Nieuw CBS-onderzoek geeft actuele inzichten in horeca

KHN-voorzitter Robèr Willemsen: “KHN gaat in de behartiging van de belangen voor de horeca de komende tijd nog meer inzet plegen voor een eerlijk speelveld met eerlijke mededingingsregels”.

Werken in de horeca
Ook uit dit rapport blijkt dat deze branche gevoelig is voor seizoen, pieken en dalen. Veel ondernemers én personeel hebben daarom behoefte aan een ruime mate van flexibiliteit. De oplossing is een Arbeidvoorwaarden Reglement (AVR) en niet alles vastleggen in een cao. Zo is het mogelijk om flexibele afspraken te maken tussen werknemer en werkgever die duidelijk en voor iedereen toepasbaar zijn voor iedereen die graag in de horeca werkt. KHN vindt dat de Wet Werk en Zekerheid bijgesteld moet worden, zodat deze rekening houdt met seizoenen. Deze bijstelling zou volgens KHN moeten zijn:

• Maximaal zes contracten in vier jaar tijd;
• Geen loonverplichting als er geen werk is;
• De veel te lange verplichte onderbreking tussen ketens van contracten moet terug van zes naar drie maanden.

CBS: Meer omzetgroei voor horeca in stad dan regio
De horecasector groeit, maar de groei is niet evenredig. Dat zien we aan de verschillen in groei in de periferie en de stedelijke gebieden. Tussen 2011 en 2015 was de omzettoename in Nederlandse steden twee keer groter dan voor horeca daarbuiten. Dit blijkt uit onderzoek van CBS in opdracht van Koninklijke Horeca Nederland. De uitkomsten van dit onderzoek hebben betrekking op ruim 20 000 horecabedrijven in Nederland die lid zijn van branchevereniging KHN.

Tussen 2011 en 2015 kampten horecabedrijven in stedelijke gebieden alleen in het eerste kwartaal van 2013 met een omzetafname (-1,3 procent). In de overige kwartalen nam de omzet toe ten opzichte van een jaar eerder. Horecabedrijven buiten de stad kenden 4 kwartalen met dalende omzetten.

CBS: Iets meer vrouwen dan mannen maar zelfde leeftijdsopbouw
Er werken iets meer vrouwen (53 procent) dan mannen in de horeca. Buiten de stad werkt een iets groter percentage vrouwen (56 procent) in hotels, restaurants, lunchrooms en cafés. In (middel)grote steden is het aandeel vrouwen en mannen (51 versus 49 procent) zo goed als gelijk.

In daghoreca, zoals koffie- en theehuizen, ijssalons en lunchrooms is het aandeel vrouwen het grootst. Hier werken meer dan twee keer zoveel vrouwen als mannen. In restaurants werken gemiddeld net zoveel vrouwen als mannen.

De leeftijdsopbouw van vrouwen en mannen werkzaam in de horeca is nagenoeg gelijk aan elkaar. Gemiddeld is de leeftijdsgroep 16 tot 20 jarigen (28 procent) het grootst. Vooral in snackbars en fastfoodrestaurants werkt een groot percentage (47 procent) jongeren tussen de 16 en 20 in de frituur. In hotels is de gemiddelde leeftijd juist iets hoger. Hier zijn vooral twintigers werkzaam als receptionist, kelner, kok, bedrijfsleider of manager.

In 2015 was het gemiddelde uurloon in de horeca €11,60. Het gemiddelde uurloon in Nederland was 22 euro, ruim 10 euro hoger dan in de horeca. Het verschil hangt samen met de lage gemiddelde leeftijd en de hoge parttime percentage in de horeca. Gemiddeld is het uurloon laag, maar de horeca heeft overwegend jonge medewerkers en ook het percentage medewerkers met een fulltime baan is lager. Het uurloon wordt hoger naarmate er meer uren gewerkt worden en naarmate de leeftijd stijgt. Zo verdiende iemand met een fulltime contract gemiddeld €15,80.