Kortebaandraverijen in gevaar door nieuwe wetgeving kansspelen

Een oude vorm van recreatief vermaak, de kortebaandraverij, dreigt ten onder te gaan aan nieuwe wetgeving. De oorzaak is nieuwe wetgeving rond o.a. de kansspelbelasting.

Kortebaandraverij Heemskerk

De wet treft de paardensport niet rechtstreeks, maar door een onbedoeld neveneffect. Runnerz, de legale aanbieder van het wedden op paarden, draagt een fors deel van de wedopbrengsten af aan de draf- en rensport. Voor de kortebaandraverijen, een bijzondere tak van deze sport met jaarlijkse koersen in bijna 30 plaatsen in Nederland, gaat het om ca. € 150.000 op een wedomzet van bijna € 1 miljoen. De nieuwe wet legt de totalisatorexploitant een zware belastingverhoging op, waardoor er vanaf medio 2020 geen geld meer overblijft om de sport te ondersteunen. De totalisatorkassa’s dreigen op de kortebanen zelfs helemaal te verdwijnen.

Staatssecretaris Menno Snel (D66) heeft de Tweede en Eerste Kamer, bij het aannemen van de wet, toegezegd de schade voor de sport in overleg zoveel mogelijk te beperken. Uit dit overleg blijkt nu echter dat het ministerie de draf- en rensport in feite doorverwijst naar NOC*NSF, dat de fondsen verdeelt die de Nederlandse Loterij (o.a. uit de Toto) aan verschillende sporten afdraagt. De afdrachten van dit staatsbedrijf staan door de nieuwe wet eveneens onder druk, en daarvoor heeft de staatssecretaris € 3,2 miljoen aan compensatie beschikbaar. Er is echter nog niets bekend over hoe hetzelfde probleem voor Runnerz en de draf- en rensport wordt opgelost. De Stichting NDR, die de grotere drafbanen vertegenwoordigt, kan misschien (evt. indirect, via de hippische sportbond KNHS) aspirant-lid worden van NOC*NSF om zo ook toegang krijgen tot een compensatie. Voor de Kortebaanbond is directe aansluiting vrijwel uitgesloten.

Voorzitter Gerard Post Uiterweer van de Kortebaanbond: “Onze leden zijn vrijwilligersorganisaties die eens per jaar, veelal als onderdeel van een groter geheel, een kortebaandraverij organiseren. Een vorm van cultureel erfgoed die in tientallen gemeenten massa’s publiek op de been krijgt. De sportieve organisatie besteden wij uit aan de Stichting NDR. Dus om onszelf als sportbond te afficheren gaat echt te ver. Voor sommige van onze leden betekent de nieuwe wetgeving een strop van meer dan tienduizend euro per jaar en op de vraag wie óns compenseert krijgen wij van de ambtenaren van Financiën geen enkel antwoord. Wij zijn wel klant maar géén onderdeel van de NDR. Die maakt zich ook sterk voor ónze belangen, maar is begrijpelijkerwijs meer gefocust op de vaste draf- en renbanen. Dus achterop de sulky met de NDR meerijden en hopen dat er ook voor ons nog wat overblijft geeft weinig reden tot optimisme.”

De Kortebaanbond bevindt zich in een lastige positie bij de onderhandelingen over beperking of compensatie van de gevolgen van de nieuwe wetgeving. Ten eerste treft de belastingverhoging de organisatie niet rechtstreeks, maar indirect. Verder is er wel sterke overlap met de belangen van de NDR, maar is de organisatie financieel volledig zelfstandig. De bond heeft ervoor gepleit de donaties aan de sport, het ‘goede doel’, in mindering te brengen op de grondslag voor de kansspelbelasting. Daar wil het ministerie echter niets van weten. Zo lijken de kortebaandraverijen letterlijk het lijdend voorwerp te worden. Bij het onvermijdelijk wegvallen van de kassa’s op de kortebanen dreigt het wedden op paarden weer in handen te komen van illegale bookmakers, precies het tegenovergestelde van wat de overheid wil bereiken.

De nieuwe wetgeving heeft de grootste consequenties voor de kortebaandraverijen waar de wedomzetten het hoogst zijn, omdat de afdracht procentueel wordt berekend. Wie zich nu inspant voor een hoge wedomzet, krijgt daar dus een extra hoge afdracht voor terug. De Kortebaanbond voorziet dat een aantal draverijen de prijzengelden zal moeten verlagen, waardoor deelname voor eigenaren en trainers van drafpaarden minder interessant wordt. Post Uiterweer: “Dan zullen er kortebanen afvallen en naarmate dat gebeurt zullen er ook steeds minder kortebaanpaarden overblijven. Zelfs als er voor de grotere drafbanen via NOC*NSF wél een compensatie komt, maakt de staatssecretaris onbedoeld zo toch korte metten met de kortebaan. Een ramp, niet alleen voor de kortebanen, maar voor de hele drafsport in Nederland.”

Meer informatie: www.kortebaanbond.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *