De toerismesector heeft een aanzienlijke ecologische footprint, blijkt uit onderzoek van het CBS. In het rapport zijn de gevolgen van binnenlandse en buitenlandse vakanties op één grote hoop gegooid. Uit navraag blijkt dat de luchtvaart (uitgaand en inkomend toerisme) zeer zwaar meeweegt in de aspecten broeikasgassen, fijnstof en energieverbruik. De foodservice (horeca) draagt weer relatief veel bij aan verbruik van water, energie en biomassa.

De toerismesector droeg tussen 2015 en 2022 gemiddeld 4 procent bij aan de toegevoegde waarde van de Nederlandse economie. Waarbij het CBS de toerismesector bekijkt op basis van uitstoot per bedrijf. In de luchtvaart bijvoorbeeld wordt een deel van de uitstoot (toeristisch vervoer) toegerekend aan de toerismesector. Zakelijke en goederenvervoer vallen er weer buiten.
Het aandeel in het gebruik van drinkwater, biomassa en energie en in de uitstoot van broeikasgassen was in deze periode groter dan de bijdrage aan de economie. Voor andere vormen van milieu-impact, zoals de productie van afval of emissies van fijnstof, was het aandeel van toerisme juist lager.
Vooral op het gebied van watergebruik is de milieu-impact van de toerismesector relatief groot. De sector was in de periode van 2015 tot en met 2022 verantwoordelijk voor 9 procent van het totale drinkwaterverbruik door bedrijven. Daarnaast verbruikte het 6 procent van de biomassa, met name door de verkoop van voedsel in de horeca.
Verder kwam 6 procent van het netto energieverbruik van bedrijven voor rekening van de toerismesector. Ook leidden activiteiten van de sector in die periode tot 5 procent van de broeikasgasemissies. Denk bijvoorbeeld aan de uitstoot door de luchtvaart en de horeca.
De toerismesector draagt relatief veel bij aan milieubelastingen en –heffingen, met name door energiebelasting en accijnzen.
Uitstoot broeikasgassen toerisme nog niet op niveau van voor coronacrisis
Toerisme droeg in 2020 en 2021 veel minder bij aan de economie en de milieudruk dan in de periode voor de coronacrisis. In 2022, het jaar waarin de laatste coronamaatregelen werden afgeschaft, kwam de toegevoegde waarde van de toerismesector uit op 3,5 procent van de totale Nederlandse economie. Dat is 0,8 procent lager dan in 2018. Het aandeel van de toerismesector in de Nederlandse economie liet tot 2018 nog een stijging zien.
De coronamaatregelen hadden grote invloed op het gedrag van toeristen en dus ook op de milieu-impact van de sector. In 2022 viel de milieu-impact vergeleken met 2018 lager uit voor een aantal indicatoren zoals biomassagebruik, uitstoot van broeikasgassen en fijnstofemissies. Het biomassaverbruik daalde van 7,2 procent in 2018 naar 5,9 procent in 2022. Was het aandeel van de broeikasgasemissies in 2018 nog 6,2 procent, in 2022 was dit gedaald naar 5,1 procent. Fijnstofemissies namen in die periode af van 1,9 procent naar 1,5 procent van het totaal.
De toerismesector herstelde zich in 2023. De bijdrage aan de Nederlandse economie bedroeg toen 3,8 procent. Dat is meer dan in 2022.
Het is goed dat er onderzoek wordt gedaan naar de ecologische footprint van de toerismesector door het CBS. Daarmee kun je monitoren op welke vlakken er relatief veel wordt uitgestoten – en waar dus veel milieuwinst is te boeken. Helaas zit daarin ook een beperking in dit onderzoek. Er worden geen grote vervuilende onderdelen aangewezen. De luchtvaartsector, die een groot deel van de footprint veroorzaakt, wordt in dit onderzoek bijvoorbeeld niet uitgesplitst. Voor de verblijfsrecreatie zal ongetwijfeld een zwembad zwaar drukken op het watergebruik. Deze ‘bronnen’ worden in het onderzoek niet met name genoemd. De relatief hoge belasting van ‘biomassa’ in de horeca roept de vraag op of het alternatief van thuis eten daarop niet in mindering moet worden gebracht. Mensen moeten toch eten?
duiding Pretwerk
Bron en meer informatie: www.cbs.nl