuurmonumenten onderschrijft die oproep van harte. Om de klimaatdoelstellingen te halen, is in Nederland meer bos nodig. Van den Tweel: “We verkennen mogelijkheden om zelf nieuwe bossen aan te leggen buiten onze bestaande natuurgebieden met steun uit het bedrijfsleven. En als er in de toekomst nieuwe projectplannen ontstaan voor boskap ten behoeve van open landschappen, dan wil Natuurmonumenten dat in die projecten op voorhand boscompensatie is geregeld. We gaan met het ministerie van LNV in gesprek om te zorgen dat, in de Bossenstrategie die de minister nu opstelt, de ambitie voor méér bos in Nederland stevig wordt verankerd.”
Hout uit het bos
Onder de achterban is brede steun (74%) voor de keuze van Natuurmonumenten om bij kapwerkzaamheden een deel van het dode hout in het bos achter te laten voor de biodiversiteit en een deel af te voeren en te verkopen. Bomenkap gebeurt bij Natuurmonumenten uitsluitend vanuit natuuroogpunt. Houtproductie en inkomsten uit houtoogst zijn voor Natuurmonumenten nooit een doel op zich. Op dit moment vormen de netto opbrengsten uit houtverkoop 0,4% van de inkomsten van Natuurmonumenten en dat aandeel zal in de toekomst verder dalen. Bij de verkoop van hout kiest Natuurmonumenten voor zo hoogwaardig mogelijke toepassing van het hout, waarbij het aanwezige koolstof zo lang mogelijk wordt vastgelegd. Om die reden stopt Natuurmonumenten dit jaar nog met de verkoop van haardhout aan particulieren. Een deel van het vrijgekomen hout gaat op dit moment naar biomassacentrales. De verbranding daar is efficiënter en schoner dan in particuliere houtkachels of open haarden. Niettemin gaan we voor het resthout dat nu naar biomassacentrales gaat de komende jaren actief op zoek naar andere, duurzamere (kringloop) toepassingen.
Laat de natuur met rust?
Een paar honderd respondenten liet in de spontane antwoorden weten dat Natuurmonumenten de natuur vooral met rust moet laten. Van den Tweel: “Het motto ‘kappen met kappen’ doet geen recht aan de werkelijkheid en aan de waarde van onze Nederlandse natuurgebieden. Als je open landschappen wilt behouden, moet je beheren. Zelfs als Natuurmonumenten niets doet, laten de mensen de natuur niet met rust. Nederland hoort tot de landen met de hoogste stikstofuitstoot ter wereld. Onze bodems zitten vol met fosfaat. Natuurgebieden hebben te maken met instroom van pesticiden en andere verontreinigende stoffen. Daarbij komt: slechts 14% van ons landoppervlak is beschermde natuur. Daarmee zijn we een mondiale hekkensluiter. In Nederland en wereldwijd voltrekt zich een biodiversiteitscrisis die qua ernst niet onderdoet voor de klimaatcrisis. Oproepen om totaal te stoppen met kappen doen geen recht aan de afwegingen die natuurbeheerders moeten maken in hun strijd om kwetsbare planten en dieren te beschermen. Gelukkig blijken de meeste leden die complexiteit ook te begrijpen en te steunen.”
Achtergrond
Het debat dat de afgelopen maanden ontstond rondom bomenkap laat zien hoe groot de betrokkenheid is van veel mensen bij de natuur. Dit debat gaat ook Natuurmonumenten niet ongezien voorbij. Natuurmonumenten is een vereniging met 720.000 leden en donaters en 206.000 kinderen van OERRR, en besloot in april 2019 om tijdelijk te stoppen met (het voorbereiden van) bomenkap. In mei en juni ging zij te rade bij haar leden. De raadpleging bestond uit verschillende onderdelen. Een online enquête werd door 9.992 mensen ingevuld. Leden van de provinciale ledencommissies werden bevraagd via een speciaal ingestelde klankbordgroep. En in drie bosgebieden vonden ‘meedenk-excursies’ plaats. Daarnaast is gebruik gemaakt van alle berichten, oproepen en hartenkreten die betrokken leden deelden via post, social media en telefoon. Dit alles heeft geleid tot een aanpassing van onze omgang met bos en bomen.
Meer informatie: www.natuurmonumenten.nl