In 2020 vonden er uiteindelijk 190 festivals (17% van de forecast voor 2020) plaats, met bij elkaar slechts 1,4 miljoen (5% van de forecast voor 2020) bezoeken. Dat blijkt uit de Festival Monitor van bureau Respons.
De helft van het aantal festivals in 2020 vond bovendien in de pre-coronamaanden (tot en met medio maart 2020) plaats. In die periode werden vrijwel alle bezoeken van 2020 gerealiseerd. Respons becijferde onlangs een omzetderving van 90% (€ 2 miljard) voor de gehele publieksevenementensector in 2020.
Vóór Corona was de festivalsector op recordkoers
De rampzalige cijfers van 2020 staan in schril contrast tot de recordcijfers van 2019. Bestedingen van bezoekers (o.a. tickets, eten & drinken) kwamen in 2019 uit op € 961 miljoen en braken bijna door de magische grens van €1 miljard euro. De brutorecette steeg in 2019 naar een recordhoogte van € 300 miljoen en bijna 10 miljoen verkochte tickets.
Financiers van festivals
In 2019 gaven publieke en private instellingen en bedrijven € 98,2 miljoen uit aan kunst- en festivals. Dat is 5% meer dan in 2018. In de periode 2015 – 2019 namen de publieke en private bijdragen met bijna 40% toe. Met ruim € 9 miljoen is Heineken de grootste festivalfinancier van Nederland. De diverse merken van de bierbrouwer worden getapt op 240 festivals. Heineken heeft contracten met o.a. ID&T en Mojo. Grolsch (€ 2 miljoen) en Coca-Cola (€ 1,8 miljoen) volgen op afstand.
Via de culturele basisinfrastructuur (BIS) gaf het Ministerie van OC&W in 2019 € 8,1 miljoen uit aan 8 festivals. Het hoogste bedrag ging naar het Amsterdamse Holland Festival (€ 3,2 miljoen). De gemeente Rotterdam is met € 7,3 miljoen (€ 11,30 per inw.) zowel in absolute bedragen als in subsidie per inwoner, de grootste lokale festivalfinancier. Amsterdam (€ 5,5 milj./€ 6,40 per inw.) en Den Haag (€ 4,3 milj./€ 8 per inw.) zijn de runners up. Het Fonds Podiumkunsten ondersteunde in 2019 68 festivals voor een totaalbedrag van € 6,4 miljoen. De andere 5 rijksfondsen gaven tezamen € 3,5 miljoen aan bijna 60 festivals uit.
Bron en meer informatie: www.respons.nl