Tien trends in de recreatiesector

De recreatiesector is volop aan het veranderen. Sommige veranderingen verlopen geleidelijk; andere, met name komend vanuit de technologiesector, overvallen de sector. Pretwerk.nl publiceert dagelijks over recreatieve ontwikkelingen en ziet o.a. de volgende trends in de ondernemende wereld van de vrije tijd:

Outlet Batavia Stad heeft al langer een link gelegd tussen winkelen en leisure

1. Dagrecreatieve kansen in winkelgebieden
Nederland kent en bijzonder hoge dichtheid aan dagattracties. Het aantal dagrecreatieve bedrijven lijkt dan ook tegen een grens aan te lopen. Tot voor kort vestigden pretpark-achtige attracties zich vooral in regio’s met een relatief lage grondprijs. In binnensteden en winkelgebieden was de vierkante meterprijs gewoon te hoog. Dankzij leegstand van winkelgebieden en de roep om winkelgebieden aantrekkelijker te maken in strijd met online verkoop, ontstaat steeds meer ruimte voor leuke recreatieve toepassingen. Vaak ook tegen en gedifferentieerde huurprijs. We zien ze als zelfstandige vestiging, in combinatie met horeca (Speelzone Mc Donalds) en retail (IKEA) en in de openbare ruimte. In steden met een toeristisch profiel kunnen dagattracties zelfs qua huurprijs concurreren met retailtoepassingen. (‘Ripleys Beleive It or Not’ op de Dam in Amsterdam)

Zwembad De Koploper in Lelystad bouwde haar kantine om naar een aantrekkelijk restaurant met professionele uitstraling

2. Spreiding over meerdere verdienmodellen
De bijzonder competitieve markt zorgt er voor dat er in Nederland veel met het prijsinstrument ‘korting’ wordt gewerkt. En de Nederlandse consument is best wel gevoelig aan een korting op een accommodaties of attractie. Gevolg daarvan is dat marges voor een gezonde bedrijfsvoering onder druk staan. Bedrijven proberen hun korting weer terug te verdienen door de consument te verleiden om tijdens hun bezoek meer uit te geven. Voor de hand liggende upselling verdienmodellen zijn bijvoorbeeld foodservice en souvenirs. Die moeten dan wel van verleidende kwaliteit zijn. Andere verdienmodellen die gekozen worden zijn o.a. VIP-arrangementen, parkeertarief, sponsoring van bedrijfsonderdelen, verhuur voor bedrijfsevenementen of fast-passes.

3. Krapte op de arbeidsmarkt
Het wordt steeds lastiger om gekwalificeerd personeel te vinden. Dat is deels een gevolg van de vergrijzing. De gevolgen van de krapper wordende arbeidsmarkt krijgen langzaam maar zeker gevolgen voor de recreatiesector. De recreatie- en gastvrijheidssector zijn relatief arbeidsintensief, en daarmee ook gevoelig voor krapte. Veel van de beroepen zijn ook niet geschikt om te automatiseren of robotiseren. De afdeling marketing vraagt om steeds meer kennis van online markting. Op deze markt concurreert de sector met vele andere bedrijven. Veel bedrijven die seizoensgebonden zijn, krijgen het lastiger om seizoenswerkers te vinden.

FEC De Voltage in Tilburg

4. Clustering dagrecreatie – opkomst van Family Entertainment Centers
De competitieve markt voor dagattracties zorgt er ook voor dat bedrijven op zoek gaan naar besparing op kosten. Samenwerken is dan één van de opties. Dat zorgt o.a. voor de opkomst van Family Entertainment Centres. Dit zijn ‘de meubelboulevards van de dagrecreatie’ waarbij de consument de keuze heeft uit een breed assortiment aan activiteiten; bowling, minigolf, karten, darten, lasergamen, klimmen, indoor spelen, en nog veel meer. Het totaalconcept omvat vaak ook meerdere restaurants en andere keuzes in foodservice.

Glamping hoort er tegenwoordig helemaal bij

5. Verblijfsrecreatie groeit vooral in comfort, luxe en verwenmoment
Onderscheidend vermogen wordt steeds belangrijker voor zowel dag- als verblijfsrecreatie. Het zijn dan ook de luxere en bijzondere concepten die als eerste worden volgeboekt. Binnen de campingsector zit vooral groei in het ‘Glamping-segment’ en de luxere bungalowvormen, met ‘voorzieningen die je thuis niet hebt’ zijn in trek. Nederland begint ook langzaam aan de wellness te wennen. (Alhoewel dat in Nederland nog geen breed ingeburgerd concept is.)

6. Meeste groei verwacht vanuit inkomend toerisme
Nederlanders zijn een reislustig volkje. Voor de zomervakantie kiest meer dan de helft voor een vakantie in het buitenland. Die verhouding zal niet zo snel meer veranderen. De meeste groei in toerisme zit dan ook in het binnenhalen van buitenlandse gasten. Dat is de afgelopen jaren dan ook volop gebeurd. Met name uit de buurlanden België en Duitsland. Voor de verder weg gelegen bestemmingen speelt Amsterdam een hoofdrol. Dat is een ‘must-see’ bestemming met internationale allure. Dankzij de spreidingsstrategie van het NBTC kunnen ook andere regio’s hiervan meeprofiteren.

Fuego, eten in een Azteekse tempel bij CenterParcs (verzorgd en ontwikkeld door Albron)

7. Nuchtere Nederlander gaat mee in subtiele belevingsconcepten
‘Doe maar gewoon’ was jarenlang het credo bij het benaderen van de Nederlandse consument. Amerikaanse belevingsconcepten, waarbij gasten worden ondergedompeld in een andere wereld werden vooral bestempeld als ‘over the top’. Toch zien we steeds vaker dat ook de Nederlandse consument gevoelig is voor de Experience Economy (zie boek: Experience Economy van Pine & Gilllmore). Zeker als mensen een dagje uit zijn, of op vakantie, dan staan mensen open voor een bijzondere ervaring. CenterParcs loopt hierin met haar foodconcepten (verzorgd door Albron) voorop. Hier ga je bijvoorbeeld op bezoek bij een Italiaanse family (Nonna’s) of in een Azteekse tempel (Fuego). Ten opzicht van Amerika is de Nederlandse belevingsvariant vaak wel wat subtieler.

Halloween in Legoland

8. Recreatie steeds meer event-georiënteerd
De verhoogde omzet rondom een evenement is ongekend. Festival- en evenementgangers zijn vaak minder prijs-georiënteerd. Dat komt o.a. doordat het event exclusief op een specifieke datum wordt georganiseerd. Je kunt dus niet wachten op de uitverkoop. Bij een uitverkocht evenement zie je zelfs een schaduwmarkt van duurdere kaarten ontstaan. Goede voorbeelden zijn o.a. de Halloween-dagen op attractieparken, waarbij Walibi Holland in Nederland de ton heeft gezet. Ook regio’s en steden spelen er op in. Zo is toeristische sector op Terschelling voor een substantieel deel van haar omzet afhankelijk van Oerol.

hotel in een attractiepark (Bell Rock, EuropaPark)

9. Rondom attractieparken worden nieuwe verblijfsbestemmingen gecreëerd
Langzaam maar zeker worden rond de grotere pretparken nieuwe meerdaagse bestemmingen gecreëerd. Veelal zorgen de parken zelf voor de verblijfsaccommodaties. In Duitsland is rondom Europa Park al de grootste hotelconcentratie van het land ontstaan. Ook in Nederland wordt de verblijfsaccommodatie bij diverse parken uitgebreid. Het attractiegedeelte profiteert van een betere jaarrond bezetting. Ook De Efteling heeft afgelopen jaar haar park uitgebreid met een nieuw hotel en vakantiepark; ‘Het Loonse Land’.

10. Marketing wordt steeds meer technology based
Net als in de horecasector wordt ook de recreatiesector (in mindere mate) beïnvloed door grote slimme platformen, opgezet door technologiebedrijven. De complexiteit van de recreatiesector zorgt er voor dat er (nog) geen platform is dat monopolistische trekjes vertoont. Ondertussen kan de marketingafdeling van een recreatiebedrijf niet functioneren zonder goede kennis van online marketing. En volgens tech-deskundigen bevinden we ons op dit vlak nog in een beginstadium. Complexe tech-toepasingen, zoals bijvoorbeeld de inzet van big-data, wordt door hulpprogramma’s (onderdeel van reserveringssoftware) wel steeds toegankelijker; ook voor de mkb bedrijven met een bescheidener budget.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *