Staatssecretarissen Zijlstra (OCW) en Bleker (EL&I) hebben elf Nederlandse erfgoederen aangemeld voor de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Ze nemen het advies van de Commissie Herziening Voorlopige Lijst werelderfgoed over door deze erfgoederen op de Voorlopige Lijst te zetten.
De elf inzendingen zijn:
- Het Bonaire Marine Park,
- Het Eise Eisinga Planetarium in Franeker,
- De nederzettingen Veenhuizen, Frederiksoord en Wilhelminaoord van de Koloniën van Weldadigheid in Drenthe,
- De Nieuwe Hollandse Waterlinie,
- De Noordoostpolder,
- Het Plantagesysteem West Curaçao,
- Het Sanatorium Zonnestraal in Hilversum,
- Het Teylers gebouw in Haarlem,
- De Van Nellefabriek in Rotterdam,
- De Romeinse rijksgrens Limes
- en het eiland Saba.
Toeristische trekpleister
Een plaats op de Voorlopige Lijst levert niet direct subsidie op. Het betekent wel dat het Rijk en de betrokken overheden zich committeren om een inspanning te leveren om deze bijzondere culturele elementen te beschermen. Plaatsing op de lijst kan een impuls geven aan het toerisme; “Een plaats op de Werelderfgoedlijst betekent een wereldwijde erkenning van de culturele en natuurlijke waarde van een gebouw, plaats of gebied. Het vertelt het verhaal van de Nederlandse geschiedenis, is een bekroning op jarenlang zorgvuldig beheer en versterkt de toeristische aantrekkingskracht,’’ aldus staatssecretaris Zijlstra.
De volgende stappen
De elf bijzondere plekken zijn nu met een toelichting ingediend bij de Unesco. Het Werelderfgoedcomité van UNESCO besluit of het de erfgoederen opneemt op de werelderfgoedlijst.
De komende jaren worden als eerste drie de Van Nellefabriek, het Teylers en het plantagesysteem West Curaçao voorgedragen. Tot nu toe staan er negen erfgoederen uit Nederland en Curaçao op de Werelderfgoedlijst. Als laatste zijn het natuurgebied de Waddenzee en de Amsterdamse grachtengordel opgenomen.
Meer informatie: