ABN AMRO: Druk op marges en koopkracht remt herstel leisuresector

Vanaf 23 maart 2022 zijn alle coronamaatregelen opgeheven. Hoewel het langverwachte herstel van de leisuresector wordt ingezet, wordt deze vertraagd door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. De hoge energieprijzen drukken op de winstmarges en consumenten voelen de prijsstijgingen steeds meer in de portemonnee.

Foto: Pretwerk @ Vakantiepark Molenwaard

Ondernemers kampen met stijgende energieprijzen. Zo bedroegen de energiekosten van de traditionele horeca in 2019 gemiddeld 2,5 procent van de omzet en 17 procent van het resultaat. Daarnaast hebben horecaondernemers te maken met de indirecte gevolgen van de hoge energieprijzen, zoals bij de inkoop van bijvoorbeeld voedingsmiddelen die eveneens in prijs zijn gestegen.

Al geruime tijd zijn de gestegen energieprijzen de hoofdoorzaak van de inflatie, die in februari 6,2 procent was ten opzichte van dezelfde maand in 2021. De prijsdruk vanuit voedingsmiddelen en industriële goederen neemt echter ook verder toe door onder andere toeleveringsproblemen en grondstoftekorten. Waar de stijgende kosten eerder werden opgevangen door de producenten in de keten, krijgt de consument nu meer van de gevolgen van de prijsstijgingen voor de kiezen.

Het aanbod van energie, grondstoffen en producten blijft naar verwachting zeker nog een jaar problemen geven. Daardoor blijven de prijzen hoog of gaan zelfs nog verder stijgen. De sancties van Westerse overheden en zelfsanctionering van bedrijven vergroten deze problemen. Hoe groot de gevolgen hiervan zijn op de economische ontwikkeling hangt onder meer af van de duur van de oorlog.

Consumentenbestedingen

Terwijl aan de aanbodzijde ondernemers worstelen met de vraag of ze de gestegen prijzen wel volledig kunnen doorberekenen aan hun klanten, drukken de gestegen prijzen aan de vraagzijde op de koopkracht van de consument en daarmee op de consumptieve bestedingen. De stijgende inflatie wordt namelijk niet volledig gecompenseerd door de cao-loongroei, zo verwacht ABN AMRO.

Vooral aan het eind van 2022 en in 2023 worden de consumptieve bestedingen geraakt, zodra ook de huishoudens die nu nog een vast energiecontract hebben, worden geconfronteerd met een hogere energierekening. De consumptieve bestedingen zijn nog hoog in het begin van 2022 wegens inhaalvraag die ontstaan is na de coronacrisis. Een deel van het opgepotte spaargeld wordt mogelijk in eerste instantie aangewend tegen de hogere prijzen. Ook compensatie vanuit de overheid zal mitigerend werken. Al met al verwacht ABN AMRO een toename van de consumptiebestedingen van 4,6 procent in 2022 ten opzichte van 2021.

De onzekerheden worden weerspiegeld in het consumentenvertrouwen, dat in maart verder is gezakt naar -39. Zowel het oordeel over het economische klimaat als de koopbereidheid, waaronder het doen van grote uitgaven gingen achteruit. Traditioneel is de leisuresector gevoelig voor een laag consumentenvertrouwen.

Lees ook: Hoge energieprijs kan bedrijfsleven circa 22 mrd kosten

Faillissementen

Uit cijfers van Locatus blijkt dat sinds de start van de coronacrisis minstens 486 cafés, 240 lunchrooms en 99 restaurants de deuren sloten. Ook andere segmenten zijn hard getroffen door de crisis en dan met name in 2020. Zo steeg het aantal opheffingen in de travel van 460 in 2019 naar 650 in 2020; een stijging van ruim 41 procent.

Het aantal faillissementen en opheffingen in 2021 is daarentegen relatief laag, ondanks de verplichte sluitingen en grote dalingen in de omzet van veel leisurebedrijven. In 2021 waren er 148 faillissementen in de leisuresector; ruim 60 procent minder dan in 2020. Het aantal opheffingen daalde met 38 procent in 2021 ten opzichte van 2020. Door kapitaalstortingen van ondernemers, steunmaatregelen van de overheid en uitstel van betalingen bij de banken en de belastingdienst zijn veel bedrijven overeind gebleven.

Verwacht wordt dat het aantal faillissementen en opheffingen toeneemt nu de steun na het eerste kwartaal van 2022 gestopt is. De horeca ontving met 5,9 miljard euro bijna 20 procent van alle steun op basis van de regelingen NOW en TVL. Binnen de horeca kregen restaurants de meeste steun, gevolgd door hotel-restaurants en cafés. In totaal hebben alle sectoren vanaf maart 2020 tot en met september 2021 ongeveer 31 miljard euro aan steun gekregen ter compensatie voor loonkosten en vaste lasten tijdens de coronacrisis.

Lees ook: Cafés en restaurants maken plaats voor bezorgers

Schulden

Niet alleen stopt de overheidssteun per 1 april 2022, veel ondernemers kampen bovendien met uitstaande schulden. Binnen de horecasector is de gemiddelde belastingschuld van hotels, restaurants en cafés in 2021 flink opgelopen. Zo steeg de schuld van hotels tussen februari en augustus van 205.000 naar 309.000 euro gemiddeld per bedrijf, een toename van 50 procent. Voor restaurants nam de gemiddelde belastingschuld toe van 55.000 naar ruim 76.000 euro. Dit is een stijging van 38 procent.

Veel horecaondernemingen hebben naast de belastingschuld ook andere schulden waardoor de druk op de kasstromen nog hoger is. Zo geeft 22 procent van de horecabedrijven aan een totale schuldenlast te hebben die hoger is dan voor de coronacrisis en die problematisch is voor het bedrijf. Dit blijkt uit de Conjunctuurenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die gemeten is aan het begin van het derde kwartaal van 2021. Naast de opgelopen belastingschuld zegt 12 procent van de horecaondernemers een huurschuld te hebben en bijna 6 procent een schuld bij een geldverstrekker zoals banken. Ten opzichte van alle Nederlandse ondernemingen met respectievelijk 2,1 procent (huurachterstand) en 1,8 procent (achterstand bij geldverstrekkers) zijn dit relatief hoge percentages. Het percentage horecaondernemers dat een schuld bij toeleveranciers heeft, is vergelijkbaar met alle Nederlandse ondernemingen, namelijk 0,8 procent

Lees ook: Belastingschuld bedrijven is flink toegenomen

Personeelstekorten

Een andere rem op een snel herstel van de sector betreft het personeelstekort. De gevolgen van de opheffing van de lockdown in het tweede kwartaal van 2021 zijn duidelijk af te lezen uit de ontstane vacatures en de vacaturegraad van de horeca. Toen de restaurants en cafés weer open mochten, was er snel behoefte aan personeel. Het aantal ontstane vacatures steeg tussen het eerste en tweede kwartaal hierdoor van 19.000 naar 43.000. En de vacaturegraad verdubbelde bijna met een toename van 44 naar 82 vacatures per 1.000 banen. Door de lockdown aan het eind van 2021 namen de ontstane vacatures weer iets af naar 21.000.

Veel werknemers uit de horeca zijn tijdens de lockdowns ontslagen, dan wel vrijwillig vertrokken, en het is zeer de vraag of zij terugkeren. Tijdens de coronacrisis konden jongeren tegen een hoger salaris werken bij locaties van de GGD, waar de werktijden ook regelmatiger zijn. Inmiddels mengen ook andere sectoren en nieuwe toetreders, zoals flitsbezorgers, zich in de strijd om personeel.

Lees ook: Verhogen welzijn helpt horeca bij personeelstekort

Prognoses per subsector

De gevolgen van de oorlog vertragen het herstel van de leisuresector. Daar komt bij dat de sector net uit de coronacrisis komt. De verschillen tussen de onderliggende subsectoren zijn echter groot. Zo zijn fastfood, vakantieparken en campings redelijk door de crisis gekomen. Voor reisondernemers, restaurants, musea, attractieparken, dierentuinen en bioscopen geldt dit niet. Zij zagen hun omzet fors terugvallen door de verplichte sluitingen. In sommige gevallen is de schade door faillissementen en vertrek van personeel zo groot dat herstel moeizaam verloopt en in andere gevallen wordt min of meer geprofiteerd van de enorme veranderingen die de coronacrisis teweeg heeft gebracht.

Bron en meer informatie: www.abnamro.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *