In Nederland stond de kermiscultuur al wat langer op de Unesco lijst van immaterieel erfgoed. Tijdens de Unesco vergadering van 4 december 2024 werden nu ook de Belgische en Franse kermiscultuur toegevoegd aan de erfgoedlijst.
“Eindelijk krijgen de foorkramers erkenning voor hun werk, de eeuwenoude tradities en het soms zware, nomadische leven”, klinkt het bij de onderzoekers van Science at the Fair (UAntwerpen).
Zie ook: Kermiscultuur in Nederland op de Unesco lijst voor immaterieel erfgoed
In België worden er maar liefst 2000 kermissen per jaar georganiseerd. Naar de kermis gaan is volkscultuur pur sang en zit al sinds de middeleeuwen ingebakken in het sociale weefsel. Kermiscultuur heeft een enorme maatschappelijke waarde voor steden en gemeentes, bezoekers, maar ook voor de foorkramers die alles mogelijk maken. De kermis is als een dynamische traditie voortdurend in beweging. De attracties en bezienswaardigheden evolueren en weten zo steeds nieuwe generaties aan te spreken.
De kermis vroeger en nu
Vandaag kennen we de kermis vooral als verzameling van mechanische attracties. Vroeger was de foor ook dé plek om bij te leren over anatomie, geneeskunde, aardrijkskunde, geschiedenis en nieuwe technologie. “Theatershows op de grens van magie en populaire wetenschap stonden zelfs centraal op het kermisplein. Ze waren opgesteld naast reizende anatomische en etnografische musea, kijkkasten, panorama’s en vanaf 1900 ook cinema”, vertelt Nele Wynants, professor aan UAntwerpen en coördinator van het onderzoeksproject Science at the Fair (www.SciFair.eu).
De foorreizigers kwamen tegemoet aan de grote belangstelling voor spektakel en wetenschap. Ze pasten voortdurend hun attracties en voorstellingen aan om aan de behoeften van de tijd te voldoen. De kermis was voor elke laag van de bevolking toegankelijk. “In de negentiende eeuw kon slechts een minderheid lezen en moderne communicatiemedia waren nog niet voorhanden. De jaarlijkse kermis was dan hun belangrijkste bron van kennis en informatie”, gaat professor Wynants verder.
Rondreizende families houden traditie in eer
Dat UNESCO de kermiscultuur erkent, betekent enorm veel voor de 1200 actieve foorreizigers in België. “Eindelijk krijgen zij erkenning voor hun werk, de eeuwenoude tradities en het soms zware, nomadische leven”, vertelt onderzoeker Eva Andersen. “Deze mensen vormen bij wijze van spreken één grote familie en zijn een hechte gemeenschap met hun eigen gebruiken en gewoonten. Ze zijn vaak aan elkaar verwant, aangezien de meesten al generaties lang in de voetsporen van hun ouders treden om het beroep verder te zetten.”
Bron en meer informatie: www.uantwerpen.be/en/projects/science-at-the-fair