Staatssecretaris Bleker presenteert tienpuntenplan Natura 2000

Er moet meer balans komen in het Natura 2000-beleid. De natuur in Natura 2000-gebieden wordt terecht goed beschermd door Europese regelgeving, maar staat soms andere maatschappelijke ontwikkelingen in de weg. Zoals bij de planning van wegen of een windmolenpark. Staatssecretaris Henk Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) wil die impasse doorbreken met een tienpuntenplan dat hij woensdag 14 september 2011 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Analyse van de vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn
Het plan stoelt op een analyse van de vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn die beide van toepassing zijn op de Natura 2000-gebieden. Er is gekeken hoeveel zogeheten ‘rek en ruimte’ deze Europese regelgeving biedt. Ondanks de striktheid van de richtlijnen is op tien punten een aanpassing van het beleid mogelijk. Uitgangspunt blijft dat Nederland voldoet aan de internationale verplichtingen, maar dat gelijktijdig ook normale economische ontwikkelingen kunnen doorgaan. Deze analyse is getoetst door een commissie van hoogleraren onder leiding van Peter van Wijmen, hoogleraar natuurbeschermingsrecht in Tilburg.

Natura 2000-gebieden en bescherming natuurwaarden
Staatssecretaris Henk Bleker: ‘In een druk bevolkt en ondernemend land als Nederland blijft het van belang om scherp aan de wind te varen om aan alle wensen recht te kunnen doen. Dit tienpuntenplan biedt duidelijkheid voor ondernemers en omwonenden van Natura 2000-gebieden én voor de bescherming van natuurwaarden. Ik wil nuchter, met verstand en idealisme aan de slag met Natura 2000 en wil daarbij vaart maken.’

Tienpuntenplan

Het plan bevat 10 nieuwe werkwijzen om meer balans in het natuurbeleid aan te brengen:

1. Ander ambitieniveau
Er wordt de komende jaren vooral ingezet op het behoud van bedreigde natuurtypen en minder op verbetering of uitbreiding van natuurtypen.

2. Limieten stellen
Er wordt kwantitatief bepaald hoeveel de natuur in Nederland nog verbeterd moet worden voor het bereiken van een gunstige staat. In plaats van alleen te bepalen dat bijvoorbeeld de droge heide moet worden uitgebreid, zal worden vastgesteld met hoevéél hectare de droge heide moet zijn uitgebreid en wanneer. Als dat is bereikt, is het klaar. Dit geeft duidelijkheid in en rondom het gebied.

3. Doelverlaging
Wanneer Nederland heeft laten zien dat de gunstige staat van bepaalde natuurtypen bereikt is en geborgd wordt, dan kan in gebieden waar dit type voorkomt meer speelruimte ontstaan.

4. Aanwijzingsbesluiten aanpassen
De aanwijzingsbesluiten lijken soms in beton gegoten. Periodiek aanpassen is wenselijk. Dit is nodig omdat de natuur zelf dynamisch is, maar ook vanwege externe omstandigheden als klimaatverandering. Ook zal periodiek worden gekeken op welke plaats de uitbreiding het beste kan: ecologisch, qua effect, omgeving en kosten. Als het nodig is kunnen de beschermingsdoelen van de natuurtypen dus worden aangepast.

5. Accentverschuiving ganzendoelen
De Natura 2000-gebieden zijn voor ganzen vooral van belang als slaap- en rustgebied. Foerageergebied (vooral graslanden) is er in Nederland voldoende. Daarom zal de bescherming van ganzen zich in een aantal gebieden enkel richten op de slaap- en rustfunctie. Door deze accentverschuiving wordt het mogelijk om op grasland vaker vergunningen af te geven voor bijvoorbeeld hoogwaterdoelen.

6. Schrappen van complementaire doelen
Complementaire doelen zullen geschrapt worden. Dit zijn doelen die weliswaar bijdragen aan het halen van de Europese verplichtingen, maar niet door Europa verplicht zijn gesteld.

7. Samenvoegen gebieden
Een groter gebied biedt de mogelijkheid om bepaalde natuurtypen op de ene plek in een gebied extra te beschermen, zodat elders in het gebied voor hetzelfde natuurtype minder bescherming nodig is. Zo ontstaat er ruimte voor activiteiten. Er komt een proef om de extra mogelijkheden te onderzoeken. Die gaat plaatsvinden op drie plekken: Oost Twente, het Rivierengebied en Laag Holland (het gebied boven Amsterdam).

8. Schrappen van beschermde natuurmonumenten
Voor de bijna 190 beschermde natuurmonumenten, waarvan zo’n 60 buiten Natura 2000-gebieden, zal het nationaal beschermingsregime worden afgeschaft. Het grootste deel van deze natuurmonumenten en de daarbij behorende natuurdoelen worden nu beschermd door het regime van de ecologische hoofdstructuur (EHS).

9. Internationale samenwerking
In onderling overleg met andere lidstaten zal worden gezocht naar mogelijkheden om het behalen van de gunstige staat van bepaalde natuurtypen met elkaar af te stemmen. Zo zou er bijvoorbeeld voor zeldzame plantensoorten met België en Duitsland kunnen worden samengewerkt. De Duitsers beschermen een bepaalde soort extra, waardoor Nederland op dat gebied de teugels wat kan laten vieren. En andersom natuurlijk.

10. Schrappen gebieden
Enkele Natura 2000-gebieden kunnen worden geschrapt. Dit kan niet zonder toestemming van Brussel. Voor een drietal gebieden is het mogelijk om de Europese bescherming op te heffen: het gebied Boddenbroek bij Bentelo in Overijssel, het Teeselinkven bij Neede in Gelderland en het deelgebied Achter de Voort bij Ootmarsum, ook in Overijssel. De Europese Commissie moet nog goedkeuring verlenen

Duidelijkheid
In Natura 2000-gebieden is de hoeveelheid stikstof aan limieten gebonden, omdat die schadelijk is voor de natuur. Dit tienpuntenplan lost dat probleem niet op, maar voor het einde van het jaar wil de staatssecretaris komen met de PAS (programmatische aanpak stikstof) om dit stikstofprobleem op te lossen. Ook voor knelpunten rond hoogwaterveiligheid moeten nog oplossingen worden gezocht. Wanneer dat is gebeurd kunnen de aanwijzingsbesluiten worden genomen, Henk Bleker wil dat voor het einde van het jaar doen: “Dat is noodzakelijk voor ondernemers en bewoners van Natura 2000-gebieden die wat voor elkaar willen krijgen. Die wachten al jaren op duidelijkheid.”

Meer informatie: www.rijksoverheid.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *