Op 30 en 31 mei vindt het Kinderboerderijenweekend voor de 23e keer plaats, waarin speciale aandacht besteed wordt aan de kinderboerderijen en dierenweides. Deze bijzondere, succesvolle en laagdrempelige attracties maken contact mogelijk tussen grote en kleine dieren en kinderen. De kinderboerderijen, die meestal gratis toegankelijk zijn, hebben wel de nodige financiële zorgen.
Economisch lastige periode
Op kinderboerderijen vinden allerlei ontmoetingen plaats, maar niet alleen met de dieren. Ook mensen uit de wijk ontmoeten elkaar. En niet te vergeten: scholen, stagiaires en cliënten uit zorginstellingen. Ze komen allemaal samen op de kinderboerderij! Met het kinderboerderijenweekend vragen de organisatoren om er (heel) even bij stil te staan dat de kinderboerderij eigenlijk best bijzonder is. Bezoekers aan het weekend worden opgeroepen om eens een ijsje met de kinderen of een kop koffie te bestellen. Dat is voor deze organisaties een manier om een centje bij te verdienen. Ook donaties vormen een onderdeel van de inkomstenbron. Veel kinderboerderijen beleven op dit moment een economisch zware periode.
Vooral een stedelijke attractie
Kinderboerderijen bevinden zich meestal in grote en middelgrote steden. In Nederland zijn meer dan 500 kinderboerderijen en dierenweides. Ze zijn vaak opgericht als lokaal initiatief vanaf de jaren vijftig toen Nederland steeds verder verstedelijkte, met als doel om kinderen (en volwassen) in contact te kunnen blijven brengen met de boerderijdieren en te leren waar ons voedsel vandaan komt. Door deze ontstaansgeschiedenis zijn de kinderboerderijen zeer divers. Er zijn hele grote kinderboerderijen, maar ook hele kleine. Kinderboerderijen die niet toegankelijk zijn voor het (grote) publiek – maar wel openbaar zijn- zijn meestal dierenweides.
Het kinderboerderijenweekend wordt georganiseerd door Vereniging Samenwerkende Kinderboerderijen Nederland.