Het verblijfsbezoek vanuit onze buurlanden Duitsland en België groeide in 2017 sterk (tot 7,5 miljoen verblijfsgasten). Dat is goed te zien op regioniveau: in de Achterhoek is het aandeel Belgen en Duitsers in het verblijfbezoek in 2015-2017 zelfs verdubbeld. Wat zoeken onze zuider- en oosterburen in Nederland en hoe draagt dit bij aan de regionale economie?
Het internationale toerisme in Nederland spreekt tot de verbeelding. De media berichten vooral over het sterk stijgende ‘rolkoffertoerisme’ in Amsterdam en hoe dit te beperken, of over de wijze waarop Giethoorn wordt ‘overspoeld’ door Chinezen. Nederland trekt per jaar zo’n 300.000 Chinese toeristen. Dat staat in schril contrast met het bezoek uit onze buurlanden.
Niet alleen in de Achterhoek was de sterke opkomst van Duitsers en Belgen te merken. In Overijssel verdubbelde het aantal Duitse verblijfsgasten sinds 2012 en groeipercentages van 60%-70% zijn voor andere provincies geen uitzondering. Drenthe zag de meeste groei met 89% meer Duitse gasten. Dat scheelt niet veel met Amsterdam, dat in 5 jaar het aantal Duitse verblijfsgasten zag verdubbelen. Gelderland profiteerde het meest van de groei van het aantal Belgische gasten (+76%), net als de provincie Drenthe (+71%). Veel sterker dan de groei van het aantal Belgische gasten in Amsterdam (+13%)!
Regionale marketingorganisaties spelen een belangrijke rol in het trekken van gasten uit onze buurlanden. Marketing Oost, verantwoordelijk voor de regiomarketing, herkent de cijfers, zo licht Sander van den Belt van die organisatie toe: “We zien een hele sterke stijging van het aantal Duitse bezoekers. Op een goeie dag in het Vechtdal zien we bijna alleen maar witte kentekens. Dat zijn deels daguitstapjes, maar ook het verblijfstoerisme neemt sterk toe. Duitsers komen graag naar Twente om musea of attractieparken te bezoeken, waarvan de laatste in Duitsland toch wat duurder zijn. Ook markten zijn populair”. Om Duitsers, maar ook Belgen te trekken, is wel wat meer nodig dan alleen marketing geeft Manuel Hezeman, directeur van Achterhoek Toerisme (STAT) aan. “De Belg of Vlaming is bourgondisch ingesteld en goed eten en drinken komen op de eerste plaats”. Dat stelt wel eisen aan de horeca: sommige ondernemers kiezen er bijvoorbeeld bewust voor de menukaart in het Duits te stellen om de Duitse gast te trekken.
Kwaliteit en gastheerschap zijn uiteraard essentieel voor de buitenlandse gast. Wat Marketing Oost opvalt is dat Vlaamse toeristen eerder uit stellen bestaan en kiezen voor een korte vakantie in een hotel, terwijl de Duitse gast een steeds grotere voorkeur voor de camping heeft in deze regio.
Hoe worden onze ‘buren’ naar de oostelijke regio’s getrokken? Achterhoek Toerisme geeft aan dat dat thema’s de Duitse gast aanspreken. Het NBTC speelt hier een belangrijke rol in met de verhaallijnen van Holland City. De Hanzesteden van o.a. Zutphen, Doesburg, Hasselt, Kampen en Zwolle worden hier met elkaar verbonden. Voor Belgen zijn de Hanzesteden herkenbaar. Ook de verhaallijn Kastelen en Buitenplaatsen speelt een belangrijke rol in de Achterhoek, terwijl voor Giethoorn Nederland Waterland buitenlandse gasten aanspreekt. Cijfers zijn er niet, maar het aantal Duitse en Belgische toeristen in Giethoorn zou wel eens vele malen groter kunnen zijn dan het aantal Chinezen.
Dat blijkt wel uit de landelijke cijfers. Wat brengt de gasten uit buurlanden het Nederlands toerisme uiteindelijk op? In 2017 brachten Duitse en Belgische toeristen Nederland zo’n € 2,7 miljard op, ofwel 20.000 banen (bron: NBTC). Dat is een bijna een kwart van de opbrengsten van het inkomend toerisme in 2017. Een vergelijkbaar bedrag van de Britten Amerikanen kwam daar bovenop (totaal € 2,8 miljard). En de Chinezen? Ongeveer € 370 miljoen. In dat licht is goed te begrijpen dat de regio’s in de marketing veelal inzetten op trekken van bezoekers uit onze buurlanden – en met succes!
Met dank aan:
Ronald Haagen
Rationele bedrijfseconoom bij ZKA Leisure die meer waarde geeft aan data
Eén reactie
Beter een goede buur dan een verre vriend.