Krimpend agritoerisme, maar klopt dat wel?

Nevenactiviteit op agrarische bedrijven, zoals boerderijwinkels, agrotoerisme en boerderij-educatie lopen sterk terug, volgens cijfers van het CBS. LTO Nederland en de Wageningen Universiteit wijzen er op dat hier verkeerde conclusies getrokken worden en pleiten voor een nieuwe meetmethode voor de multifunctionele landbouw.

De cijfers van het CBS schetsen vrij duidelijk een beeld van een krimpsector:

Boerderijwinkel Nieuw Slagmaat

Verkeerde interpretatie van de cijfers
LTO verwijst naar een recent artikel in agrarisch nieuwsblad ‘Nieuwe Oogst’, waarin de conclusie van deze cijfers wordt betwist. Marcel Vijn van Wageningen UR: “De cijfers van het CBS houden geen rekening met nevenactiviteiten die worden afgesplitst van het agrarisch bedrijf omdat de activiteit groot genoeg is om zelfstandig te opereren.” in het artikel komt ook Pieter Jan Brandsma, directeur van de landwinkel cooperatie aan het woord. Hij ziet het aantal landwinkel nog elk jaar groeien. Diverse organisateis pleiten daarom voor een nieuwe meting die de rol van de Mulifunctionele Landbouw beter inzichtelijk moet maken. ZLTO en Wageningen UR kijken daarbij nadrukkelijk naar het ministerie van EZ voor de financiering van dit project.

Een ondernemer uit de agrarische verblijfsrecreatie laat ons weten dat het aantal VeKaBo-accommodaties de afgelopen jaren wel is afgenomen. Met name het ontbreken van bedrijfsopvolging zorgt nog wel eens voor het beeindiging van de neventak.

Ziie ook: Stand van zaken in agritoerisme (2)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *