Bioscopen en attractieparken dragen bij aan licht oplopende inflatie

Het CBS maakte vandaag bekend dat de inflatie in juni 2014 licht is opgelopen; 0,9% t.o.v. juni 2013. Als we de cijfers voor toerisme en recreatie bekijken, dan ontstaat een wisselend beeld. De prijzen van kaartjes voor bioscopen en theaters (+5,7%) en attractieparken (+ 6,3%) zijn flink gestegen. Goederen voor indoor recreatie (-3,5%) en fietsen (-5,2%) daalden juist in prijs. Verder opvallend: Vliegtickets werden duurder (+3,3%), terwijl pakketreizen naar het buitenland (-0,8%) juist in prijs daalden.

winkelwagenPrijs van vrije tijd

We hebben de prijzen met een toeristisch/recreatieve component eens op een rijtje gezet. Dit zijn Consumenten Prijs Index (CPI) cijfers van juni 2014. In de eerste kolom wordt een vergelijking gemaakt met basisjaar 2006; in de tweede kolom staat de groei/krimp van de prijzen t.o.v. juni 2013; en de kolom wegingscoëfficiënt geeft het belang aan in het totaalbudget van een huishoudboekje.

  CPI Jaarmutatie CPI Wegingscoëfficiënt
  2006 = 100 % t.o.v. jun 2013  
Totaal bestedingen 115,64 0,9 100000
Fietsen 111,66 -5,2 280
Personenvervoer door de lucht 141,00 3,3 527
Recreatie en cultuur 103,31 -0,4 10006
Goederen voor recreatie en cultuur 113,47 0,4 366
Goederen voor outdoor-recreatie 117,40 1,9 261
Goederen voor indoor-recreatie 102,93 -3,5 105
Spelartikelen, speelgoed, hobbies 100,14 8,2 595
Uitrusting voor sport en camping 101,64 -1,2 218
Diensten m.b.t. recreatie en sport 122,66 1,1 1617
Contributie sportverenigingen 125,12 3,7 359
Contributie ontspanningsver. 115,82 0,8 96
Muziek-, dans- en sportlessen 125,27 -1,1 665
Entree stadions 122,00 0,5 32
Entree attractieparken 132,02 6,3 126
Huur sportaccommodaties 121,24 1,8 229
Culturele diensten 132,21 2,1 1499
Entree bioscopen, theater e.d. 141,73 5,7 328
Musea, dierentuinen 137,15 0,7 248
Pakketreizen naar het buitenland 119,08 -0,8 1691
Restaurants 120,03 0,8 1713
Accommodaties 126,06 4 399
Sauna’s, schoonheidssalons e.d. 129,84 1,7 198

kanttekening bij de reissector: de fluctuatie in prijzen bij deze sector is bijzonder hoog en verschilt enorm per (vakantie)maand.

Kostprijs-bepalende factoren

Voor ondernemers is het ook van belang om te bekijken waar de kosten(stijgingen) vandaan komen. We hebben daarom enkele kostprijsbepalende factoren uit de grote CBS tabel gefilterd. Ook hier weer uitgaand van de maand juli 2014.

CPI Jaarmutatie CPI Wegingscoëfficiënt
2006 = 100 %
Totaal bestedingen 115,64 0,9 100000
Watervoorziening 105,44 11,2 426
Afvalverwerking 111,64 -1,3 73
Energie 113,88 -1,4 5456
Benzine 128,64 1,7 3247
Parkeer- en tolgeld 138,82 1,4 131
Communicatie 87,55 -5,7 3214
Verzekeringsdiensten 132,09 1,5 3815
Consumptiegebonden belastingen 126,79 4,6 2877
Reinigingsrechten/afvalstoffenhef. 102,09 -0,9 527

 

frequente aankopen naar soort, 2014
frequente aankopen naar soort, 2014

Frequente aankopen bepalen een derde van inflatie
De prijzen van producten die de consument regelmatig koopt en contant of met een bankpas afrekent (frequente aankopen) stijgen sinds juli 2013 minder hard dan die van niet-frequente aankopen, zoals verzekeringen en huren. In juni 2014 waren frequente aankopen 0,5 procent duurder dan een jaar eerder, en de niet-frequente aankopen 1,2 procent. In de vier jaren daarvoor was de situatie precies andersom en stegen juist de frequente aankopen relatief sterk in prijs. Een derde van de inflatie wordt bepaald door frequente aankopen, waarvan voedingsmiddelen en autobrandstoffen een groot deel uitmaken. Deze aankopen bepalen, juist omdat ze vaak gekocht en direct afgerekend worden, voor een groot deel de ‘gevoelsinflatie’.

Meer informatie: statline.cbs.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *