Dreigende kapitaalvernietiging sportaccommodaties?

De exploitatie van sportaccommodaties in Nederland loopt gevaar door bezuinigingen. Gemeenten dragen het eigendom, beheer en onderhoud hiervan steeds meer over aan verenigingen zelf. Hierdoor komt de exploitatie in handen van goedbedoelende, maar meestal niet gespecialiseerde handen terecht en dreigt een enorme kapitaalvernietiging. BSNC-voorzitter Pleun Lok spreekt zijn grote zorgen hierover uit.

golf kromme rijnIedere Nederlander kan sporten omdat lokale overheden sportaccommodaties faciliteren. Dat is geen wettelijke verplichting, maar nemen gemeenten zelf op zich. Daardoor staat Nederland nog steeds bekend om zijn goede sportverenigingscultuur en -accommodaties. Zo’n 26.000 verenigingen bieden aan meer dan 4.8 miljoen leden sport in recreatief, wedstrijd- en topsportverband. “Maar deze status is ernstig in gevaar”, legt Lok uit. “De kwaliteit van de accommodaties loopt ernstig terug.”

Beheer uitbesteden
Dat komt omdat gemeenten de exploitatie van de accommodaties meer en meer uitbesteden als gevolg van bezuinigingen. Lok beseft dat gemeenten vaak niet anders kunnen. “Door de decentralisatie van overheidstaken zoals de Wmo, Jeugdzorg, en AWBZ, de veranderende bevolkingssamenstelling en grote bezuinigingen op gemeentelijke voorzieningen, komen de budgetten voor de sportinfrastructuur ook onder druk. Maar de bezuinigingen gaan verder: veel gemeenten korten ook op het aantal deskundige ambtenaren op het gebied van sportveldbeheer. Bovendien kiest de gemeente bij een aanbesteding vaak voor de laagste prijs en niet voor de beste kwaliteit of duurzaamste oplossing. Hierdoor loopt de kwaliteit van de sportinfrastructuur zienderogen terug.”

Subsidie
De alternatieven voor de exploitatie zijn niet heel rooskleurig. “Met of zonder subsidie krijgen maatschappelijk of commerciële organisaties deze taak naar zich toegeschoven. En dat zonder dat er een wettelijk kader voor is. Hierdoor ontstaan er zeer uiteenlopende beheervarianten, die ondanks het enthousiasme van veelal vrijwilligers vaak lastig uitvoerbaar blijken. Met name goedwillende sportclubs blijken zich te verkijken op wat ondernemerschap vraagt. Tekorten en faillissementen dreigen en de gemeente krijgt vervolgens weer de vraag om steun.”

Innovatie
Lok vindt het geheel zorgelijk: “De leden van de BSNC (gemeenten, leveranciers, aannemers en adviesbureaus) zijn met de gebruikers van de velden altijd trots geweest op de status van de Nederlandse sportinfrastructuur. Sporten bindt en is een belangrijke plaats als maatschappelijk factor. We kijken dan ook met argusogen naar de toenemende privatisering en bezuinigingen. De kwaliteit van ons werk komt echt onder druk te staan. Tegelijkertijd neemt de vraag om innovatie toe als gevolg van duurzaamheid, multifunctioneel gebruik, veiligheid en toenemende Europese wet- en regelgeving. Zo bereidt de branche zich voor op nieuwe, strengere regels voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor onkruidbestrijding op sportvelden. Ook daar spelen we als BSNC op in. Gezamenlijk zorgen we voor innovatie en oplossingen voor bijvoorbeeld nieuwe wet- en regelgeving. Dat is voor individuele gemeenten en verenigingen onmogelijk.”

Leerstoel
Daarom namen de BSNC, de Nederlandse Golf Federatie (NGF), de NVG (Nederlandse Vereniging van Golfaccommodaties) en de Universiteit Wageningen onder meer het initiatief om een Leerstoel Turfgrass in te stellen. Inmiddels spraken ook het NOC*NSF en de KNVB hun steun uit. De Leerstoel Turfgrass in Wageningen wil zich specialiseren in duurzaam sportgrasbeheer om voetbal, hockey, rugby, volleybal en andere grassporten te voorzien van een evidence based en verantwoord beheer en onderhoud van accommodaties. De leerstoel brengt alle expertise over sportgras samen. Daarnaast geeft de leerstoel een nieuwe impuls aan de opleidingen die op mbo- en hbo-niveau voor onderhoud en beheermedewerkers en greenkeepers worden georganiseerd. Lok: “Hiermee willen in ieder geval de gespecialiseerde kennis die er is behouden, beschikbaar maken en uitbouwen. Uiteindelijk moeten we gezamenlijk zorgen dat de teloorgang van de sportinfrastructuur stopt.”

BSNC:

  • Overlegt met de achterban, gemeenten, VSG en sportbonden om te zoeken naar alternatieve vormen van beheer en onderhoud die gericht zijn op behoud van de kwaliteit van de sportinfrastructuur.
  • Stimuleert discussie tussen opdrachtgevers, uitvoerders en gebruikers om naar meer collectieve vormen van aanleg, beheer en onderhoud waar kwaliteit én prijs beide bepalend zijn voor de aanbesteding.
  • Organiseert brainstormsessies met leden, deskundigen en belangstellenden om praktijkervaringen te delen, alternatieven te bespreken en innovaties te stimuleren.
  • Laat (kleinschalig) onderzoek uitvoeren om specifieke onderwerpen, methoden of alternatieven te onderbouwen en te delen met leden, partnerorganisaties en belangstellenden.

Bron, en meer informatie: Branchevereniging voor Sport en Cultuurtechniek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *