Recreatiesector komt zonder goede visie niet aan tafel bij discussie over ‘Landschap’

Op vrijdag 19 februari organiseerde Bouwend Nederland, LTO Nederland, Natuurmonumenten en LandschappenNL een verkiezingsdebat over de dilemma’s en keuzes rondom de schaarse grond in Nederland.

In het debat ‘Keuzes voor ons landschap!’ gingen (kandidaat) Kamerleden in De Balie in discussie over het grondgebruik en de ruimtelijke inrichting van Nederland. Hans de Vries (bureau voor vernieuwing) keek voor Pretwerk naar de livestream en noteerde enkele opvallende zaken.

De keuzes

Een belangrijk onderwerp van de komende Tweede Kamerverkiezingen is het gebruik van het landschap in Nederland en de keuzes waarvoor we staan. Nieuwe woningbouw en infrastructuur, een toenemende vraag naar gezond en kwalitatief goed voedsel, het opwekken van duurzame energie en het beschermen van  natuur: het zijn alle opgaven die vragen om een deel van de schaarse grond van Nederland.
‘Een gezond landschap is nodig’. Zo opent Hank Bartelink van LandschappenNL als één van de initiatiefnemers van het debat over het landschap. Diverse maatschappelijk opgaven (zoals energietransitie, bouwen, verduurzaming van de landbouw) hebben effecten op het landschap. Het landschap kan daarbij geen lijdend voorwerp zijn. Een visie is nodig om Nederland toekomstbestendig te maken.

De meningen

Uit de elevator pitches van de kandidaat-Kamerleden leken de verschillen tussen de partijen niet heel groot te zijn:

  • Mark Harbers (VVD) wil meer ruimte voor woningbouw en vindt landbouw onderdeel van de oplossing. En vooral Nederland niet laten verrommelen.
  • Frank Wassenberg (PvdD) gaat voor natuur, voor krimp van 3/4 van de veehouderij en breekt een lans voor kringlooplandbouw.
  • Frank Futselaar (SP) ziet de natuurgebieden uitbreiden maar vindt dat de natuur niet moet eindigen waar ‘natuur’ ophoudt. Ook agrarische grond kan natuur zijn.
  • Cees de Jong (CDA) gaat voor het terugpakken van de regie want er wordt te veel langs elkaar heen gepraat. Hij pleit voor een coördinerend Ministerie van Regionale Ontwikkeling. De kracht zit in de gebieden en de lokale functies.
  • Joris Thijssen (PvdA): wij gaan voor een Minister van Wonen die 100.000 woningen per jaar gaat bouwen, voor 50.000 ha extra natuur en samen met de boeren werken aan halvering van de stikstof uitstoot en hen weerbaarder maken tegen de grootgrutters. Wij willen windmolens in zee bouwen, zonnepanelen op de daken leggen en beide ook deels in het landschap.
  • Tjeerd de Groot (D’66): klimaat en natuur op de eerste plaats. Natuur integreren in het landbouwbeleid als kringlooplandbouw. Daardoor slimmer omgaan met het landschap.  
  • Laura Bromet (Groen Links): de grutto’s en houtwallen terug laten komen, woningen bouwen vlakbij o.v. knooppunten, zodat mensen met het o.v. gaan en niet via snelwegen. Meer windmolens en zonnepanelen op de daken.
  • Pieter Grinwis (Christen Unie): naar ruimte waar het goed toeven is, door meer kwaliteit, meer multifunctionaliteit en meer samenwerking onder Rijksregie. Goed voorbeeld van die manier van werken is De Ruimte voor de Rivier: met een dubbel doel (waterveiligheid en natuurontwikkeling), met heldere rijksdoelen en met decentrale uitvoering.

De stelling ‘er is op 5 minuten fietsen van mijn huis een recreatiegebied’ wordt positief ontvangen (1 tegen (VVD), 7 partijen voor). 

De landbouw

De voorzitter van LTO Sjaak van der Tak stelt ‘dat geen van de drie hoofdsectoren (natuur-biodiversiteit-milieu, landbouw-voedselproductie en bouwen) een monopolie op gebruik van de ruimte heeft; er moet worden gekozen tussen sectoren’. Vier partijen reageren op deze stelling.

  • ‘We moeten werken binnen de afgesproken kaders van biodiversiteit, schoon water, energietransitie en klimaatopgave. Keuzes maken om de natuur vooruit te helpen. Einde verhaal intensieve veehouderij. Ga voor de biologische landbouw. Landschap conserveren. Laat andere landen (inclusief ontwikkelingslanden) zelf voor hun voedsel zorgen’ (Groen Links).
  • ‘Monopolie landbouw weg, meer natuur en meer woningbouw. Kleine postzegel stukjes natuur is een makke. Boeren moeten biologisch natuurinclusief gaan produceren. Niet naar meer meer meer. Stop met produceren voor de buitenlandse markt. Dieren moeten ruimte krijgen en langer leven’ (PvdD).
  • ‘De hekjes tussen voedselproductie, natuur, wonen en recreatie weghalen met de natuur als basis van de samenleving. Leidt tot natuurinclusieve landbouw, de huizen niet meer doorspoelen met drinkwater en de woningen energie laten produceren. De knellende wetgeving van de afgelopen decennia kan weg (zoals de mestwetgeving), daar komen nieuwe doelen voor in de plaats. De boeren ondersteunen om anders te kunnen ondernemen. En de verwerkende industrie en retail de verantwoordelijkheid laten nemen’ (D’66).
  • ‘Niet al invullen. Is proces met vele gezichten en landschappen. Gaat vooral om een goed proces geleid vanuit de Rijksoverheid. Niet van tevoren vastleggen wat waar moet komen en hoe we wat gaan doen. Maar gaan voor integrale bijdrage vanuit de leefomgeving. Eerst de uitdagingen op tafel leggen. Onze Nederlandse landbouw is ’s werelds meest innovatieve landbouw en al duurzaam. We hebben verplichting om inhoud te geven aan de zoektocht hoe verder te gaan. Met gebruiksruimte om toekomstgericht te kunnen gaan werken. En wees trots op het feit dat we zo veel exporteren.’ (CDA).  

Tijd voor regie

Marc van Tweel (Natuurmonumenten) wil oplossingen niet als hagelslag over het landschap uitstrooien. Hij poneert de stelling ‘het is tijd voor regie’. Daar reageren weer de (kandidaat) Tweede Kamerleden op:

  • Mee eens. Wel via een bottom up proces (CDA).
  • Gebiedsgericht te werk gaan. Vooral om woningbouw een impuls te geven. Niet te veel zonneparken, geen grond braak laten liggen en de vele rijksgronden inzetten. Boeren hoeven niet weg voor natuur. We hebben een stikstof-probleem, geen boeren-probleem (VVD).
  • Mee eens. Tijd voor restauratie en herstel. Door gemeenten, waterschappen en provincie met duidelijke ruimtelijke rijksregisseur. Af van het doelmatigheidsdenken (zo goedkoop mogelijk) maar gaan voor ruimtelijke kwaliteiten (Christen Unie).
  • Van harte mee eens. De Rijksbufferzones mogen als instrument terugkomen. Voorkomen dat iedere kern een eigen bedrijventerreintje aanlegt (Groen Links).

Natuurherstel

Maxime Verhagen van Bouwend Nederland leidt de volgende stelling in door te spreken over de effecten van de stikstofmaatregelen c.q. de uitspraak . Hij stelt ‘natuurherstel en economische ontwikkeling gaan hand in hand’.
Daar zijn alle partijen het mee eens. Nederland blijft op slot zitten onder de huidige wetgeving. Zonder natuurherstel en verlaging van de stikstofuitstoot kan er niets.
Het beprijzen van vervuiling (inclusief de stikstofuitstoot door de veehouderij) lijkt een logische vervolgstap. Ook de (gesubsidieerde) transitie van de agrarische sector naar kringloop landbouw en de creatie van robuuste natuurgebieden lijkt de steun van de partijen te hebben.

CONCLUDEREND

De conclusies die ik als kijker/luisteraar trek:

  • Alle partijen willen 100.000 woningen per jaar erbij. Rondom het vinden van ruimte voor deze woningen is geen concreet voorstel ter tafel gekomen.
  • Alle partijen zien in dat natuurherstel en verlaging van de stikstofuitstoot nodig is voor nieuwe ontwikkelingen (waaronder nieuwe infrastructuur naar en van wijken).
  • De meeste partijen zien een andere meer circulaire landbouw c.q. voedselproductie.
  • De partijstandpunten lijken een breed gedragen oplossing (nog) in de weg te zitten. Met name de vertegenwoordigers van Groen Links en PvdA lijken hun visie vooral als oppositie te ventileren en niet als partij die mee wil regeren.
  • Partijen staan open voor regionale en lokale oplossingen waarmee de opgaven worden opgepakt.
  • De meeste partijen willen een duidelijke Rijksregie. Eigenlijk biedt de Omgevingswet die gevraagde kaders. Jammer dat daar niet op werd ingegaan.
  • Interessant vond ik de mening van de SP over de ‘boeren natuur’ en die van D’66 en VVD over het weghalen van hekjes. Dat biedt kansen voor de recreatie.
  • Recreatie (in welke vorm ook) is niet ter sprake gekomen. Dat zal mede liggen aan de organisatoren (Bouwend Nederland, LTO, Natuurmonumenten en LandschappenNL). Maar is de leisure sector wel goed genoeg georganiseerd om (een volgende keer) als organisatie aan tafel gevraagd te worden? Hebben we wel een visie op het landschap van de toekomst?

En wat is de rol van recreatie in het landschap?

Wat mij betreft was dit debat verhelderend. Goed dat het plaatsvond. Ook om te merken dat de meningen niet erg ver uit elkaar lijken te liggen. De mening van deze politieke partijen zie ik als een handschoen die door ons als sector dient te worden opgenomen. Het praten met de boer – wat partijen graag willen – zie ik graag uitgebreid worden tot alle spelers in het vrijetijdslandschap.
Wat zou het mooi zijn als de vrijetijdssector kan en wil bijdragen aan een gezond, duurzaam en leefbaar landschap. En met een visie komt.
Wie denkt mee? Hoe kijk jij tegen de toekomst van het landschap als (ook) vrijetijdslandschap aan?

Met dank aan:

Hans de Vries
bureauvoorvernieuwing.nl

Zie ook: Nederland heeft meer grond voor recreatie nodig

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *