De winkelgebieden zijn in steden vaak de drukstbezochte gebieden. Maar wie eens goed oplet naar de samenstelling van de bezoekersgroep, valt op dat kinderen in deze setting ondervertegenwoordigd zijn. Is dat logisch? Wat zijn daarvan de oorzaken? En is het wenselijk dat binnensteden en winkelcentra aantrekkelijker worden voor kinderen? Zeker nu de winkelfunctie op zoek is naar meer vermaak om bezoekers te verleiden en te verblijden.
De oorzaken
Twee belangrijke oorzaken die binnensteden vaak kind-onvriendelijk maken:
- Logistiek: Hoe bereik je als moeder met drie kinderen een binnenstad? Door de schaarse ruimte is het nauwelijks mogelijk om voor de deur te parkeren en de kinderwagens fatsoenlijk uit te laden. Het openbaar vervoer als alternatief is vaak een hele exercitie. We zien de laatste jaren wel een opkomst van bakfietsen. Maar daar zijn de normale fietsenrekken niet op berekend. Ook de veiligheid en drukte speelt een rol bij het thuis laten van de kinderen.
-
Attractiewaarde: In veel gemeenten worden de speelplekken per wijk bepaald aan de hand van het aantal kinderen dat in een wijk woont. Daarbij wordt niet gekeken naar het aantal kinderen dat een wijk mogelijk bezoekt. Ook de keuze van speltoestellen op basis van criteria ‘schoon, heel en veilig’ zorgt niet altijd voor een inspirerend geheel. Een voorbeeld van een winkellocatie die wel speeltoestellen heeft geplaatst is outlet Batavia Stad. Gevolg: hier zie je veel meer gezinnen met kinderen rondlopen. Ook de parkeervoorziening is hier optimaal voor kinderwagens.
Wenselijk en economisch haalbaar?
We vroegen Gré Beekers van ZKA-Seinpost naar zijn visie op de economische en maatschappelijke wenselijkheid van méér speelwaarde in winkelgebieden. Dit adviesbureau is betrokken bij ontwikkeling van binnensteden en winkelgebieden vanuit de disciplines retail, leisure & hospitality. Beekers ziet zeker kansen: “De concurrentie van online winkelen kan worden weerstaan door recreatie ‘Spelen’ toe te voegen aan winkelgebieden.”
Zouden winkelgebieden er baat bij hebben als ouders/moeders hun kinderen makkelijker kunnen meenemen?
Beekers: ‘dat zou zeker helpen, maar dat vraagt dan wel een totaalaanpak. Dat betekent makkelijk en dichtbij de winkels parkeren, liefst grote plekken (voor de ‘stationwagens’ en de ‘vans’) om makkelijk in-/uit te kunnen stappen en alle spullen uit te laden, kindvriendelijke horeca met speelplekken en een veilige en aantrekkelijke omgeving voor het gezin/kind’.
Houdt er rekening mee dat gezinnen met jonge kinderen sowieso weinig tijd hebben: de ouders zitten in de drukste fase van hun leven en de kinderen hebben het na 2-3 uurtjes wel gezien. Dus denk goed na hoe je die gezinnen aan je gaat binden. Denk hierbij vanuit tijdsmanagement, locatie of motief/groepssamenstelling. Meer concreet: probeer het gezin op momenten te verleiden dat het rustig is in de stad, kijk of je delen van de stad meer geconcentreerd kunt inzetten voor gezinnen (met speelvoorzieningen, kindvriendelijke horeca en winkels die aansluiten bij deze doelgroep) of richt je op dezelfde jonge gezinnen maar dan als jonge stellen of vriendinnengroep zonder kinderen die gezellig een dagje shoppen (terwijl oma op de kleinkinderen past).
Zijn projectontwikkelaars wel bereid om dure vierkante meters op te geven om een speelvoorziening te realiseren?
Beekers: “Ik denk niet dat zij hun dure m² makkelijk opgeven, maar dat hoeft ook niet. Zij kunnen kijken hoe ze speelvoorzieningen op een slimme manier kunnen integreren in openbare ruimtes, pleinen, groen en in/bij horeca(- concentraties) dan wel in/bij grootschalige winkels die wel wat meters kunnen missen of die het zelfs als kans zien om daarmee deze doelgroep beter te bedienen.
En zie jij oplossingen voor het logistieke probleem waar ouders met hun kinderen tegenaan lopen?
Beekers: je zal het hierbij moeten zoeken in creatieve oplossingen, want in beginsel zijn de loopafstanden vaak (te) lang, is de ruimte schaars en de kosten en het comfort voor parkeren ongunstig. Wat eerste ideeën: één keer per maand een autoloze zondag in de binnenstad zodat deze comfortabel per (bak-)fiets bereikbaar is voor gezinnen met kinderen, invoering van ‘kids & ride’ plekken waar pa het gezin afzet om vervolgens rustig te gaan parkeren of gezinnen belonen als ze zaterdag ochtend vroeg (voor 11.00 uur) komen door gratis parkeervouchers of kinderactiviteiten.
Meer informatie: www.zka.nl (veel kennis van leisure) / www.seinpost.com (economie en ruimte)
Praktisch te realiseren?
Speelplan is een adviesbureau voor speelruimte. Zij houden zich onder andere bezig met het geven van advies aan gemeenten hoe hun openbare ruimte beter bespeelbaar te maken. Ook maken zij hier gerichte ontwerpvoorstellen voor. Mohamed Rahman van Speelplan beantwoord een aantal vragen of de mogelijkheden van realisatie van speelruimte in binnensteden en winkelgebieden.
Als er ergens een grote druk ligt op de ruimte, dan is het wel in winkelgebieden en binnensteden.
Is een speelplek op deze locaties wel praktisch realiseerbaar?
Rahman: “Een speelplek in de binnenstad en winkelgebieden is zeker praktisch realiseerbaar. Alleen, bedenk dat er ook andere en aanvullende behoeften een rol spelen. Aan aspecten als piekdrukte, aanlooproutes, overzicht, vindbaarheid en sociale controle dient een zwaardere rol toegekend te worden.”
Allereerst zouden gemeenten in dat geval af moeten stappen van hun beleid om speelplekken te realiseren, alleen op basis van inwoners, maar ook op basis van bezoek.
Zouden gemeenten volgens jou bereid zijn om die omslag te maken als dat de binnenstad aantrekkelijker maakt?
Rahman: “Het is belangrijk dat waar kinderen samenkomen, speelruimte aanwezig is. Binnen gemeenteland wordt vooral gekeken naar het aanleggen van speelruimte in de woonomgeving. Maar tegenwoordig blijven jonge gezinnen steeds meer in de binnenstad wonen, wat ook betekent dat hier een wens voor speelruimte is. Daarnaast is het winkelend publiek ook een belangrijke doelgroep voor het aanleggen van een speelplek. Wanneer de kinderen zich vermaken, kan er ook langer gewinkeld worden.”
Zie jij in de huidige binnensteden en winkelcentra wel ruimte om speelvoorzieningen te realiseren? En hoe kun je daar bij herinrichting goed rekening mee houden?
Rahman: “Er kan bij de aanleg van een nieuw winkelgebied al direct rekening worden gehouden met de ruimte die nodig is om speelruimte aan te leggen. Rondom speelelementen is voldoende ruimte nodig om het spelen leuk en veilig te maken. Denk ook aan de goede locatie: waar komen veel mensen samen en waar is er voldoende toezicht, wat is dus de meest overzichtelijke plek? Wanneer je te maken hebt met een bestaand winkelgebied of oude binnenstad, dan is de ruimte schaars. Hier zou je kunnen denken aan kleinere speelaanleidingen: speelse ingrepen die de openbare ruimte betere bespeelbaar maken. Wij zijn een voorstander van de aanleg van diverse vormen van speelruimte: niet overal hoeven speeltoestellen te staan, voor de afwisseling en uitdaging is het ook leuk om op andere manieren geprikkeld te worden.”
En als je dan speeltoestellen zou selecteren voor deze locatie.
Welk soort toestellen zouden dan het beste passen, als je bijvoorbeeld veiligheid, ruimte en doelgroep in acht neemt?
Rahman: “Onze keuze zou vallen op elementen waar veel kinderen tegelijkertijd kunnen spelen. Vaak is niet altijd mogelijk of gewenst om ‘standaard speeltoestellen’ op dergelijke locaties neer te zetten. In een mooi stadshart, winkelcentrum of oude binnenstad passen een speciaal ontworpen speelelementen. Denk hierbij aan speelkunst, een in het straatoppervlak geïntegreerd waterspeeltoestel of bespeelbaar straatmeubilair. Met dit soort elementen laten kinderen hun fantasie de vrije loop: de mogelijkheden zijn meer uitgebreid dan het spel op een standaard schommel”.
Meer informatie: www.speelplan.nl (Speelplan is aanwezig op de Dag van de Openbare Ruimte op 8 en 9 oktober in Houten.)