In 2022 waren 3,4 miljoen mensen lid van de bibliotheek. Dat is iets meer dan een jaar eerder, toen ging het om ruim 3,3 miljoen leden. Vergeleken met 2019 ligt het aantal leden echter 0,2 miljoen lager. Het aantal mensen dat lid is van de bibliotheek daalt langzaam de laatste jaren.
Nieuwe rol voor bibliotheken
Op de website van koepelorganisatie Koninklijke Bibliotheek (KB)wordt meer duiding gegeven aan de ontwikkelingen bij de Nederlandse bibliotheken. Zo hebben bibliotheken al jaren last van de trend ‘ontlezing’; mensen lezen steeds minder vaak langere teksten.
Uit de gegevens over 2022 (KB) blijkt dat de bibliotheek haar positie als centrale ontmoetingsplaats juist steeds meer versterkt. Zo organiseerden bibliotheken in 2022 meer activiteiten dan ooit tevoren: 247 duizend. Ook het aantal bezoeken nam toe tot 50,3 miljoen. In 2021 waren dat er op het dieptepunt van de coronatijd 31,3 miljoen.
Gezinnen en jongeren
In een kwart van alle huishoudens is minimaal één persoon lid van de bibliotheek. Dit aandeel ligt bij paren met kinderen het hoogst (57 procent). In 41 procent van de eenouderhuishoudens had tenminste één persoon een bibliotheekpas.
Gemiddeld is 1 op de 5 mensen lid van de bibliotheek. Jongeren zijn veel vaker lid dan volwassenen. Het lidmaatschap neemt toe zodra kinderen naar school gaan. Zo was 58 procent van de 4- tot 9-jarigen lid van een openbare bibliotheek. Dat loopt op tot bijna 70 procent onder 9- tot 15-jarigen. Daarna zakt het weer iets terug tot 58 procent bij de 15- tot 18-jarigen. Tot 18 jarige-leeftijd is het lidmaatschap gratis, terwijl volwassenen voor hun lidmaatschap betalen. Vanaf 18-jarige leeftijd is minder dan 8 procent lid van de bibliotheek.
Het dashboard van de KB maakt ook duidelijk dat bepaalde groepen minder goed bereikt worden. Met name onder huishoudens met een laag inkomen en onder inwoners met een niet-Nederlandse Europese herkomst bevinden zich relatief weinig bibliotheekleden. Ook zijn mannen minder vaak lid dan vrouwen. Vooral onder volwassenen is dit verschil groot: 1 op de 25 mannen is lid van de bibliotheek, tegenover 1 op de 9 vrouwen. Daarnaast zijn vmbo-leerlingen minder vaak lid dan havo- en vwo-leerlingen.
Meer informatie: