Het is nog steeds onduidelijk waar gemeenten de opbrengst van de toeristenbelasting aan besteden. Dat blijkt uit een recente peiling van de ANWB onder 100 gemeenten. Zes van de tien gemeenten kunnen niet aangeven waar de toeristenbelasting precies naar toe gaat. De ANWB wil dat gemeenten duidelijk gaan aangeven dat de opbrengsten van de toeristenbelasting ten goede komen aan de voorzieningen die een toerist gebruikt.
De toerist is een klant en die moet weten waar die aan toe is, aldus de ANWB. Hierdoor ontstaat er een relatie tussen het betalen van de belasting en de genoten diensten. Helaas blijkt uit de peiling dat de opbrengsten veelal gaan naar de zogenaamde ‘algemene middelen’ in de gemeentebegroting. Hierdoor is niet eenvoudig te zeggen waar dit geld exact naartoe gaat.
Gemeenten die wel kunnen aangeven waar bezoekers voor betalen laten weten dat het vaak gaat om een bijdrage aan VVV-informatiepunten, onderhoud van strand- of recreatiegebieden, wandel- en fietspaden, promotie van het lokale toerisme en evenementen.
Wanneer iemand dit jaar gaat kamperen in Nederland dan betaalt hij gemiddeld € 0,77 per persoon per nacht. Twee weken weg met een gezin in Nederland kost dan € 43 aan belasting. Voor een hotelbezoek ligt dit nog hoger. Het gemiddeld tarief ligt op € 0,95, maar in de grote steden betaalt de bezoeker al snel drie keer zo veel.
Bron: ANWB