“De Nederlandse buitenplaatsen en landgoederen zijn volkomen onbekend buiten ons eigen land. De toeristische sector laat hier enorme kansen liggen.” Deze prikkelende uitspraak deed René Dessing, directeur stichting Kastelen, Landgoederen en Buitenplaatsen (sKBL) deze week.
René Dessing sprak op de eerste cursusdag van de Cursus ‘Gastheer van de Buitenplaatsen in Kennemerland’, Deze cursus, waar ik één van de deelnemers ben, is bedoeld om recreatieondernemers te laten samenwerken rond het thema ‘buitenplaatsen’.
Little cute places
René Dessing vertelde enthousiast hoe hij afgelopen zomer een groep Engelsen rondleidde langs verschillende buitenplaatsen. Zij waren lyrisch over deze little cute places.
Bovendien horen de buitenplaatsen in Noord-Holland onlosmakelijk bij Amsterdam: gegoede burgers ontvluchtten in de zomermaanden de drukke en stinkende stad. De verbinding tussen Amsterdam en de buitenplaatsen biedt een enorme kans om van de nog steeds aanzwellende stroom internationale toeristen te profiteren.
“Waarom onderneemt niemand initiatief om een deel van buitenlandse toeristen naar de buitenplaatsen te brengen”, stelde Dessing retorisch. Het Nederlands Bureau voor Toerisme, of de overheid heeft er nooit iets mee gedaan, stelde hij vast.
Niet gemakkelijk
Het zal ook niet gemakkelijk zijn, gaf hij toe. “Er zijn veel tegenstellingen, en er wordt niet veel samengewerkt.” Toch zal het de moeite lonen, daarvan is hij overtuigd.
Daarbij denk ik dat de buitenplaatsen niet alleen onbekend zijn bij de buitenlanders, ook bij een groot deel van onze eigen bevolking. Mensen kennen het misschien wel als park, hondenuitlaatplek of wandelbos, maar niet als plek met een bijzondere geschiedenis en een bijzonder verhaal.
Door deze verhalen te vertellen, en dan vooral de vaak kleurrijke verhalen van de mensen die op deze buitenplaatsen woonden, kan je zowel recreanten als toeristen een geweldige belevenis bezorgen.
Bijzondere verhalen
De verhalen liggen voor het oprapen en zijn talrijk, verrassend en boeiend. Als eindopdracht voor de cursus moeten we in samenwerking met één van de buitenplaatsen een cultuur-toeristisch arrangement ontwikkelen, gebaseerd op de verhalen in en rond de buitenplaatsen.
Dit lijkt me een heel mooi onderwerp. Wel jammer dat de hotels (en de andere verblijfsrecreatie) nogal mager is vertegenwoordigd: er doet één hotel mee en één bed&breakfast. Waar zijn de anderen?
Met dank aan: Laurien van der Vaart, buitenpaden.nl