De campingsector krimpt; Wordt dat een probleem?

Leo Diepemaat, directeur van branchevereniging Kampeer en Caravan Industrie (KCI) en organisator van de Kampeer en Caravan Jaarbeurs (KCJ) maakt zich zorgen over de krimp van het aantal kampeerplekken in Nederland. Wij keken met meerdere deskundigen naar deze ontwikkeling.

Diepemaat vertelt tijdens de meest recente editie van de KCJ: “De afgelopen jaren is kamperen weer in populariteit toegenomen. Het aantal verkochte caravans en campers staat op recordhoogte. Maar kunnen al deze (nieuwe) kampeerders straks, met name tijdens de vakantieperiodes, nog wel een mooi plekje vinden op een Nederlandse camping?”

Cijfers CBS

Laten we eerst eens kijken wat de cijfers van het CBS ons zeggen over de ontwikkeling in de afgelopen tien jaar. (peilpunt augustus 2012 en augustus 2021)

Dataset op: www.cbs.nl/nl-nl/cijfers/detail/82062NED

In totaal zijn er tussen 2012 en 2021 bijna 121.888 kampeerplekken verdwenen. We zien regelmatig nieuwsberichten voorbij komen dat er een camping is overgenomen, en wordt heringericht als vakantiepark. Dat verklaart slechts een deel van de krimp aan campings (-649), aangezien de toename van aantal vakantieparken in dezelfde periode uitkwam op +353.

Er wordt in de media vanuit gegaan dat het aantal overnachtingen op de camping de afgelopen jaren (flink) is gestegen. De cijfers van het CBS onderbouwen dat niet!

Meer informatie: https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/82062NED/table

KCI: Nu al plannen voor de toekomstige groei

We vragen bij Diepemaat (KCI) door naar de achtergronden van zijn bezorgdheid. KCI vertegenwoordigt vooral leveranciers van kampeermiddelen. Deze markt is daarmee direct verbonden met de vitaliteit en omvang van de campingsector in Nederland

Krijgen jullie op dit moment al signalen uit de markt waaruit blijkt dat er onvoldoende kampeerplekken zijn in Nederland? (in het hoogseizoen)

Diepemaat: “Nog niet concreet echter op basis van de groei in verkoop, het herontdekken van de vakantie in eigen land willen wij deze ontwikkeling graag voorblijven.”

Wat is jullie verwachting t.a.v. groei of krimp van de Nederlandse kampeersector in de komende jaren?

Diepemaat: “Wij verwachten daarin groei, het bezit van het aantal caravans nam af en sinds april zien we dat weer stijgen, evenals de enorme groei op het gebied van campers, (we verwachten eind van dit jaar meer dan 600.000 geregistreerde caravan c en campers in NL0, daktenten, vouwwagens in een avontuurlijke uitvoering en tenten.”

Op welke locaties (regio’s) verwacht je de meeste knelpunten?

Diepemaat: “We zien ook enorme groei van verplaatsbare accommodaties bij onze Oosterburen, zowel bij caravans en campers, dus de regio’s waar veel Duitse gasten komen zullen ook daarmee rekening moeten houden.”

Heb jullie ook een beeld van het soort kampeerplekken waar veel vraag naar is?

Diepemaat: “Deze ontwikkeling is zeer divers, aan vrijwel alle bestaat behoefte en specialisatie zou hier ook niet verkeerd zijn op basis van thema’s: jongeren, gezinnen, ouderen, druk , rustig, veel vertier of juist weinig, in de buurt van strand, bos, omgeving, steden etc.”

Meer informatie: www.kampeerencaravan.nl

Boerencampings worden groter

Bas van Mill

Op dezelfde beurs (KCJ) treffen we ook Bas van Mill, directeur van de Stichting Vrije Recreatie (SVR). Hoe kijkt hij aan tegen het verdwijnen van campings? En heeft dat nog invloed op de vraag naar boerencampings?

Van Mill: “We kunnen wel zeggen dat het erg goed gaat met de SVR campings; aan belangstelling geen gebrek. Juist in de coronatijd zoeken veel mensen een vakantieplek in Nederland met volop veilige ruimte. En dat is nu juist een pluspunt van onze campings. De vraag nam echter al toe voordat de coronacrisis begon en we zien dat diverse aangesloten campings de afgelopen jaren uitbreidingsplannen hebben gerealiseerd. De kleinschalige boerencamping wordt daarmee gemiddeld steeds groter. Het is bij ons de uitdaging om daarbij de gemoedelijke en authentieke sfeer, die past bij een boerencamping, te blijven behouden.”

Meer informatie: www.svr.nl

HISWA Recron ziet geen reden tot ongerustheid

Natuurlijk kun je bij een analyse van de kampeersector niet om de leidende brancheorganisatie heen. HISWA Recron heeft direct contact met de ondernemers in deze markt en daarmee een goed beeld hoe de kampeermarkt zich ontwikkelt. Waren er veel campings volledig uitverkocht? En neemt het aantal dagen van volbezetting volgens HISWA Recron toe?

Hiswa-Recron: “Cijfers over bezetting hebben we (nog) niet. Afgelopen zomer was een goede zomer voor de meeste campings en vakantieparken. Door corona bleven meer Nederlanders in eigen land en waren er minder buitenlanders (Duitsers en Belgen). Er waren zeker campings enkele weken in het hoogseizoen vol. Wij hebben niet het idee dat het aantal dagen volbezetting toeneemt. De meeste campings hebben meestal wel een paar weken compleet volle bezetting in het hoogseizoen.”

Delen jullie de zorg dat er teveel campings verdwijnen?

Hiswa Recron: “Nee, die delen wij niet. Er zijn ontzettend veel campings in Nederland en ondanks dat we wel de trend herkennen dat er meer bungalows of andere verhuureenheden (safaritent/ lodgetent) komen op campings, zien wij dat niet als een bedreiging voor de toeristische en vaste plaatsen. Het brengt soms wel bij  een aantal bedrijven mee, dat zij hun focus verleggen van vaste staanplaatsen naar kamperen. Dat is een ontwikkeling die tot meer mogelijkheden leidt voor recreanten met een kampeermiddel (tent/caravan) of camper.

Er is recent nog onderzoek gedaan naar de toekomst van Vakantieparken door Rolf Nijdam. Conclusie: meer dan 50% van het totale recreatieve verblijfsaanbod zijn campings tot en met 60 plaatsen. We maken ons dus niet zorgen dat er nu een aantal campings verdwijnen en daarvoor chalets e.d. voor in de plaats komen.

Zijn er nog regio’s waar de problematiek van een tekort aan kampeerplaatsen extra sterk speelt?

HISWA Recron: “De populaire bestemmingen zitten als eerste vol (kust, Vechtdal, etc) maar ik zou dat niet als probleem definiëren. Er zijn zoveel andere mooie plekken in NL waar je naar een camping kan.”

Er verdwijnen met name veel budget – seizoensplekken. Zien jullie voor dit marktsegment een alternatieve oplossing?

HISWA Recron: “Er zijn nog heel veel budgetplekken over. Denk aan de kamperen bij de boer, of de wat minder luxere campings. Daarbij is de prijs ook vaak afhankelijk van het moment in het jaar/hoog- en laagseizoen. En dus ook voor mensen met een kleine beurs is er echt nog voldoende aanbod.”

Er is volop discussie over het inkrimpen van de landbouw in Nederland. Zien jullie dat als een mogelijkheid om meer ruimte te claimen voor de recreatiesector?  

HISWA Recron: “Ja, dat zou zeker een mogelijkheid zijn om de recreatiesector in de breedste zin van het woord meer mogelijkheden te geven. Ontwikkelingen in onze sector zijn daarnaast ook nog goed voor de leefbaarheid van bepaalde landelijke gebieden en dorpen.”

ZKA: lastig om een lange termijn dalende trend om te buigen

Als we het gerenommeerde onderzoeksbureau ZKA leisure vragen om de trend van de krimpende campingsector te duiden, dan ontvangen we van leisure specialist Tom Gosens een analyse:

“De kampeertrend (uitgedrukt in overnachtingen) is structureel gezien dalend. Een kleine opleving vanaf 2017. En toen corona… een belangrijk kruispunt voor camping: kunnen zij door markt-, product- en conceptontwikkeling de trend structureel keren? Ik zie dat het veel individuele bedrijven lukt om tegen de trend in te groeien. Maar om de vraagtrend op sectorniveau te keren… daar is veel nodig. Belangrijkste uitdaging is om nieuwe waardenproposities voor gasten te maken. Dat betekent het toevoegen van andere/nieuwe waarden aan het kamperen. Ik heb daar wel ideeën over, maar daar moeten we dan maar eens over doorspreken.

Een paar opmerkingen:

  • Uit de CBS cijfers blijkt dat er bij de ontwikkeling van het aantal overnachtingen op campings aan, geen stijgende lijn zichtbaar is. In zekere zin klopt dat, de kampeersector is toch erg weersafhankelijk en 2018 en 2019 waren wat dat betreft goede jaren. Het kan dus zijn dat het een tijdelijke stijging is. Als de ontwikkeling op de langere termijn wordt bekeken (dus ook vóór de trendbreuk van 2012 in de cijfers van het CBS) dan zien we dat er een dalende trend was tot aan 2017. De vraag is of deze dalende trend na de coronacrisis terugkeert. Of spelen alle overnames en daarmee de toegenomen marketingkracht in de sector een belangrijke rol en zullen we zien dat de stijging van de laatste twee jaren voor de coronacrisis zich structureel doorzet.
  • Inhoudelijk denk ik dat er wel een aanvulling mogelijk is op de reactie van HISWA Recron over het verdwijnen van de seizoensplekken. Ik ga er daarbij gemakshalve vanuit dat ze niet alleen seizoens- maar ook jaarplaatsen bedoelen. Ze halen aan dat er voldoende plekken zijn bij kleine campings en bij parken met een minder hoge kwaliteit. Op zich hebben ze daarin een punt: er zijn veel kleine bedrijven bij gekomen in de afgelopen jaren (die moeilijk in de cijfers van het CBS te herkennen zijn) en met de structurele veranderingen in de agrarische sector zie ik daar voorlopig geen verandering in komen. Maar de beleving is natuurlijk wel anders bij kleine campings en bij parken met een minder hoge kwaliteit, daar zit in mijn ogen een deel van het probleem wat betreft het verdwijnen van jaarplaatsen. De sociale structuren zijn op deze bedrijven toch wat anders dan bij een traditionele grootschalige camping met veel voorzieningen en reuring. Als de overnametrend zich doorzet, is het realistisch dat er meer plaatsen zullen verdwijnen. Het kan uiteraard zijn dat de markt dit probleem op termijn vanzelf oplost (minder vitale campings maken gebruik van de mogelijkheid om een impuls aan hun bedrijf te geven met jaarplaatsen van hogere kwaliteit), maar zeker is dat allerminst. Want zijn er wel ondernemers die daar werk van willen maken? Misschien is het goed om bij dit punt een verwijzing te maken naar het onderzoek dat CELTH in 2015 heeft uitgevoerd, naar de toekomst van de vaste gast. Het zou in mijn ogen niet verkeerd zijn om een update van dat onderzoek uit te voeren, zodat de balans tussen vraag en aanbod opnieuw kan worden vastgesteld. In 2018 is zo’n onderzoek al wel uitgevoerd voor Zeeland, door Kenniscentrum Kusttoerisme.

Meer informatie: www.zka.nl

ACSI: De grootste problemen ontstaan in Zuid-Europa

We vroegen ook campingspecialist ACSI naar hun visie op de veranderende situatie. Directeur Ramon van Reine heeft een goed beeld van de situatie in de brede Europese campingsector. Vanuit dat perspectief maakt hij  zich weinig zorgen over de capaciteit van kampeerplaatsen in Nederland. “Die was voor de uitbraak van de coronapandemie voldoende en zal dat ook daarna weer zijn. Immers, voordat corona ons gebruikelijke vakantiegedrag veranderde hadden we in Nederland geen groot probleem met overvolle campings. Dat zal vanaf volgend jaar ook niet het geval zijn. Wij weten inmiddels uit onderzoek dat de kampeerders die de afgelopen twee jaar Nederland herontdekt hebben volgend jaar weer hun oude buitenlandse bestemming gaat opzoeken.

Wel maak ik mij zorgen over de ontwikkelingen in Zuid-Europa, waar eveneens op grote schaal kampeerplaatsen worden ingevuld met vaste accommodaties voor de verhuur. Voor de uitbraak van de coronapandemie bestond in deze landen al een capaciteitsprobleem in het hoogseizoen. Vooral in de populaire gebieden. Daarnaast is in deze landen het aantal boerencampings lang niet zo toegenomen zoals dat in Nederland het geval is.”

Meer informatie: www.acsi.eu

(advertentie)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *