‘Is stoelen, lampen en planten kopen eigenlijk wel circulair?’, vroegen we ons af toen de schetsen voor The Green House op papier kwamen. Past dat oude denken in de nieuwe ideeën voor ons paviljoen? Pay-per-use, afrekenen voor gebruik in plaats van eigendom, lag meer voor de hand. Als we niet voor het ding betalen, maar voor wat het doet, maken we van leveranciers bondgenoten in duurzaam denken. Dat levert mooie inzichten op.
Het nieuwe hebben
We doen het allemaal al, als we op vakantie gaan bijvoorbeeld. Dan kopen we geen vliegtuig, maar betalen we voor de uren dat we in een vliegtuigstoel zitten. Pay-per-use is niet nieuw. Het wordt wel steeds gewoner. Millennials zijn, meer dan mijn generatie gewend, om delen als het nieuwe hebben te zien. Ze vinden dingen doen belangrijker dan dingen bezitten. Dat dwingt fabrikanten op hun beurt om duurzamer te produceren en na te denken over hergebruik. Want als we bijvoorbeeld wasmachinebouwers niet langer voor apparaten betalen, maar voor – pak ‘m beet – 300 wasjes per jaar, dan maken ze een hele andere machine. Eentje die langer meegaat en waarvan ze de onderdelen beter kunnen hergebruiken.
Stoelen, lampen en planten
Het businessmodel van pay-per-use loslaten op ons paviljoen The Green House werd een leuke gedachtenoefening. Wat als we geen stoelen kopen, maar zitcomfort? Niet de lampen afrekenen, maar het licht? Niet investeren in de planten voor onze urban farm, maar de gebruikte tomaten, aubergines en basilicum betalen? We waren benieuwd of het ons zou lukken om samen met onze leveranciers 15 jaar vooruit te kijken. En ze eigenlijk ook niet te zien als leveranciers uit een verticale bedrijfskolom, maar als gelijkwaardige partners met een gezamenlijk doel.
Afrekenen voor elke gast
Voor ons meubilair gingen we om tafel met een vertrouwde partij: Maasdam Projectinrichting. Daar ontvouwden we onze plannen om ze verantwoordelijk te maken voor 15 jaar zitcomfort, waarbij we afrekenen voor elke gast die het meubilair gebruikt. En waarbij het interieur elke 5 jaar een restyling krijgt. Bij Maasdam was meteen enthousiasme. Ons businessmodel helpt ze daar namelijk om ervaring op te bouwen met een methode waar ze zelf ook heilig in geloven. Met een lange contractduur en een eigen verantwoordelijkheid over de inrichting, waar ze hun onderhoudsdiensten nog beter op kunnen afstemmen.
Het laatste op lichtgebied
Met licht liep het niet anders. Bij Trilux vonden we gewillige oren voor het idee om niet te praten over armaturen, maar over branduren. Niet over de lampen, maar het licht. Trilux zag in ons circulaire paviljoen meteen een mooie showcase om de komende 15 jaar het laatste op lichtgebied te laten zien. Waarbij ze zelf investeren in armaturen en daarvan in de toekomst steeds de techniek vervangen. Dat zal in alle gevallen om innovaties gaan die een energiebesparing opleveren. Ook hier proefden we het vertrouwen in een model waarbij het terugverdienen van de investering gegarandeerd is en je daarna het succes samen deelt.
Weinig complexe contracten
Voor de urban farm in het paviljoen vonden we in hrbs. een mooie partner. Vooral mooi, omdat die circulaire pioniers onszelf een voorstel deden met pay-per-use als grondgedachte. Hrbs. zorgt de komende jaren voor een bloeiende urban farm en wij rekenen met ze af wat onze gasten daar aan groenten en kruiden uit eten. Net als bij de andere partijen zijn de contracten eigenlijk weinig complex. We omschrijven het doel, garanderen het investeringsbedrag, meten de gebruikseenheid en leggen daar een te indexeren prijs voor vast. En dat voor 15 jaar. Ingewikkelder is het niet.
Niet te financieren
Mooi is ook dat alles wat een plaats krijgt in ons paviljoen straks een verhaal heeft. Een verhaal over het verleden, zoals een stoel van hergebruikte materialen, of een verhaal voor de toekomst, zoals basilicumplanten die na de ontmanteling van het paviljoen weer ergens anders vaste grond vinden. Kleeft er dan geen enkel nadeel aan pay-per-use? Eentje misschien: het is niet te financieren. Maar ik geloof dat banken bijdraaien als ze zien hoe deze manier van zakendoen nog meer gemeengoed wordt. En dat juist het verdelen van risico’s over een lange termijn en meerdere partijen meer zekerheid geeft. Maar daar wachten we niet op. De toekomst is al begonnen!
Met dank aan:
Ernest van der Voort, conceptontwikkelaar bij Albron
Albron en diverse partners geven invulling aan The Green House in Utrecht; een volledig circulair en zeer duurzaam paviljoen met horeca- en vergaderfuncties. R-creators heeft Albron gevraagd om hiervoor een op circulaire filosofie gebaseerd horeca-concept te ontwikkelen en te exploiteren gedurende die 15 jaar.
De uitgangspunten van The Green House:
- – Alle ingrediënten vertellen een verhaal en zetten aan tot delen
- – Onze activiteiten krijgen vorm vanuit de principes Re0-duce, Re-use, Re-cycle & Re-connect
- – Wat we doen en hoe we het doen mag én moet letterlijk gezien worden
- – De lat ligt hoog: 100% smaak, creativiteit & fun
- – Onze mensen zijn makers van herinneringen, want de output van de één is energie voor de ander
Meer informatie: www.albron.nl/cases/the-green-house