Het Parool meldde afgelopen week ‘Wietpas ramp voor toerisme’. Per 1 januari 2013 wordt de wietpas ook in Amsterdam ingevoerd. De Coffeeshophouders laten op dit moment flink van zich horen, want dit kost hen natuurlijk omzet. Maar hoe kijkt de toeristische sector aan tegen de beperking van het coffeeshoptoerisme op deze manier?
Over de wietpas
De invoering van de wietpas is opgelegd vanuit de nationale overheid. Het is een bewijs van lidmaatschap (clubpas) dat in Nederland vereist is voor toelating tot een coffeeshop. Om lid te worden moet men meerderjarig zijn en in Nederland wonen. Buitenlandse toeristen worden hiermee uitgesloten van gebruik van de coffeeshop. (Wietpas op Wikipedia)
Beeld in buitenlandse media
De afgelopen week bezocht ik samen met een Amerikaanse toerist de Nieuwmarkt; midden in het ‘red light district’ en bekend centrum voor de coffeeshoptoeristen. In de Amerikaanse media komt niet de romantiek van de vrijgevochten coffeeshopcultuur in beeld, maar wordt ‘Amsterdam’ vooral gebruikt als angstbeeld voor een al te liberale politiek.
Een restauranthouder, die ook bij de discussie betrokken raakte, zei letterlijk: “Ik zit helemaal niet te wachten op die coffeeshoptoeristen. Over het algemeen besteden ze weinig en veroorzaken ze veel te vaak overlast.”
Toerisme Amsterdam
In de media kregen vooral de coffeeshophouder uitgebreid de ruimte om hun verhaal te doen. Vanuit de toeristische promotie Amsterdam bleef het wijselijk stil. Bij navraag blijkt dat ook zij geen fan zijn van de wietpas. Maar dan wel om andere redenen dan de coffeeshophouders. Zij zien de wietpas als een oplossing voor een probleem dat in Amsterdam niet speelt. De wietpas is vooral ingevoerd om de problemen in de grensstreek op te lossen. In Amsterdam zijn goede afspraken gemaakt met de coffeeshophouders en is het probleem beheersbaar geworden. De angst bestaat dat door de invoering van de wietpas de handel weer in de illegaliteit verdwijnt.
Het ATCB heeft zich de afgelopen weken niet in de discussie gemengd, maar de reacties overgelaten aan de gemeente Amsterdam. Wel laat het promotiebureau weten dat zij in principe geen drugs en prostitutie promoten; en ook niet opnemen als advertenties in hun campagnes. Alhoewel dat ‘rafelrandje’ wel een beetje bij Amsterdam hoort.