Rijk en Regio willen fiets-infrastructuur nog verder verbeteren

Alhoewel het ‘Nationaal Toekomstbeeld Fiets’ vooral gaat over de dagelijkse utilitaire verplaatsingen, omvat het plan ook diverse verbeteringen voor de recreatieve fietser. Bovendien gaat de recreant ook profiteren van de investeringen in het verder verbeteren van de nationale fiets-infrastructuur.

Het plan bevat een eerste inventarisatie van mogelijke fietsinvesteringen in heel Nederland voor de komende jaren. Aan het document is samengewerkt door gemeenten, provincies, vervoerregio’s en het Rijk, verenigd in het fietssamenwerkingsverband Tour de Force.

Voor elke regio is op een rijtje gezet wat er mogelijk is om een landelijk dekkend netwerk van hoofdfietsroutes met goede fietsenstallingen te realiseren. Dat heeft een eerste inventarisatie opgeleverd, waarin voor enkele miljarden aan mogelijke investeringen opgesomd staan. Voor de aanleg van ontbrekende schakels van een landelijk dekkend hoofdfietsroutenetwerk staan op deze eerste groslijst voor 1 miljard aan mogelijke maatregelen tot en met 2025.

Recreatieve routes

In het document staan o.a. de plannen per provincie / regio genoemd. Alle regio’s besteden aandacht aan het verbeteren van het utilitair gebruik van de fiets (o.a. woon-erkverkeer) en het inplannen van meer capaciteit voor fietsparkeren. Het toeristisch recreatieve gebruik komt slechts mondjesmaat aan bod. Ongetwijfeld zal de recreatiesector wel profiteren van een verdere verbetering van de fiets- infrastructuur die als usp voor Nederland als fietsland kan dienen.

De omschrijving van Recreatieve Routes in het document: “Voor het nationale beeld worden met de recreatieve routesde fietsverbindingen bedoeld die het stedelijk gebied met het recreatieve buitengebied verbinden. Aantrekkelijke en toegankelijke stad-landroutes dragen bij aan de leefbaarheid en gezondheid in het stedelijk gebied. Hierbij hoort ook het vergroten van de  fietsbereikbaarheid  van belangrijke toeristisch-recreatieve bestemmingen in het buitengebied.”

Verschillen in focus op recreatie per regio

In de doorvertaling naar de provincies zien we wel dat diverse provincies meer aandacht besteden aan de recreatieve infratructuur. Wij pikten de strofes uit het rapport, die specifiek betrekking hebben op de recreatieve fietsinfrastructuur.:

Drenthe: “Daarnaast is fietsen voor Drenthe een populaire toeristische trekker en daarmee een grote en belangrijke bron voor bestedingen en werkgelegenheid. Het bieden van een aantrekkelijk toeristisch fietsproduct met uitstekende toeristische fietsvoorzieningen is dan ook een vereiste.”

Friesland: “Fryslân scoort al een aantal jaar de maximale score op het gebied van recreatief fietsen van het Landelijk Fietsplatform. Dat wil niet zeggen dat er geen ambities meer zijn. Er zijn concrete plannen om de Friese meren te voorzien van fiets- en wandelinfrastructuur zodat de komende jaren ‘rondjes’ gemaakt kunnen worden. Daarbij is het nog steeds van belang om de ‘basis op orde’ te hebben, waarbij er geïnvesteerd wordt in bebording en rustpunten. Deze eenvoudige investeringen zorgen wel voor een plus op het fietsen in Fryslân.”

Gelderland: “Het Hoofdfietsnet Gelderland laat de Gelderse ambitie zien, op met name doorfietsroutes en grote recreatieve bestemmingen.”

Groningen: “In het buitengebied worden de doorfietsroutes gekoppeld met hoofdroutes voor recreatieve en sportieve fietsers door ons veelzijdige landschap.” Recreatieve fietsers zijn één van de zes hoofddoelgroepen die de provincie Groningen onderscheidt in haar doelstelling om 20% méér fietsbewegingen te realiseren.

Limburg: Geen specifieke tekst over de toeristisch recreatieve infrastructuur

MRA (Amsterdam), Noord-Holland – Flevoland: “Deze hoofdroutes (doorfietsroutes) verbinden en ontsluiten de stedelijke gebieden, de groen- en recreatiegebieden om de steden en de belangrijkste OV-fietsknopen.” en “Het fietsnetwerk biedt aansluiting op belangrijke overstappunten (hubs) rond OV, carpoolplaatsen, cultuur historische plaatsen, land-art objecten en toeristische attracties.”

Regio Rotterdam / Den Haag: “Naast utilitaire routes voor forenzen en scholieren maken ook recreatieve hoofdroutes voor ‘ommetjes’ en toertochten deel uit van de scope van NTF. Voor utilitaire routes zijn de ontwerpeisen genoegzaam bekend. De hoofdroutes die recreatiegebieden en -bestemmingen ontsluiten, volgen dezelfde aanpak. Voor de overige recreatieve routes is dat niet eenduidig. Enerzijds gaat het om erftoegangswegen in gemengd verkeer, anderzijds doet breed asfalt afbreuk aan de charme van kleinschaligheid op schelpenpaadjes door bos en duin. De fietsintensiteiten zijn bovendien sterk wisselend en seizoensgebonden. De Routeploeg van Tour de Force brengt deze kwesties in de loop van het jaar beter in beeld. Op basis daarvan zullen wij in de programmatische uitwerking later dit jaar dit thema uitwerken tot een of meer voorbeeldprojecten in samenwerking met terreinbeheerders en de recreatieve sector.” en “Een nieuwe bezoekersaanpak vanuit bijvoorbeeld recreatiegebieden, ziekenhuizen, winkelcentra en attractieparken lijkt veelbelovend. Vooralsnog is hiervoor een beperkt bedrag ingeschat van ca. € 35 miljoen.”

Noord-Brabant: Geen specifieke tekst over de toeristisch recreatieve infrastructuur

Overijssel: “Daarnaast ligt er tevens de ambitie om ook de belangrijkste stadsroutes en recreatieve routes op een hoger niveau te brengen.”

Utrecht: “We zetten ook in op een groenblauwe en recreatieve structuur met sterke stad-land verbindingen langs doorgaande waterlopen naar het buitengebied.”

Zeeland: “Zeeland, land in zee, is een vijfsterren fietsprovincie. Daar zijn we trots op en dat willen we graag zo houden. Veilig, comfortabel en zonder belemmeringen geldt ook voor recreatief fietsverkeer. Toerisme is voor Zeeland van groot economisch belang. Om de negatieve effecten van het autogebruik door de verblijfsrecreant te beperken is het noodzakelijk een aantrekkelijk fietsalternatief te bieden voor de dagelijkse verplaatsingen van de recreant naar strand, stad of andere recreatieve bestemming. Daarnaast leent Zeeland zich voor langere recreatieve rondrijroutes waarbij fietsen het doel zelf is. Het water, de kracht van Zeeland, heeft daarbij een grote aantrekkingskracht (fietsen langs het water). Herkenbaarheid (bewegwijzering en informatiepanelen) en aantrekkelijkheid van routes (groen, rustpunten) spelen ook een rol bij de beleving van het Zeeuwse landschap. Het netwerk op orde en fietsen als belevenis voor de toerist en recreant is onderdeel van onze fietstimuleringsstrategie.”

Zuid-Holland (zonder Rotterdam en Den-Haag): “De groei van de bevolking vraagt om slimmer gebruik van de beschikbare ruimte, bijvoorbeeld door in te zetten , op recreatie om de hoek. Een toename van het fietsgebruik is van cruciaal belang om onze steden en recreatiegebieden bereikbaar te houden.”

Meer informatie: www.ipo.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *