Veel gemeenten willen problematiek permanente bewoning aanpakken

Het televisieprogramma rond camping Fort Oranje heeft de problematiek van vervallen campings, met huisvesting van arbeidsmigranten en permanente bewoning, bij veel mensen op het netvlies gekregen. Uit onderzoek door Nieuwsuur blijkt dat niet alleen de gemeente Zundert de problematiek wil aanpakken. Ook veel andere Nederlandse gemeente zien inmiddels de noodzaak.

Zie ook: NOS Nieuwsuur: Gemeenten willen af van permanente bewoning vakantieparken

“Alle provincies waar recreatieparken zijn, kennen deze problematiek”, zegt Henk Lambooij, burgemeester van Putten in Nieuwsuur. “We moeten af van het idee dat dit lokaal of regionaal kan worden opgelost. Dit is een nationaal probleem en verdient ook die aandacht.”

Ook de gemeente Zundert (camping Fort Oranje) ziet zichzelf niet als een uitzondering met een uit de hand gelopen gedoogbeleid: “De kwestie Fort Oranje is geen op zichzelf staand fenomeen. Ook elders in Nederland en over de grens in België is er sprake van dit soort problematiek op campings. Alleen door intensief samen te werken met alle betrokken instanties kan een gemeente tot een gedegen aanpak komen die recht doet aan veiligheid, gezondheid en welzijn van haar inwoners.”

– Om te werken aan een oplossing voor dit complexe probleem, hebben de gemeenten op de Veluwe samen met de provincie Gelderland het programma Vitale Vakantieparken ontwikkeld. Dit programma pakt de problematiek in samenhang aan. Omdat de aanpak aanslaat, is de provincie Drenthe bezig om de werkwijze van Vitale Vakantieparken ook daar toe te passen. Ook met andere provincies is regelmatig contact om kennis en ervaring uit te wisselen. Het simpelweg verbieden van permanente bewoning zal diverse kwetsbare mensen immers op korte termijn in acute problemen brengen. We vroegen Merlijn Pietersma van ZKA leisure naar de mogelijk oplossingsrichting…

De problematiek van permanente bewoning speelt natuurlijk al veel langer. Waarom is dit, vanuit toeristisch recreatief perspectief, een ongewenste ontwikkeling?
Pietersma: “Succesvolle recreatiebedrijven verkopen emotie, een vakantiegevoel en ze bieden kwaliteit aan vakantiegasten. Permanent wonen en andere vormen van huisvesting conflicteren met deze recreatieve beleving. In onze adviespraktijk zien we dat de toeristisch recreatieve aantrekkingskracht van parken, jaar na jaar verslechtert als er ook permanent gewoond wordt (of als er andere vormen van huisvesting plaatsvinden). Vanuit toeristisch recreatief perspectief betekent permanent wonen en huisvesting het begin van het einde voor een recreatiepark.
Diverse permanente woonparken hebben ook een negatieve uitstraling op de rest van de toeristische omgeving. Vergelijk het met een aantrekkelijke winkelstraat waarin op een toplocatie ineens een of meer verpauperde winkels en leegstand ontstaat. De hele winkelstraat lijdt hieronder.”

Je kunt de huidige bewoners natuurlijk niet zomaar op straat zetten. Welke oplossing zien jullie als ‘meest geschikt’ om parken weer recreatief te maken? Hoe lang duurt zo’n proces?
Pietersma: “Dit verschilt per park. Soms moet de overheid gedecideerd handhaven op ongewenste permanente bewoning om het recreatieve karakter op een park ‘te redden’. Handhaven is niet altijd dé oplossing.
We kennen situaties waarbij de overheid al jaren weet dat er op een park nagenoeg in alle woningen permanent gewoond wordt. In sommige gevallen verwijst de overheid mensen zelfs door naar deze ‘woonparken’. Dit soort parken heeft vaak geen toeristisch recreatieve exploitatie. En er zijn ook geen recreatieve voorzieningen zoals een receptie. Deze situaties zijn vaak onomkeerbaar. Onder strikte voorwaarden adviseren wij dan dat de woningeigenaren (vaak in VvE-verband) een toekomstplan maken. Transformatie van recreatie naar bijvoorbeeld bijzondere woonconcepten is in sommige gevallen een belangrijke oplossing.

Ik merk dat er een sterke behoefte is aan landelijke visie op dit onderwerp waarbij de woon- en recreatiesector samenwerken. En waarbij oog is voor de sociale en zorgcomponent van bewoners. Soms is het de beste oplossing voor een park om er een definitieve woonwijk van de maken. Maar wel vanuit een vraaggericht woonconcept. Bijvoorbeeld buurtschap-wonen, zorg-wonen, sociaal-wonen, creatief-wonen of recreatief-wonen. Er is behoefte aan experimenten.

Twee belangrijke elementen van het programma Vitale Vakantieparken verdienen landelijke navolging:

  1.  Eén park, één plan: ieder park is anders is gebaat bij een andere oplossing. Maatwerk is cruciaal. Dus pas op met generaliseren.
  2.  Een integrale aanpak vitale vakantieparken inclusief het fenomeen permanent wonen is nodig. Dat betekent dat er aandacht moet zijn voor de economische en ruimtelijke doorontwikkeling van succesvolle parken. We hebben meer excellente vakantieparken in Nederland nodig. Er de overheid moet stevig handhaven op parken die er een rommeltje van maken. Er moet hulp zijn voor mensen die bijvoorbeeld vanwege psychisch-sociale problemen in de anonimiteit op parken zijn beland. We kunnen hier als maatschappij niet meer voor wegkijken. En we moeten open staan voor functieverandering van bepaalde parken.”

Kun je een voorbeeld geven van een ‘best practice’ waarbij de problematiek van permanente bewoning goed werd aangepakt?
Pietersma: “Voor een gemeente in het noordoosten van het land geven we specifiek advies over de toekomst van zes parken. In het kort komt het erop neer dat we zeggen:
Op twee parken moet de overheid handhaven op permanent wonen. Twee parken functioneren uitstekend als tweede woningparken zoals ze oorspronkelijk bedoeld zijn. En er zijn twee parken die onder strikte voorwaarden in aanmerking kunnen komen voor omzetting naar permanent woonwijkjes of buurtschappen. Daarvoor moet een plan gemaakt worden waarbij geen negatieve effecten zijn.”

Meer informatie:
www.zka.nl
www.vitalevakantieparken.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *