Een op de vijf gemeenten heeft nog geen sportbeleid

Veilig sporten en bewegen in de buurt: daarmee wil het kabinet het verschil maken. Een belangrijke rol is bij de uitvoering van de beleidsbrief sport weggelegd voor gemeenten. Het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen heeft laten onderzoeken wat gemeenten nu doen aan sport- en beweegbeleid. Negatief is dat bijna een op de vijf (18 procent) van alle gemeenten nog steeds geen sportnota en dus geen -beleid heeft.

Positief is dat steeds meer gemeenten sport inzetten als hulpmiddel bij het oplossen van knelpunten op het gebied van opvoeding, leefbaarheid en participatie. Nog maar een beperkt aantal gemeenten haakt aan bij de ambities uit het Olympisch Plan 2028 en de richting die het kabinet er aan heeft meegegeven: Sport inzetten als inspiratiebron voor de samenleving. En Nederland te laten uitblinken op alle niveaus.

Het W.J.H. Mulier Instituut – centrum voor sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek – heeft in opdracht van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) onderzocht welke invloed de intrede van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, het Olympisch Plan 2028 en de combinatiefunctionarissen hebben gehad op de inrichting van het lokale sport- en beweegbeleid. In de rapportage Integraal, interactief en SMART – Een inventarisatie van lokaal sport- en beweegbeleid staan de resultaten benoemd.

Sport ontzien bij bezuinigingen
Het aantal gemeenten zonder sportbeleid is wel gedaald vergeleken met een eerdere rapportage uit 2007. Het gaat vooral om kleinere gemeenten; ondersteuning van buitenaf is nodig om ook hier de inwoners te kunnen laten profiteren van goed sport- en beweegbeleid. Gemeenten die vanuit een sportnota werken, kiezen er merendeels voor om extra aandacht te geven aan de doelgroepen jeugd en senioren. Door de inzet van combinatiefunctionarissen werken bij de helft van de gemeenten sportverenigingen en scholen meer samen dan vroeger. Uit het onderzoek blijkt dat er meer voor-, tijdens- en naschools sport- en beweegaanbod voor leerlingen beschikbaar is.

Uit het onderzoek van het Mulier Instituut komt naar voren dat gemeenten de sport lijken te willen ontzien bij de bezuinigingen. CBS* heeft eind juni berekend dat de gemeentelijke netto uitgaven voor sport in 2009 stegen met ongeveer 50 miljoen tot € 1,1 miljard. De vraag is of deze positieve tendens zich doorzet in tijden van bezuinigingen. 37 procent van de gemeenten meldt dat ze minder geld ter beschikking heeft voor sport; 12 procent gaat meer investeren en de helft verwacht evenveel geld te hebben als in de vorige collegeperiode (voor juni 2010).

Uit het onderzoek van Mulier voor NISB blijkt verder dat gemeenten meer aandacht hebben voor integraal beleid en interactieve beleidsontwikkeling op het gebied van sport. Zo denken ook ambtenaren uit andere beleidsterreinen (jeugd, gezondheid, onderwijs) mee en worden ook lokale organisaties en verenigingen plus regionale en landelijke organisaties betrokken bij het ontwerpen van beleid. Sportstimulering krijgt de meeste aandacht, plus sport als hulpmiddel bij het oplossen van knelpunten op het gebied van opvoeding, leefbaarheid en participatie.

Voor het onderzoek zijn 470 vragenlijsten gestuurd naar alle gemeenten en deelgemeenten in Nederland. Van deze lijsten zijn 126 compleet ingevuld. Hiermee komt de respons op 27 procent. Naar omvang en landsdeel vormen de meewerkende gemeenten een goede afspiegeling van alle gemeenten in Nederland.

Bron: Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *