(Blog Kim Haanappel) De invalshoek voor mijn column komt vaak op een onverwacht moment en uit onverwachte hoek. Op het toilet (op de een of andere manier is dit een uitstekende broedplaats voor interessante invalshoeken), op vakantie, tijdens de wekelijkse boodschappen bij de mensenvriend A. Heijn of op het randje van slaap en wakker-zijn. Zo was ik vorige week uit eten met vrienden die helemaal niks, nakkes, nada te maken hebben met de recreatie. De één werkt als journalist, de ander is rechercheur en de laatste vliegt de wereld rond als stewardess. Een bont gezelschap, noemen ze dat. En de kans dat tijdens dit etentje een goede invalshoek zou opborrelen leek nihil.
Tot na de het voorgerecht mijn rechercheurs-vriendin haar pijlen op mij richtte. “Die recreatieondernemers van jou, hè? Dat zijn allemaal behoudende brompotten!” Dit is een uitstekend moment om er heel even bij stil te staan dat gedachten vele malen sneller gaan dan het uitspreken ervan. Er schoten namelijk wel tien verschillende dingen door mijn hoofd, terwijl ik toch vrij direct reageerde met “hoezo?”.
Om te beginnen dacht ik: Míjn recreatieondernemers? Ik heb ‘recreatieondernemers’ nooit gezien als een bezit. En al zeker niet míjn bezit. En ‘allemaal’? Dat suggereert dat alle recreatieondernemers hetzelfde zijn, wat ik stellig en zelfs goed onderbouwd zou kunnen ontkennen. Maar mijn gedachten bleven in die milliseconde nog het langst hangen op ‘behoudende brompotten’. Mooie alliteratie. Bekt lekker weg. Zou een mooie kop zijn voor een column.
Ondertussen was mijn vriendin bezig met haar antwoord op mijn uitgesproken vraag: “hoezo?”. Ze was de laatste weken bezig met het boeken van een vakantie voor haar gezin met twee kleine kinderen. Het plan was om in de voorjaarsvakantie de caravan van schoonpaps en –mams achter de auto te binden en te kamperen op eigen bodem. Haar rechercheurskwaliteiten kwamen daarbij goed van pas: ze stelde een grondig onderzoek in naar campings in Nederland. Ze zat dagenlang achter de computer, kop thee bij de hand, en surfte van website naar website. En als ze dan toch op die websites was, vroeg ze brochure na brochure aan. Een goede manier om alvast in de vakantiesfeer te komen!
Maar, zo luidde haar relaas, alle websites leken op elkaar. Elke camping beloofde hetzelfde. Elke brochure had dezelfde uitstraling. Ze had zelfs nog een uitstapje gemaakt naar bungalowparken, maar kwam tot dezelfde conclusie: één pot nat, weinig origineel, niet hip, maar (daar kwam de aap uit de mouw) behoudend en zelfs een tikkeltje ouderwets. En zo voelde ze de vakantiekriebels uit haar buik weg borrelen. “Waarom niet wat creatiever? Waarom niet eens iets anders proberen? Out-of-the-box denken?”, waarna ze hoopvol naar mij keek.
En terecht. Wij maken de brochures en huisstijlen. Wij schrijven de teksten. Wij zorgen voor de uitstraling en de sfeer voordat de vakantie überhaupt begint. Maar hoeveel vrijheid hebben wij daarin? Ik herinnerde mij de woorden van Hans Latour, directeur van internetspecialist van de reis- en recreatiebranche en onze partner Holiday Media: “Eigenlijk wil elke recreatieondernemer vaak hetzelfde: een toegankelijke, vriendelijke website met als gevolg recreatieve kleuren zoals groen en oranje.” En daar heeft hij een punt. Ook ik merk dagelijks dat ondernemers blijven ‘hangen’ in groen en oranje. En in oude boegbeelden en typetjes. Maar om ze nu meteen te bestempelen als behoudende brompotten?
En dus kon ik de neiging niet onderdrukken om míjn recreatieondernemers te verdedigen. Ze zijn niet behoudend, maar consequent. En gefocust op de wensen van de gast. Je kunt een camping niet neerzetten als een hippe strandtent of een luxueus resort. Dat zou verkeerde verwachtingen scheppen. Maar toen ik ’s avonds terug naar huis reed, bleef er toch een knagend gevoel achter: zijn recreatieondernemers behoudende brompotten? Zit er een kern van waarheid in het verhaal van mijn vriendin? Denken meerdere potentiële gasten die nu, kop thee bij de hand, achter de computer zitten er zo over? En is het aan ons, de website-, tekst- en brochuremakers om de strijd aan te gaan tegen de behoudende brompotterij? Waarschijnlijk komt het antwoord vanzelf bovendrijven tijdens de wekelijkse boodschappen. Of op het toilet.
Kim Haanappel
Ferias Communicatie