“Waarom trekt een lezing van een nobelprijswinnaar minder aandacht in de media dan een opening met veel toeters en bellen?” Dat was het onderwerp van een forumdiscussie tijdens de Europese conferentie van science centers in Den Haag. Het blijkt een breed gedragen frustratie dat ‘de media’ geen aandacht besteden aan onderwerpen die science centers zo graag willen uitdragen.
Organisaties met een missie
Er kwamen nog meer voorbeelden op tafel van nieuwsberichten die veel aandacht trokken. “De diefstal van een meteoriet.”, “Een science picnic in een voetbalstadion”, “Een overstroming die het museum bijna onder water zet.”, “De opening door een beroemdheid waarbij de beroemdheid meer aandacht krijgt dan de tentoonstelling.” De science centers hebben als primaire doelstelling om kennis over wetenschappelijke fenomenen over te dragen aan een breed publiek. Dat willen zij dus ook graag terugzien in de berichtgeving. De media zou daarbij een mooi verlengstuk kunnen zijn van de tentoonstelling en bijdragen aan ‘de wijze les’.
Leuk of leren?
Als journalist van Pretwerk was mij gevraagd om ook in het panel plaats te nemen om de kant van de media toe te lichten. Met natuurlijk het stempel van ‘één van die mensen die persberichten ontvangt en daar een geheel eigen verhaal van maakt.’ De eerste vraag aan de zaal maakte voor mij meteen al veel duidelijk: “Wat is de belangrijkste reden voor je publiek om je centrum te bezoeken: A. Voor een leuk dagje uit. B. Om iets te leren of C. beide factoren zijn even belangrijk.” Niemand koos voor optie A. en ‘iets leren’ werd als veruit de belangrijkste motivatie gezien. Het was me in diverse gesprekken ook al opgevallen dat er zeker bij een deel van de aanwezigen weerstand bestaat tegen de woorden ‘fun’ en ‘amusement’. Rubrieken in kranten en magazines die vallen onder vrijetijdsredacties zien de science centers juist als attracties met een uniek aanbod, waar je ook nog iets kunt leren. Dat is wellicht een eerste frictie.
Hoe werkt een journalist
Wie wil scoren in de media doet er verstandig aan om zich eens te verdiepen in het keuzeproces van een journalist.
- – Een journalist verdiept zich in de interesses van de lezer en dat is een basis voor nieuwsselectie;
- – Een bericht moet nieuwswaarde hebben;
- – De feiten moeten kloppen (journalistieke check of vertrouwen in de bron.)
- – Filter op relevantie; er is erg veel nieuws beschikbaar; de journalist wordt steeds meer afgerekend op de juiste keuzes. (achteraf meetbaar op internet)
- – Kan het nieuws worden omgezet in een aantrekkelijk verhaal. Daar komen ook randzaken als ‘aantrekkelijk decor voor de foto’ of ‘leuke achtergrondinfo’ bij kijken.
- – Interpretatie van het nieuws.
Een eerste selectie wordt gemaakt op de kop en de inleiding van het persbericht. Hier wordt al heel veel ‘weggeklikt’.
En ook de wereld van een journalist is volop aan verandering onderhevig. Enkele ontwikkelingen:
- – Dankzij het internet is de snelheid van publiceren flink omhoog gegaan. (nieuws ‘verouderd’ sneller.)
- – Ook journalisten maken gebruik van Google. Als je (bericht) goed gevonden wordt op Google, dan wordt er eerder over je gepubliceerd. Dit zorgt soms voor een zichzelf versterkend effect.
- – Online nieuws wordt makkelijker gekopieerd. Journalisten maak je blij met een uniek verhaal – dat niet in dezelfde vorm bij alle collega’s te vinden is.
- – Veel papieren media beleven zware tijden door teruglopende oplages (huidig verdienmodel.). Redacties moeten vaak met minder mensen, méér artikelen schrijven. Dat gebeurt vaak van achter de laptop en wat minder vaak door een bezoek. Wie de pers uitnodigt op locatie of voor een persmoment; zorg dat er exclusieve informatie te halen is.
- – Naast journalisten krijgen bloggers een steeds belangrijker rol in de nieuwsvoorziening. Vaak bedienen zij een nichemarkt en zijn ze handig in de wereld van online (publiceren).
Koppelen aan nieuws
Wat ook ter sprake kwam; “Is het erg om als bijzaak genoemd te worden?” Er kwamen diverse voorbeelden aan de orde waarbij het museum onbedoeld veel media-aandacht kreeg. In Nederland kennen veel mensen wellicht nog de (spectaculaire) diefstal van de monstrans uit museum Catharijneconvent in Utrecht. “Nee, dat was geen prettige periode voor het museum.” Laat een woordvoerder weten maar ook “Ja, we merken dat het museum wel veel aandacht heeft gekregen en de monstrans is daarmee uitgegroeid tot een beroemd museumstuk.” Ook de foto van Barack Obama die voor de Nachtwacht in het Rijksmuseum poseerde, en wereldwijd op voorpagina’s van kranten verscheen, mag wat mij betreft een plekje krijgen in de boeken over succesvolle museummarketing.
De les is dan ook om nieuws op te zoeken en dat te koppelen aan de boodschap die je wilt vertellen. Soms moet je genoegen nemen met een bijdrage aan je naamsbekendheid en je boodschap op een later moment over te brengen.
Ook Pretwerk leert
Als journalist pikte ik tijdens de discussie juist weer volop nieuws op voor toekomstige artikelen. Bijvoorbeeld het succes van de Science Picnic in Polen (meer dan 150.000 mensen in een voetbalstadion voor onderwerpen over wetenschap.) Die case komt binnenkort aan de orde op Pretwerk! Ook organisaties die zichzelf niet (willen) afficheren als attractie, dragen bij aan de aantrekkelijkheid van een regio. De Science Centers spelen in op een behoefte aan een zinvolle invulling van vrije tijd. De kernwaarden van de science centers passen daar helemaal bij.
Meer informatie: www.ecsite.eu/annual_conference
Door:
Walter Jonker, Levend Land communicatie