Regelgeving voor springkussens en inflatables m.i.v. 2021

Op 23 november 2020 ontvingen veel verhuurbedrijven van Attractie- en Speeltoestellen in Nederland een brief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met hierin een aankondiging over het vervangen van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen.

Airquee, de grootste verhuurder van inflatables in Europa, boog zich over deze complexe materie, en geeft hieronder stap voor stap, in normaal Nederlands, uitleg over zaken die de komende periode gaan veranderen.

Wie of wat is de NVWA?

Je hebt de afkorting ‘NVWA’ vast wel eens voorbij zien komen, in de brief die je hebt ontvangen over de komende wijzigingen of op TV tijdens berichtgeving over misstanden met (opblaasbare) speeltoestellen. NVWA is een afkorting voor ‘Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit’. Dit overheidsorgaan heeft als kerntaak om toezicht te houden bij bedrijven en instellingen op de naleving van wetten en voorschriften. Het takenpakket van de NVWA is erg breed, denk hierbij aan de controle op productveiligheid, voedselveiligheid en het welzijn van dieren. In het geval van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen controleert de NVWA of producenten zoals Airquee hun producten produceren volgens de daarvoor geldende wetten en regels en of bedrijven die Attractie- en Speeltoestellen verhuren dit doen volgens het Warenwetbesluit, om zo de veiligheid van de gebruiker te waarborgen.

Wat wordt er bedoeld met WAS?

De veiligheid van speeltoestellen is geregeld in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS). In dit besluit staat beschreven waar een producent en verhuurder aan moeten voldoen. Denk hierbij aan zaken zoals het ontwerp- en fabricageproces, de keuring voor de eerste ingebruikname, veiligheidsinstructies en andere relevante informatie ten aanzien van het bijhouden van een logboek of actueel dossier en het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan het toestel.

Het WAS is van toepassing op onder andere speeltoestellen in de publieke ruimte, maar ook voor verhuurbedrijven en recreatie locaties zoals indoor speeltuinen en bijvoorbeeld vakantieparken. In het WAS is de definitie van een speeltoestel: een inrichting die bestemd is voor vermaak of ontspanning, waarbij uitsluitend van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt. Die definitie is erg vaag omschreven. Daarom is er ook een reikwijdtenotitie gepubliceerd, waarin meer duidelijkheid wordt gegeven. Die reikwijdtenotitie wordt in 2021 ook herschreven.

Wat is een AKI?

Wat is nu eigenlijk een AKI? Je komt die benaming bijvoorbeeld tegen in brieven van de NVWA maar ook in nieuwsberichten en verslagen. Feitelijk is het een oude naam: AKI staat voor Aangewezen Keuringsinstantie. Het WAS spreekt al langer over: ”aangewezen instelling”. Ofwel: Dit zijn bedrijven die door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn aangewezen om keuringen volgens het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen uit te mogen voeren. Een overzicht met keuringsinstellingen voor speeltoestellen vind je op de website van de NVWA. LET OP: De informatie op deze pagina is niet altijd 100% juist. De publicaties in de staatscourant zijn leidend.

Waarin verschilt het WAS2021 van het WAS?

In de brief van 23 november 2020 zijn aankondigingen gedaan over ‘wijzigingen’ van het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen. Feitelijk is dit geen wijziging maar een vervanging. De overheid heeft in deze brief dus feitelijk foute informatie verstrekt. We hebben punten uit deze brief voor je op een rijtje gezet:

1. Verhuurder is verantwoordelijk voor veilige plaatsing van het toestel

Springkussens die werden geplaatst zonder toezicht, niet zijn verankerd of zodanig zijn geplaatst dat deze schade oplopen en dus een risico vormt voor de gebruikers. Voorbeelden kennen we allemaal uit de praktijk. Het nieuwe WAS2021 stelt dat verhuurders verantwoordelijk worden voor het veilig plaatsen van het toestel. Betekent dit dan dat klanten géén materialen meer kunnen huren op afhaalbasis? Zeker niet! Het blijft mogelijk om materialen op basis van afhalen te verhuren. Als verhuurder zorg je in dit geval voor een duidelijke (mondelinge) veiligheidsinstructie bij het afhalen, geef je de klant een duidelijke instructiemap mee met opbouw-, afbouw- en gebruikersinstructies en zorg je dat benodigde materialen voor het verankeren en valdemping worden meegeleverd. We adviseren je om jouw klanten hier voor te laten tekenen zodat je kunt aantonen dat de klant vooraf op de juiste manier is geïnformeerd. Aanvullend kun je de klant vragen om enkele foto’s te maken van de opstelling en deze voor gebruik naar je op te sturen, bijvoorbeeld via WhatsApp of email. Je kunt de klant dan nog aanvullende instructies geven als dit nodig blijkt te zijn. Want als de klant het toestel niet veilig opbouwt, blijf je als verhuurder daarvoor aansprakelijk.

Plaats je het toestel zelf? Zorg ook dan dat het springkussen altijd staat verankerd, er valmatten zijn geplaatst als het springkussen op een harde ondergrond staat en dat de klant de veiligheidsinstructies heeft ontvangen en begrepen. Maak als onderbouwing enkele foto’s van de opstelling. Er bestaan softwarepakketten waarmee je direct foto’s kunt koppelen aan de order.

TIP: Maak duidelijke instructievideo’s met veiligheidsinstructies, plaats deze op je website en stuur een link naar je klant enkele dagen voor de verhuurdatum. Doe dit met zorg, maak voor elk type toestel een specifieke video.

2. Verhuurder is verplicht om valdempend materiaal mee te leveren als de ondergrond dit noodzakelijk maakt

Het meeleveren van valdempend materiaal is eigenlijk geen wijziging, deze verplichting bestond al en wordt nu extra benadrukt. Een speeltoestel dat op een verharde ondergrond wordt geplaatst (bijvoorbeeld steen of asfalt) dient aan alle open zijdes te zijn voorzien van valdempend materiaal. Bij een springkussen kun je gebruik maken van speciale (goedgekeurde) valmatten.

De eisen voor valdempend bodemmateriaal zijn vastgelegd in normen NEN-EN 1176 en NEN-EN1177. Er bestaat een relatie tussen de valhoogte van het speeltoestel en het te gebruiken bodemmateriaal. Je kunt dus niet zomaar iedere valmat die je op internet tegenkomt gebruiken als veilig valdempend materiaal voor een speeltoestel. Bij een mat moet een zgn. “kritische valhoogte” bekend zijn. Dit is de maximale hoogte vanaf waar een val door die mat acceptabel gedempt wordt. Matten met een kritische valhoogte lager dan 63 cm mogen nooit worden toegepast, ook niet als de treeplank van het kussen bijvoorbeeld maar 30 cm dik is.

Hoeveel matten heb je nodig bij een springkussen?

De valzone rond een speeltoestel (valgebied) is het gebied dat kan worden geraakt door een gebruiker wanneer deze valt. Voor opblaasbare speeltoestellen is die valzone rond de ingang, uitgang en open zijdes bepaald in de NEN-EN14960:2019-1. Er vanuit gaande dat ieder springkussen één toezichthouder heeft, kun je de volgende lengtes aanhouden:

    *Open zijdes: 1.2 meter aan alle zijdes.
    *Ingang/uitgang: 1.2 meter aan alle zijdes.

Wanneer je bijvoorbeeld tijdens een springkussenfestijn niet bij alle speeltoestellen een toezichthouder hebt staan, gelden andere eisen voor het plaatsen van valdempend materiaal. Je kunt hiervoor de norm NEN-EN14960:2019-1, paragraaf 4.2.8 raadplegen.

   Veilige & gekeurde valmatten bestellen?

   Bij Airquee kun je nu al een pre-order plaatsen voor, door TÜV Nederland, goedgekeurde valmatten. Klik hier voor meer productinformatie en prijzen.

3. Verhuurder moet huurders instrueren over veilig gebruik.

Het instrueren van huurders hebben we hierboven al besproken. Binnenkort zullen we op onze website een voorbeeld instructiemap plaatsen die je kunt gebruiken om klanten te informeren over het veilig gebruiken van jouw producten. Uiteraard kun je hiervoor nu ook al de handleiding van jouw leverancier raadplegen en op basis hiervan een instructievideo maken.

4. Het is verplicht om veiligheidsinstructies en waarschuwingen te plaatsen op het speeltoestel.

De meeste opblaasbare speeltoestellen zijn al voorzien van deze veiligheidsinstructies en waarschuwingen. Het gaat hierbij om de veiligheidspictogrammen en geschreven instructies. Deze instructies en waarschuwingen dienen altijd zichtbaar en bereikbaar te zijn. Zijn deze door slijtage of schade niet meer zichtbaar? Neem dan direct contact op met je leverancier om dit te laten vervangen.

Heeft jouw toestel nog geen zichtbare veiligheidsinstructies en waarschuwingen? Neem in dit geval direct contact op met de leverancier van het product zodat deze alsnog aangebracht kunnen worden.

5. Opblaasbare speeltoestellen moeten periodiek gekeurd worden.

Op dit moment worden speeltoestellen alleen bij de ingebruikname gekeurd door een AKI (aangewezen keuringsinstelling) en moet je er als verhuurder voor zorgen dat je een logboek of actueel dossier bijhoudt en zorg je voor het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan het toestel. Vanaf 1 januari 2022 komt er een registratieplicht en moet ieder speeltoestel worden voorzien van een uniek nummer en dient deze periodiek te worden gekeurd (zie hieronder meer over deze registratieplicht). Of deze plicht gaat gelden voor alle opblaasbare toestellen, of voor de toestellen die nieuw op de markt komen vanaf 1 juli 2021 (de invoeringsdatum van het WAS 2021) is nog niet helemaal duidelijk.

Wat is een periodieke keuring?
Een periodieke keuring is een controle die zal worden uitgevoerd door een AKI (aangewezen instelling). Deze keuring wordt uitgevoerd om te kijken of het toestel nog steeds aan de eisen op het gebied van veiligheid voldoet. De betrouwbaarheid en veiligheid van het object wordt hierdoor opnieuw vastgesteld. Bij het constateren van afwijkingen wordt het toestel afgekeurd, dienen er aanpassingen te worden gedaan en is een herkeuring nodig.

Om de hoeveel jaar moet een speeltoestel worden gekeurd?
Op dit moment is er nog geen concrete periode vastgesteld. De verwachting is echter dat opblaasbare speeltoestellen om de drie jaar periodiek gekeurd moeten worden. In het voorjaar van 2021 wordt hierover meer bekend gemaakt.

Wat gaat een periodieke keuring kosten?
De kosten voor een periodieke keuring hangen sterk af van de grootte van een object, het aantal objecten dat je tegelijk laat keuren en door welke keuringsinstantie je de keuring laat uitvoeren. Alle partijen werken op dit moment met vaste uurtarieven die variëren van 130 tot 160 euro per uur. Na het bekendmaken van meer details in het voorjaar van 2021 zullen we je via onze website ook verder informeren over de mogelijkheden en definitieve kosten voor het periodiek keuren van je materialen.

6. Ieder ernstig ongeval dat plaatsvindt met een opblaasbaar speeltoestel moet worden gemeld bij de NVWA.

Het melden van ernstige ongevallen met speeltoestellen bij de NVWA is ook nu al van toepassing en niet nieuw. De NVWA heeft hiervoor een formulier beschikbaar op haar website. Mochten hier wijzigingen in komen of een speciale link beschikbaar komen, dan zullen wij deze uiteraard zo spoedig mogelijk met je delen via onze website.

7. Op ieder opblaasbaar speeltoestel moet een uniek nummer aangebracht worden bij de eerste of eerstvolgende keuring.

Vanaf 1 januari 2022 is het verplicht om ieder opblaasbaar speeltoestel te voorzien van een uniek nummer. Bij nieuwe toestellen die je aanschaft zal dit worden gedaan door de fabrikant. Voor bestaande speeltoestellen waarop nog geen uniek nummer is aangebracht zal dit naar verwachting worden aangebracht door de AKI bij de (periodieke) keuring. Het is goed om te begrijpen dat het hierbij niet gaat om het type- en serienummer (dat moet al jaren op toestellen staan) maar om het RAS-nummer. Het RAS is een door NVWA opgetuigd systeem (Registratie Attractie- en Speeltoestellen) waarin elk toestel een uniek nummer krijgt. Vergelijkbaar met het kenteken van een auto (en dat is ook iets anders dan het VIN-nummer, wat overigens ook al uniek is).

Dit RAS nummer kan door bijvoorbeeld een NVWA inspecteur tijdens een controle op een evenement worden ingevoerd in een speciale database om te zien of het toestel is voorzien van een geldig keuringscertificaat.


Met dank aan (auteur van dit artikel): Ricardo van Vliet, manager Sales Operations bij Airquee.

Airquee heeft al veel ervaring op het gebied van periodieke keuringen en het aanbrengen van unieke nummers. In Engeland worden opblaasbare speeltoestellen al jaren door Airquee uitgerust met een unieke tag en verzorgen zij daar tevens de periodieke keuringen.

Bron en meer informatie: www.airquee.eu

Eén reactie

  1. Indien je en keuring gaat aanvragen, bij wie moet je dan zijn?
    Welke instanties gaan hierover?
    Kan iemand een aantal keurings instanties benoemen?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *