FNV maakt onderscheid tussen horeca en recreatie bij onveilige bijbanen

Met de introductie van het leenstelsel voor studenten verwacht de FNV dat meer studenten op zoek gaan naar een bijbaan. De FNV waarschuwt voor risicovolle situaties die bijbanen in de horeca opleveren voor het vaak onervaren personeel. Ook de recreatiesector is populair bij studenten op zoek naar een bijbaan. Uit navraag blijkt dat de recreatiesector, qua veiligheid, haar zaken beter op orde heeft.

Topstudenten horeca tijdens de Horecava wedstrijden
Topstudenten horeca tijdens de Horecava wedstrijden

FNV Horeca wil dat horecawerkgevers jong personeel beter voorbereiden op dagelijkse risicovolle werkzaamheden zoals snijden, frituren en werken met koolzuur. Jongeren lopen namelijk een grotere kans op arbeidsongevallen in vergelijking met ervaren oudere collega’s. Van de 335.000 werknemers in de horeca is 51% tussen de 15-24 jaar. Een groot deel van deze groep is student die naast zijn studie – zonder enige vakkennis – parttime in de horeca aan de slag gaat.

Jaarlijks 60.000 arbeidsongevallen in horeca
Jaarlijks belanden 5.000 horecawerknemers – veelal jongeren – op de spoedeisende eerste hulp voor behandeling van vooral snij- en brandwonden en valpartijen. Volgens het CBS vonden er in 2013 meer dan 60.000 arbeidsongevallen in de horeca plaats (22.200 arbeidsongevallen per 100.000 werknemers). Ben Francooy, voorzitter FNV Horeca: “In vergelijking met andere sectoren gebeuren in de horeca de meeste arbeidsongevallen. Dit is onacceptabel.”

Meer informatie: www.fnvhoreca.nl (artikel over werkomstandigheden)

Horeca is niet automatisch recreatie
In sommige definities wordt de recreatiesector als onderdeel van de horecasector gezien. Vandaar dat we bij de FNV navraag deden over de situatie bij recreatiebedrijven. Ook hier wordt immers veel gewerkt met tijdelijk personeel en bestaat een deel van het werk ook uit bediening en voedselbereiding. Toch wil FNV recreatie hier wel een nuancering maken: “In de horeca-afdelingen van recreatiebedrijven krijgt het personeel ook te maken met de genoemde risicovolle werkzaamheden. Maar wij weten dat de recreatiewerkgevers hun personeel hier over het algemeen wél goed op voorbereiden door instructiefilmpjes, trainingen etc. In tegenstelling tot in de horeca investeren recreatiebedrijven wel in hun mensen, ook met name om hen te interesseren om in de toekomst in de sector te blijven werken. In de horecasector is dat anders: daar prevaleert vaak de korte termijn waardoor er veel personeelsverloop is.”

Meer studenten aan de bijbaan
We vroegen de FNV ook naar hun visie op de groeiende groep studenten die (door de maatregel van het leenstelsel) op zoek gaat naar een bijbaan: “Wij zijn er een absoluut voorstander van dat studenten een bijbaan hebben in bijvoorbeeld horeca of recreatie. Ze doen hier belangrijke werkervaring op, bouwen aan hun mensenkennis en verdienen daarmee ook nog een zakcentje. Jong personeel is voor bedrijven ook interessant vanwege hun flexibiliteit. En daarnaast geven jongeren bedrijven ook een bepaalde gewenste jeugdige uitstraling geven. Dus we slaan meerdere vliegen in één klap.”

Meer informatie: www.fnvrecreatie.nl

Eén reactie

  1. Wonderbaarlijk dat de FNV stelt er een absoluut voorstander van te zijn dat studenten een bijbaan hebben. Er is op grote schaal sprake van verdringing van lager opgelieden door hoger opgeleiden, die omdat het voor hen slechts bijverdiensten zijn ook nog eens bereid zijn tegen slechtere arbeidsvoorwwarden (0 -urencontracten en wisselende werktijden) te werken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *