Geen scheiding meer tussen leisure, natuur en landbouw

De knuppel in het hoenderhok gooien. Dat doet Zef Hemel, hoogleraar grootstedelijke vraagstukken aan de Universiteit van Amsterdam, graag. Hij staat bekend om zijn uitgesproken opvattingen. Onder de titel ‘Het einde van de doorzonwoning’ bood mijn regionale dagblad NHD op 25 april jl. de hoogleraar een podium om zijn opvattingen te ventileren. Opvattingen die we in mijn ogen serieus moeten nemen omdat andere ruimtelijke kwaliteiten zullen ontstaan.

amsterdamDe stad en dan vooral Amsterdam, zal blijven trekken zo stelt Hemel. Nog meer dan in het verleden zal het platteland leeglopen en zal een groot deel kiezen voor de voordelen van de stad. Steden die in de 20e eeuw zijn ontwikkeld om het wonen met tuin mogelijk te maken (Almere, Purmerend, Hoofddorp, Lelystad, Nieuw Vennep) zullen met leegloop te maken krijgen.

Vergrijzing van steden
Amsterdam is het zakelijke knooppunt van Nederland en kent een groeiend aantal hoofdkantoren, grootbanken en bedrijven in de accountancy, advocatuur, reclame en nieuwe media. Vooral hoger opgeleiden zullen gaan werken in de zakelijke dienstverlening en meer dan ooit bij het werk willen gaan wonen. Ook kleinere steden als Haarlem en gebieden als het Gooi vergrijzen en zien hun jongeren wegtrekken.

Groot Amsterdam is met haar tuinstedelijke opzet al aantrekkelijk en zal binnen en buiten de Ring A-10 vooral met duurdere appartementen de nieuwe bewoners welkom heten. Door de groeiende vraag van kapitaalkrachtige nieuwe bewoners zullen de woningprijzen en huren stijgen en wordt de ‘onderklasse’ de stad uitgejaagd. Zij zullen op zoek gaan naar goedkopere woningen buiten Amsterdam.

‘Campus’
Professor Hemel voorziet in en om Amsterdam een mix van functies die hij ‘campus’ noemt. Geen scheiding meer van woonwijken, bedrijventerreinen, kantoren, winkels en recreatie maar kleine levendige, zelfvoorzienende en leefbare ‘dorpen’ in en rondom de stad. Jongeren en oudere ‘empty nesters’ (bij wie de kinderen al het huis uit zijn) zullen daar naast elkaar gaan wonen.

Juist vanwege de hogere dichtheid van wonen (vele appartementen) zullen de bewoners in en vooral buiten de stad gericht op zoek gaan naar leisure mogelijkheden. Het hebben van een weekendhuis (in welke vorm dan ook) wordt in mijn ogen belangrijker en die ‘refuge’ buiten de stad zal meer en meer worden geruild met iemand die het weekend graag in de stad wil doorbrengen. Dus gedeeld eigendom en gedeeld gebruik tussen de hoofdstedelingen en de provincialen.

Ik verwacht dat de door Hemel geschetste ontwikkeling in en rondom Amsterdam ook buiten de metropool zal plaatsvinden. Dus de ontwikkeling van ‘campussen’ op bovenregionaal- en landsdeelniveau met de (aantrekkings)kracht van Amsterdam als een gegeven.

Betere integratie ruimtelijke ontwikkeling
De steeds grotere integratie van functies (naast wonen, werken en recreëren ook natuur, cultuur, landbouw, onderwijs, vervoer, waterberging, afvalverwerking, informatievoorziening en kustversterking) gaat m.i. tot een gebalanceerde hogere ruimtelijke kwaliteit leiden. De ruimtelijke ontwikkeling zal beter en logisch geïntegreerd zijn om de volgende redenen:

  • De gebruikers zullen van onderop met elkaar van gedachten wisselen (als collectieve ’thinking city’ en ‘open overheid’) over de creatie van dit integrale landschap. Hemel noemt dit ‘Volksvlijt’ oftewel een zelfontwikkeld platform voor een ‘open stad’ waarbij duizenden burgers samen de Amsterdamse economie van de toekomst bedenken en realiseren.
  • De ruimtelijke kwaliteit zal meer en meer een integrale kwaliteit worden rondom ‘story telling’ en minder van afzonderlijke woongebieden, landbouwgebieden, natuurgebieden of recreatiegebieden. Wonen – werken – natuur – recreëren zullen naadloos in elkaar over gaan, mede door natuurlijke water- en andere vervoerssystemen.
  • De nadelen van de huidige werkwijzen in de ruimtelijke ordening (waarbij de lokale overheid zich het recht heeft toegeëigend om in detail de micro omgeving te bestemmen, waar waterschappen een ‘stand alone’ positie opeisen en bijvoorbeeld landbouw alleen grootschalig lijkt te moeten plaatsvinden) zullen het komend decennium leiden tot een andere manier van plannen, ontwikkelen, inrichten en beheren.

Smart regions
Niet langer zullen elkaar beconcurrerende grote en kleine steden allemaal alle functies willen behouden, op de traditionele wijze van elkaar gescheiden. Ze zullen als ‘smart regions’ op landsdeelniveau afspraken gaan maken over zones (campussen) en hoe welke niches bediend gaan worden.

Geconcludeerd zal worden dat niet elke gemeente minimaal één bungalowpark, hotel en camping nodig heeft maar dat op sommige plekken beter de landbouw of natuur kan gedijen. Aan de andere kant zullen in gebieden waar de vraag naar leisure het grootste is (zoals aan de kust en rond de stad) eerder natuur en landbouw in leisure activiteiten worden geïntegreerd. Procesbegeleiders zullen dan als ‘gebiedsdirigent’ optreden en in hun werk uitgaan van de krachten van een regio (en veel minder van de politieke krachten in een gemeente of provincie).

Passende leefbaarheid creëren
De gemeenten rondom Amsterdam zullen zich moeten beraden op hun toekomst en aantrekkelijkheid. Nog meer woningen erbij zal bijvoorbeeld Almere niet helpen. Belangrijk is vast te stellen wat de rol en positie van die gemeenten gaat worden. Vanuit die ‘niche’ kan een gemeente een passende ‘leefbaarheid’ gaan creëren met de juiste ruimtelijke ingrepen. De vanzelfsprekendheid van een plaats ‘voor iedereen’ en voor ‘wonen, werken en recreëren’, op dezelfde wijze ingevuld zoals het nu gebeurt, zal gaan eindigen.

Toekomstige city marketing
De toekomstige city marketing kijkt minstens een decennium vooruit en speelt in op maatschappelijke ontwikkelingen. City marketing en city planning gaan meer dan in het verleden hand in hand vorm geven aan kernen, zij in een super-regionaal verband. De uiteindelijke vorm waarin ruimtelijke ontwikkelingen gaan plaatsvinden zal lijken op wat Hemel voorspelt: campussen van integrale ontwikkeling van de diverse functies.

Een beeld van herkenning. Misschien ook omdat de professor enkele jaren voor mij afstudeerde aan dezelfde opleiding. Een verademing ook, om te lezen hoe Zef Hemel de wereld om ons heen ziet veranderen. Veranderingen die ik ook al heb geduid (zie eerdere blogs) en direct van invloed zijn op leisure in en buiten de stad.

Voor artikelen van Zef Hemel zie o.a. http://www.nul20.nl/dossiers/oogst-van-derde-gouden-eeuw en http://www.vn.nl/Archief/Samenleving/Artikel-Samenleving/De-creatieven-nemen-de-hele-stad-over.htm en ook www.zefhemel.nl.


Met dank aan
Hans de Vries LeisureNL | buro voor vernieuwing
@toerismetrends

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *