30% meer recreatieve fietskilometers in ‘coronajaar 2020’

In coronajaar 2020 hebben Nederlanders gemiddeld 254 kilometer per persoon recreatief gefietst, zo blijkt uit een analyse van CBS-cijfers door BOVAG. Dat is een stijging van ruim 30 procent ten opzichte van 2019, toen er gemiddeld 195 recreatieve fietskilometers werden afgelegd.

Het totale fietsgebruik nam in 2020 met 13 procent af in vergelijking met 2019, tot gemiddeld 966 kilometer per persoon van 12 jaar of ouder. In 2019 werd gemiddeld 1.112 kilometer per persoon gefietst. De fiets werd logischerwijs veel minder gebruikt voor woon-werkverkeer, aangezien thuiswerken het devies was als gevolg van corona. De woon-werkkilometers namen dan ook af met een derde tot gemiddeld 172, terwijl in 2020 ook nog eens bijna 40 procent minder naar school en opvang werd gefietst (van 140 kilometer per persoon in 2019 naar 85 vorig jaar). Richting uitgaansgelegenheden, verenigingen, sportaccommodaties etc. namen de fietskilometers met bijna 19 procent af -tot 181 kilometer- en voor winkelbezoek werd de tweewieler met een afname van 5,5 procent afgelopen jaar slechts marginaal minder gebruikt dan in 2019.

Mountainbikes en racefietsen

Het aandeel van recreatieve kilometers in het totale fietsgebruik steeg van 17,5 procent naar meer dan 26 procent. Gevolg van de coronamaatregelen was dat sportscholen de deuren moesten sluiten en sporten in verenigingsverband lange tijd ook niet mogelijk was. Bovendien was er veel onzekerheid over vakanties en waren veel dagattracties op slot. Dat zorgde ervoor dat fietsen razend populair werd, van recreatieve tochten met de e-bike als ‘uitje’ tot sportief wielrennen en mountainbiken om fit te blijven. In 2020 werden -volgens bureau GfK in opdracht van BOVAG en RAI Vereniging- dan ook 547.000 nieuwe elektrische fietsen verkocht, oftewel de helft van de totale fietsverkoop en 30 procent meer dan in 2019. Daarnaast werd vorig jaar de verkoop van 58.000 nieuwe mountainbikes en 49.000 racefietsen gerapporteerd, terwijl tweedehands nog eens 116.000 e-bikes, 30.000 mountainbikes en 23.000 racefietsen werden aangeschaft.

Regionale verschillen

Op regionaal niveau zijn er grote verschillen in het fietsgebruik. Zeeland is de enige provincie waar de inwoners in 2020 meer kilometers fietsten dan in 2019; het gemiddelde aantal kilometers per persoon steeg daar met 10 procent tot 1.255. Daarvan waren 389 kilometers recreatief, eveneens het hoogste aantal van alle provincies. De inwoners van Flevoland fietsten vorig jaar in totaal slechts 672 kilometer, maar dat was van alle provincies met een min van 5 procent dan wel weer de kleinste daling ten opzichte van 2019. De inwoners van Noord-Holland fietsten vorig jaar 241 kilometers met recreatieve doeleinden en in Zuid-Holland was dat 242 kilometer, respectievelijk 61 en 55 procent meer dan in 2019. Van en naar onderwijs en opvang werd in Limburg vorig jaar slechts 52 kilometer gemiddeld per persoon gefietst, terwijl dat in Overijssel 130 kilometer per persoon was. In Drenthe werd vorig jaar 156 kilometer per persoon naar winkels gefietst, in Limburg slechts 82.

CIJFERS PER PROVINCIE:
 
Groningen
Het totale aantal fietskilometers daalde in 2020 in Groningen ten opzichte van 2019 met ruim 18 procent, van 1.270 kilometer gemiddeld per persoon van 12 jaar en ouder naar 1.040. Het woon-werkverkeer daalde minder hard dan het landelijke gemiddelde van 32,5 procent, met ruim 21 procent tot 206 kilometer per persoon in 2020. Het aantal recreatieve fietskilometers bedroeg vorig jaar 286, cijfers hiervan over 2019 heeft het CBS niet beschikbaar.

Friesland
De Friezen fietsten in 2020 slechts marginaal minder dan in 2019; het totale fietsgebruik daalde met minder dan 6 procent tot 950 kilometer per persoon en het woon-werkverkeer met minder dan 10 procent tot 157 kilometer. Het recreatieve fietsgebruik steeg ruim 18 procent tot 234 kilometer, terwijl in Friesland de grootste daling werd genoteerd voor het fietsen naar winkels: een min van bijna 21 procent, van 149 naar 118 kilometer per persoon per jaar.

Drenthe
Van alle provincies noteerde Drenthe in 2020 de grootste stijging in het gebruik van de fiets voor winkelbezoek, namelijk van 117 kilometer per jaar naar 156 kilometer, oftewel een derde meer. De totale fietskilometers daalden met nog geen 9 procent tot 1.036, waarvan 293 recreatieve kilometers. Met een daling van bijna 32 procent kende Drenthe de grootste daling voor wat betreft fietsen naar uitgaansgelegenheid of verenging c.q. sportaccommodatie: van 199 naar 136 kilometer.

Overijssel
Hoewel het totale aantal fietskilometers in Overijssel in 2020 ten opzichte van 2019 met bijna 16 procent harder daalde dan het landelijke gemiddelde van min 13 procent, stegen de recreatieve kilometers met 38 procent tot 277 per persoon per jaar. Met totaal 1.282 kilometer per persoon per jaar was Overijssel in 2019 nog koploper, in 2020 was daar nog 1.079 kilometer van over. Van en naar onderwijs en opvang daalden de fietskilometers met 27 procent van 178 naar 130. De woon-werkkilometers daalden met dik 45 procent van 316 tot 173.

Flevoland
De daling in het totale fietsgebruik was met ruim 5 procent in Flevoland afgelopen jaar ten opzichte van 2019 het kleinst van alle provincies, maar in Flevoland wordt dan ook veruit het minst gefietst met slechts 672 kilometer per persoon per jaar in 2020. Ook het aantal fietskilometers voor woon-werkverkeer was zowel in 2019 (130 kilometer) als vorig jaar (105 kilometer) in Flevoland het laagst van alle provincies.

Gelderland
In Gelderland daalde het totale aantal kilometers per persoon per jaar met 16,5 procent van 1.226 in 2019 naar 1.024 vorig jaar. Het recreatieve gebruik van de fiets steeg tot 283 kilometer, oftewel ruim 28 procent meer dan in 2019. Voor woon-werkverkeer daalden de fietskilometers met 31 procent en van en naar onderwijs en opvang met bijna 40 procent. Om winkels te bezoeken werd in Gelderland vorig jaar ruim 15 procent minder gefietst dan in 2019.

Utrecht
Van en naar het werk fietsten de Utrechters in 2019 nog 319 kilometer per persoon en dat daalde vorig jaar met meer dan 40 procent tot 191 kilometers. Ook richting onderwijs en opvang werden 40 procent minder kilometers per fiets afgelegd. Fietsen naar winkels werd in Utrecht wél vaker gedaan en die kilometers stegen van 139 naar 147 per persoon, terwijl het recreatief fietsen met ruim 30 toenam tot 241 kilometer.

Noord-Holland
Voor zover vergelijkende data van het CBS per provincie beschikbaar zijn, noteert Noord-Holland de grootste stijging in het recreatieve fietsgebruik. In 2019 was dat nog 150 kilometer per persoon en in 2020 steeg dat met bijna 61 procent tot 241 kilometers. De daling in fietskilometers van en naar onderwijs en opvang was met 46 procent daarentegen ook het grootst van alle provincies. Noord-Hollanders fietsten in 2020 gemiddeld exact 1.000 kilometer per persoon van 12 jaar en ouder.

Zuid-Holland
Het aantal recreatieve fietskilometers steeg in Zuid-Holland met meer dan 55 procent van 156 per persoon in 2019 naar 242 in 2020. Richting onderwijs en opvang daalden de kilometers per fiets van 123 naar 69, oftewel min 44 procent. In totaal werd vorig jaar in Zuid-Holland per persoon ouder dan 12 jaar gemiddeld 910 kilometer gefietst en dat was 11 procent minder dan in 2019. Het woon-werkverkeer op de fiets nam met een derde af tot 170 kilometer.

Zeeland
De Zeeuwen zijn de enige in Nederland die in 2020 juist méér fietsten dan in 2019 en wel plus 10 procent tot gemiddeld 1.255 kilometer per persoon per jaar. Daarvan was maar liefst 389 recreatief fietsgebruik en 302 kilometer werd afgelegd richting uitgaansgelegenheden of om te gaan sporten of andere hobby’s te beoefenen. Het winkelbezoek per fiets steeg in Zeeland vorig jaar met bijna 27 procent tot 133 kilometer per persoon.

Noord-Brabant
De afname van het totale aantal fietskilometers was in Brabant met ruim 13 procent gelijk aan het landelijke beeld. Het recreatieve fietsgebruik steeg vorig jaar ten opzichte van 2019 slechts 9,5 procent tot gemiddeld 266 kilometer per persoon en er werd marginaal meer naar winkels gefietst: 113 in plaats van 110 kilometer per persoon. De daling in woon-werkverkeer per fiets bedroeg bijna 35 procent.

Limburg
De toename in recreatief fietsgebruik was vorig jaar in Limburg ten opzichte van 2019 met minder dan 7 procent het kleinst van alle provincies (tot gemiddeld 231 kilometer per persoon), maar het aandeel van recreatieve kilometers in het totale fietsgebruik is met bijna 32 procent wel het hoogst. Na Flevoland wordt in Limburg met een totaal van 726 kilometer per persoon het minst gefietst, terwijl het gemiddelde van 52 fietskilometers van en naar onderwijs en opvang het minste is van alle provincies, voor zover het CBS dat per provincie in kaart heeft kunnen brengen.

Bron en meer informatie: www.bovag.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *