De onderschatte rol van ‘chillen’ in een speelruimte

Speelplekken worden nog iets te vaak op de automatische piloot ingepland en zijn weinig aan verandering onderhevig. Dat is niet terecht, zo blijkt op de speelconferentie van Speelplan op 15 mei j.l.. Er zijn volop nieuwe inzichten die een ander licht laten schijnen op de inrichting van speelplekken. Wist je dat ‘schommels’ bezig zijn aan een opmars? De belangrijkste activiteit: Chillen en kletsen. En de meerwaarde van spelen en bewegen wordt steeds meer onderkend; ook voor ouderen.

De nestschommel (l) is zeer populair, maar ook de roterende ring (op de achtergrond) is aan een opmars bezig. (foto: Speelplan)

We delen enkele van de lessen die (ook) voor ondernemers in de recreatiesector van belang zijn:

Schommels in de uptrend

Een speelplek is een verzameling van diverse speelobjecten. Uit observaties door Speelplan, die speelplekken op veiligheid inspecteren en adviseren bij inrichting, blijkt dat er relatief steeds meer schommels in speeltuinen verschijnen. Er zijn er inmiddels 19.000 geregistreerd in Nederland. Vooral de nestschommel en de familieschommel zijn populair. Deze laatste zien we vooral terug in de versie die van touw is gemaakt. (de stalen versie is sinds enkele jaren verboden.)

Ook bij ontwerpprocessen, waarbij kinderen actief worden betrokken, blijkt de schommel vrijwel nooit te ontbreken. Diverse schommelvormen zijn ook goed toegankelijk voor kinderen met een beperking en ook speciaal aangepaste schommels, waar je bijvoorbeeld met een rolstoel in kunt, komen steeds vaker voor.

Speelruimte is primair een ontmoetplek

Gerben Helleman, onderzoeker aan de Haagse Hogeschool, deelde zijn inzichten in speelgedrag van kinderen. Twee jaar lang deed hij observaties in woonwijken en kwam daarbij tot enkele opvallende inzichten: “De ‘spelende’ kinderen besteden het overgrote deel van hun tijd om te kletsen met elkaar. Speelplekken blijken vaak een handige plek om te verzamelen en af te spreken. Natuurlijk wordt er ook gespeeld, maar er is vooral behoefte aan ontmoeting en samen ‘chillen’. Een speelplek die weinig wordt gebruikt heeft een probleem; Want juist de aanwezigheid van kinderen trekt andere kinderen aan.”

Bij jongere kinderen, die met hun ouders naar de speelplek komen, zie je ook volop de rol van sociale ontmoetingsplek terugkomen. Als de kinderen lekker spelen, komen de ouders met elkaar in gesprek. Bij gebrek aan voldoende bankjes worden ook speeltoestellen als zitplek gebruikt.

Dit schema uit de presentatie van Jantje Beton geeft een beeld van de brede impact en invloed van ‘spelen’.

Spelen is niet alleen voor kinderen

Vincent Luijendijk, o.a. auteur van het boek ‘De fijne stad’ wil op de inspiratiedag graag een hardnekkig vooroordeel aanpakken: Spelen is niet alleen voor kinderen. Ook volwassenen spelen graag, maar voelen zich te vaak ongemakkelijk. Luijendijk lanceert een wijze tegelspreuk: “Je stopt niet met spelen omdat je te oud wordt; je wordt oud als je stopt met spelen.”

Spelen is veel méér van een plezant tijdverdrijf. Ook daar wordt in diverse presentaties aandacht voor gevraagd. Spelen is voor kinderen een belangrijk onderdeel van hun ontwikkeling en oefenen van vaardigheden; spelen bevordert de gezondheid; spelen prikkelt de hersenactiviteit en creativiteit van jonge en oudere mensen.

Meisjes op zoek naar een eigen speelplek

Bij de inrichting van speelplekken wordt er vaak een generieke speelplek ingericht; vaak nog wel ingedeeld naar leeftijdscategorie. Over het algemeen komen daar vooral jongens op af. Meisjes voelen zich er minder thuis. Vincent Luijendijk pleit dan ook voor aandacht voor deze specifieke doelgroep. “Vooral in de iets oudere categorie blijven meiden weg. Gemeenten leggen vaak een skatepark aan – een typische jongensplek, terwijl bijvoorbeeld een pumptrackbaan ook aantrekkelijk wordt gevonden door meisjes. Ook de aankleding kan veel beter om het tot een populaire hangplek voor meisjes te maken.”

Luijendijk noemt o.a. het Britse initiatief Make Space for Girls als goed voorbeeld van een project dat zich richt op leukere speelplekken voor meisjes.

Aandacht voor veiligheid; ook recreatiesector moet aan de bak

De NVWA heeft recent een brief rondgestuurd aan gemeenten waarin zij aankondigen om intensiever te gaan controleren op veiligheid en het naleven van de regels uit het WAS-besluit. Walid Rahman, directeur van Speelplan, wijst er op dat boetes hoog kunnen oplopen als zaken niet in orde zijn. In de zaal zaten vooral beheerders van gemeentelijke speelplekken. De NVWA is in 2024 ook bij recreatiebedrijven op bezoek geweest en hield daar geen positief beeld aan over:

Tijdens de inspecties van vrijetijdslocaties zijn de eigenaren en beheerders ook beoordeeld op hun kennis van het WAS 2023. Hieruit kwam naar voren dat veel beheerders en eigenaren onvoldoende kennis hadden en niet wisten wat hun wettelijke taken zijn. Dat was voornamelijk het geval bij locaties met 5 of minder toestellen. Beheerders en eigenaren met een groter aantal toestellen was beter maar nog steeds onvoldoende op de hoogte van de regels (40% was voldoende bekend).

conclusie NVWA na inspecties vrijetijdslocaties in 2024

We komen hier binnenkort nog op terug met een uitgebreider artikel.

Met dank aan (organisaties van de kennisdag spelen) www.speelplan.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *