Hoe ziet mijn bedrijf er over vijf jaar uit?

“Hoe ziet uw recreatiebedrijf er over vijf jaar uit?” Deze vraag stelde ik aan recreatieondernemers toen ik 14 jaar geleden stacaravans en chalets verkocht aan ondernemers. “Zodra ondernemers een beeld van hun toekomst hebben, kunnen we kijken wat er voor nodig is om daar te komen. Misschien blijkt dan dat ze een overstap willen maken naar verhuuraccommodaties”, zo was mijn gedachte. Ik was accountmanager van chalets en stacaravans voor ondernemers in de verblijfsrecreatie. Er werden twee type antwoorden op mijn vraag gegeven.

vernieuwerd
vernieuwers

Vernieuwers
De ene groep ondernemers wist ‘waarom ze op aarde was’ en hoe ze in kon spelen op veranderend zoekgedrag en veranderende vakantiewensen van gasten. Deze groep gaf aan dat ze vol overtuiging experimenteerde met verhuur via internet en traditionele campings gaven aan dat ze behoefte hadden aan allerlei (atypische) verhuuraccommodaties omdat ze zagen dat de gast van luxe kamperen ging houden.

Weeknies
De andere groep ondernemers keek me glazig aan, haalde haar schouders op en zei: “week nie, ’t is lastig te ze’ng”.

weeknie
weeknie

Tweedeling in de markt
Jaren gingen voorbij en de ontwikkelingen in de markt laten anno 2014 een scherpe tweedeling zien. Vitale vakantieparken dragen bij aan het BBP (Bruto Binnenlands Product) en BBG (Bruto Binnenlands Geluk). Ze zorgen voor werkgelegenheid en veel afgeleide bestedingen in lokale middenstand.

Stilstaande vakantieparken hebben het contact met hun vakantiegasten verloren. Het voortbestaan van deze bedrijven wordt bedreigd. Daardoor is voor sommige recreatieondernemers de verleiding groot om niet-recreërende ‘gasten’ aan te trekken; arbeidsmigranten, permanente bewoners en sociaaleconomisch zwakkere groepen worden steeds vaker op deze parken gehuisvest.
Dit leidt op bedrijfsniveau tot maatschappelijke problemen zoals (gelukkig nog incidenteel) excessen op het gebied van openbare orde en veiligheid, permanente bewoning, verpaupering en leefbaarheidsproblemen.

Bekijk ik dit door een regiobril, dan zie ik dat het op een gegeven moment misgaat. Ondernemers en ambtenaren die er een puinhoop van maken schaden het imago van hun hele regio. Vakantiestreken van weleer raken uit de gratie; toeristen blijven weg. Iedereen zal dit herkennen. We mopperen en willen dat de regio weer aantrekkelijk wordt. Maar op regioschaal voelt niemand zich verantwoordelijk om de mensen die er een puinhoop van maken aan te spreken. Ondernemers, gemeenten en provincies worstelen hier mee.

Vitaliseren
Twee gezichten van dezelfde sector: aan de ene kant vormt de sector voor veel regio’s een economische pijler met bestedingen en regio-gebonden werkgelegenheid; aan de andere kant herbergt ze in tientallen regio’s allerlei ongewenste maatschappelijke problemen.
De vraag naar de oplossing is eenvoudig te stellen: hoe vitaliseren we de verblijfsrecreatiesector in mijn regio? Veel provincies en gemeenten zoeken naar het antwoord. De achterliggende opgaven zijn echter veelomvattend.

Om de sector te vitaliseren is een strategie nodig die het overheids- en ondernemersperspectief op regioniveau verbindt. De kansen, problemen en opgaven houden immers niet op bij de bedrijfs- of gemeentegrens. Daarom is in veel regio´s een vitaliseringsstrategie nodig. Zie het als een route die bedrijven en gemeenten samen afleggen. Een samenwerkingsproces dat de vraagstukken van de overheid en ondernemers in onderlinge samenhang aanpakt. Belangrijk hierbij is dat geen regio gelijk is. Iedere regio vindt zijn eigen route en onderweg kan er flink van elkaar geleerd worden.

Zo kan de regionale economie gaan floreren, verbetert de (ruimtelijke) omgevingskwaliteit en is het leefbaar en veilig op de parken. Tegelijk worden recreatieondernemers in staat gesteld antwoord te geven op de essentiële vraag: “hoe ziet mijn recreatiebedrijf er over vijf jaar uit?”

integrale aanpak
integrale aanpak (klik voor vergroting)

Vitale vakantieparken
ZKA en zusterbedrijf Seinpost hebben de aanpak Vitale Vakantieparken ontwikkeld: een samenwerkingsaanpak tussen regionale overheden en bedrijfsleven. De problemen spelen weliswaar op (voormalige) vakantieparken maar hebben natuurlijk niets meer met de recreatiesector te maken. Daarom is alleen een economische of ruimtelijke benadering niet effectief. Er zal sprake moeten zijn van een samenhangende aanpak, dus het verbinden van economie, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, openbare orde en veiligheid en sociaal beleid. En deze aanpak zal zich moeten richten op de symptomen én op de oorzaak.
In deze offensieve aanpak wordt de diagnose in het gebied scherp gesteld, worden gedragen doelstellingen geformuleerd en worden effectieve instrumenten ingezet. Dit gebeurt vanuit samenhangende sporen zoals: economie, ruimte, natuur, zorg en welzijn, leefbaarheid, veiligheid en positionering. Een belangrijk uitgangspunt is dat er aandacht is op alle schaalniveaus: Rijk, provincie, regio, gemeente en individueel bedrijf.

Meer informatie:
Merlijn Pietersma (senior adviseur ZKA): 06-81909921, m.pietersma@zka.nl;
Rob van den Hazel (programmamanager vitale vakantieparken noord-Veluwe): 06-53929883, r.vandenhazel@seinpost.com

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *