Museumjaarkaart goed voor 4 miljoen bezoeken in 2010

Uit het jaarverslag van de museumjaarkaart blijkt dat de 750.000 museum jaarkaarthouders in 2010 zo’n 4 miljoen keer een museum bezochten. Het aantal kaarthouders lag daarmee 12% hoger dan in 2009. De uitkering per bezoek is gestegen van 67% in 2009 tot 70% in 2010.

Museum van Speelklok tot Pierement, Utrecht

Siebe Weide, directeur van de Museumvereniging, is opgetogen: ‘Ondanks, of misschien wel dankzij de economische crisis blijft de Museumkaart enorm populair. Elk jaar groeit het aantal Museumkaarthouders. Eind 2010 waren er meer dan 750.000. Zij brachten in 2010 bijna 4 miljoen bezoeken aan de ± 400 musea waar de kaart geldig is. Dat is bijna een kwart van het totale bezoek aan deze musea, een kleine 17 miljoen in 2010. Een goede vergoeding voor de bezoeken met de kaart is voor de musea erg belangrijk.’ Het bezoek aan alle Nederlandse musea in 2010 schommelt rond de 20 miljoen. De Museumkaart is een instrument dat herhalingsbezoek aan musea stimuleert en bezoekers meer bij musea  betrekt. Met de kaart is de drempel om een museum te bezoeken voor veel mensen beduidend lager. ‘De Museumkaart is daarom van groot belang voor musea,’ aldus Weide.

Museumkaarthouders kunnen op vertoon van hun kaart de 400 deelnemende musea gratis bezoeken. De musea krijgen al die bezoeken daarna door Stichting Museumkaart vergoed. Aan het einde van het jaar deelt de Stichting Museumkaart alle inkomsten door het totaal aantal Museumkaartbezoeken, wat een absoluut gemiddeld uitkeringsbedrag oplevert. Door het goede jaar krijgen de musea over 2010 maar liefst 70% van hun gemiddelde entreeprijs uitgekeerd, tegenover 67% in 2009. De Stichting Museumkaart ontvangt geen subsidie en is – op een structurele bijdrage van de BankGiro Loterij na – volledig afhankelijk van de inkomsten uit de kaartverkoop.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *