Tuurlijk, ik denk ook na, heel vaak zelfs. Dan denk ik na over hoe het was. Over bv. afgelopen seizoen, dan bekijk ik alle cijfers over het afgelopen seizoen. Maar al vrij snel daarna ga ik voor denken. Hoe kunnen we het volgend jaar nog beter gaan doen!
Ik doen dat niet alleen, ik vraag onze droomgasten (van die gasten waarvan we er nog wel 100 meer willen hebben) wat ze hier zo bijzonder vinden, wat we heel goed doen en wat we beter morgen direct moeten veranderen. Met al die antwoorden van die droomgasten ga ik aan de slag. Waar kan ik elders in de wereld mooie voorbeelden vinden? Maar ik vraag hen ook vaak, als ze het me al niet spontaan hebben verteld, waar het tof is. Dan ga ik daar kijken, al is het maar op internet.
Gister ging ik weer voordenken, niet met een van onze droomgasten, maar met iemand uit ons netwerk. En hoewel we beide in een andere branche werkzaam zijn, gaan we toch een prachtig project optuigen. We hebben er zin in en we hebben haast. Want natuurlijk willen we het project ook aan laten sluiten op de culturele hoofdstad. Met andere partijen ben ik ook bezig met het optuigen van projecten. Niet een klein projectje voor volgend jaar, maar vooral over een project voor de volgende generatie, zeg maar voor 2030! Dat is voordenken op mijn ergst. Want de geschiedenis laat zien dat we helemaal niet zo goed zijn als mens om onze toekomst goed te kunnen voorspellen. Er zijn teveel varianten mogelijk die een rol zouden kunnen spelen. Wat als hier bv. de gekke koeienziekten voor onze camping zou uitbreken? Daar heb ik geen enkele invloed op, sterker nog, ik zit veel te ver van de bron om die gekke koeieziekte uberhaupt aan te kunnen zien komen. Wie had in 2007 kunnen bedenken dat een grote bank failliet zou kunnen gaan en het begin zou zijn van een grote, wereldwijde crisis? Achteraf ja, dan kunnen we de dingen heel goed duiden allemaal!
Toch is het goed om steeds maar weer in de huid te gaan kruipen van de gast anno, pak hem beet, 2020. Hoe is het gedrag van die gast, anders dan die van de huidige gast? Wat zien we dat dan echt al wezenlijk anders is? Waar moeten we rekening mee houden en als het even kan; hoe ziet in dat geval het ideale scenario er dan uit voor onze camping.
Steeds maar weer een paar stappen vooruit denken, en af en toe heel veel meer!
Heb jij afgelopen week nog met je organisatie voor gedacht? Ik ben heel benieuwd, laat het ons weten? Wees welkom, de polletjes Watersportcamping Heeg.
3 reacties
Fijne blog, en grappige woordspelingen, maar vanuit de beleveniswereld gezien, zou voordenken toch iets héél anders moeten zijn… Ik verklaar me nader:
Citaat : “… ik vraag onze droomgasten ..//.. wat ze hier zo bijzonder vinden, wat we heel goed doen en wat we beter morgen direct moeten veranderen. Met al die antwoorden van die droomgasten ga ik aan de slag. … ”
Dat is, zonder het woordspelletje erbij, een perfect voorbeeld van, … nadenken. Het is namelijk niet zo dat nadenken niet met toekomstplanning te maken zou hebben, dat is het namelijk vrijwel altijd WEL ! Weg woordspelletje. Nadenken is voortbouwen op de feedback uit het verleden. En daarvan wordt hier een accuraat voorbeeld gegeven. (..Met al die antwoorden van..)
Echt voordenken, is het proces van conceptuele ontwikkeling dat NIET uitgaat van feedback uit het verleden. Het is de gedurfde gooi naar klein of groot succes, vanuit een positie van: dit bestaat niet, en niemand vroeg ernaar, maar IK zie een markt hierin, ik kan me die levendig voor-stellen … !!
Daar wil ik voor-denken positioneren. Het is de werkwijze geweest waarin Efteling Sprookjesbos ontstond, waarin Disneyland werd gebouwd,, waarin de producten van Apple worden ontwikkeld, of Google, of het “wascafé” ( http://goednieuwskrant.blogspot.be/2012/10/het-gentse-wascafe.html ) om nu eens heel klein te starten. En om een frapant voorbeeld uit de geschiedenis te geven, dan even naar Japan, eeuwen terug, waar de KOI sier-kweek werd uitgevonden, als een door niemand gevraagde optie om een vis gekweekt om op te eten (karper) te gaan uitselecteren op kleur, totdat men een vis heeft om naar te kijken. Wie de geschiedenis ervan leest, is met verstomming geslagen. De voorloper van Apple .. 🙂 …. Citaat uit de link van het was-café : “…Dat niemand eerder op dat idee gekomen is…het is me een raadsel. ..” DAT is de kern van het echte voor-denken. NIEMAND kwam eerder op het idee ! Klanten bevragen zal nooit tot in der eeuwigheid zoiets opleveren. Dat brengt slechts “goed bijschaven” aan, vanuit het klassieke proces van nadenken. In de belevenis-industrie, proberen we wel voor-denkers te zijn, maar eigenlijk slagen er toch maar weinigen in, en advies moet je daar niet voor vragen, want klassieke PPPP marketing roept bij “Product” onveranderlijk : marktonderzoek ! Dit is dan wel ‘veilig’, maar levert nooit een nieuw product op. FOOD-for-THOUGHT !
Vriendelijke groet !
Goede middag Giwreh, dank voor je enorm uitgebreide reactie! Daar droom je toch van wanneer je een blog schrijft. Iemand die het niet (helemaal) met je eens is, en de moeite neemt om je dat te laten weten. Ik denk dat het ook juist daardoor interessanter wordt voor alle andere lezers! Dus dat als eerste, dank dus! Je zal het wellicht niet leuk vinden, maar ik ben het heel erg met je eens, echt voordenken, het voordenken op het hoogste niveau, zodat je tot innovaties komt die er tot dan toe nog niet op de wereld waren, dat is voor denken zoals jij dat schetst! Mijns inziens heb je innovaties op drie niveau’s
* nieuw voor je organisatie
*nieuw voor de branche
*nieuw voor de wereld.
Elk heeft een heel andere aanvliegroute, en een heel andere uitwerking. De processen zijn niet vergelijkbaar met elkaar. Nieuw voor de wereld vergt het meest van je verbeelding, van je creativiteit en doorzettings vermogen.
Ik ben heel benieuwd naar je reactie, wees welkom en Giwreh, het lijkt me tof om een keertje jou in het echt te ontmoeten, samen te sparren over dit onderwerp en wie weet nog meer.
Maak er een goed weekend van en wie weet tot plots! Karin
Een fijne zondagmorgen met lenteweer in late herfst.
Heel duidelijk wel, wat ik beschreef is inderdaad het proces ‘nieuw voor de wereld’.
Eigenlijk wou ik met mijn verhaal over voor-denken zonder uit te gaan van énig feedback referentiekader, ook en vooral aantonen dat dit soort unieke voor-denken zéér uitzonderlijk is, anders gezegd dat zelfs mensen die daar graag en hard aan werken er toch zeer vaak (meestal ?) niet in slagen.
Wij werken met z’n allen hard binnen het klassieke nadenk-proces, en dat heeft wél zijn waarde ! In misschien wel 99% van de gevallen ! Zelf opgemerkt probleem of feedback wordt genoteerd, we denken na over mogelijk oplossingen en speuren hierbij de sector of de wereld af, want reken maar dat hetzelfde zich reeds meermaals voordeed en dat de oplossingen reeds meermaals werden ‘gevonden’. Harte feiten ervaring, deskresearch en intuïtie werken dan idealiter samen. Voor veel organisaties is deskresearch zelfs voldoende om verbetering te krijgen (copy-paste..).
Het Ei van Columbus is dus een rariteit ! Maar zelfs het Ei van Colombus houdt zich vaker bezig met probleemoplossing, dan met de creatie van iets nieuws waar eigenlijk niemand naar vroeg ! 🙂
Het is altijd fijner met voorbeelden.
Hier twee typerende voorbeelden van dezelfde man, jaren 1950. Peter Reijnders die de technisch aangelegde psycholoog was achter het ontstaan van de Efteling :
De sprekende papegaai.
Dat deze piepkleine attractie toen zo’n gigantisch succes was (en het nu nog steeds doet, het was niet eens een sprookje, men heeft er ééntje bij uitgevonden, dat verder toch niemand interesseert..) komt omdat het puur inspeelde op kinderpsychologie. “Je mag dit niet zeggen, en je mag dat niet zeggen”… maar bij de papegaai mag men alles roepen wat men maar wil, en die roept alles precies zo weer terug (met een àndere “stem” !), onbeschaamd en zonder straf te krijgen van mama of papa. De sprekende papergaai kan je dus net zo goed “kleine kinderbevrijding” noemen. Dit was nooit eerder gedaan. Het was ook niet “nodig”. Het had niets te maken met (1) een vraag vanuit het publiek (eigen publiek of marktonderzoek), (2) een bekend probleem, (3) een overplanten van iets uit een andere sector. Peter zei gewoon: ik wéét dat dit gaat werken. En het werkte. 60 jaar later nog.
Ander voorbeeld; Holle Bolle Gijs.
Weerom psychologie in het spel. Maar hier was het uitgangspunt WEL een probleem: papiertjes op de grond, overal in en rond de speeltuin. Maar de oplossing kwam niet uit de hoek van de klassieke oplossingen (bvb educatieve bordjes, verhoogd toezicht, boetes ? 🙂 …) maar was wel weer een Ei van Columbus. Je papier NIET op de grond gooien, werd FUN ! (Er was plots zelfs niet genoeg afval meer om in zijn mond te proppen… dat werd een zeer grappig secundair probleem, later .. kinderen die rond de speeltuin renden en afval gingen vràgen aan andere bezoekers, om toch maar Gijs te kunnen voeden.)
Wat we kunnen leren van de voorbeelden is in elk geval dat je iets ‘nieuw voor de wereld’ pas bereikt als je géén consumenten-marktonderzoek doet, géén opiniebevragingen, géén consulent raadplegingen etc etc … en dan die rare geest hebt die het gewoon “kan”.
Vrijwel elke marketingfirma zal steigeren bij deze uitspraak, maar elk top-voorbeeld binnen de creatie wereld bevestigt dit opnieuw.
Is marktonderzoek dan nutteloos ? Natuurlijk niet. In 99% van alle gevallen zijn ondernemers (en ook overheden) bezig met zich te positioneren in de markt, en als ze een paar %-jes bijhalen, heeft het nadenk-proces succes gehad.
Het is maar wat je nodig hebt … 🙂
Groetjes.
(NB. Ik schrijf hier onder ‘Schrijvers-pseudoniem’. Walter kent me echter ook persoonlijk. En mijn doel is altijd opbouwende inzichten delen, maar die soms wel eens tegen de schenen kunnen schoppen, van “gevestigde industrieën” die mekaar moeten bewieroken en vaak wederzijds potjes gedekt houden, HELAAS ! Dat ik niet onder eigen naam schrijf heeft te maken met IAAPA, maar dat is een ander verhaal..)